Frederik D Schreef:
——————————————————-
> Men neme twee relatief grote verzamelingen
> gebeurtenissen, verzamelingen A en B. Volgens de
> kansberekening is de kans bijna honderd procent
> dat element M in verzameling A globaal lijkt op
> element N in verzameling B. De kans op toevallige
> coïncidenties is dus bijna honderd procent. Niets
> magisch aan.
Bs'd
Waar heb jij je bul in kansberekening gehaald?
Op Zwijnstein zeker?