Sfred, Schreef:
——————————————————-
> En het fossielenverslag laat duidelijk zien dat er
> GEEN evolutie heeft plaatsgevonden.
>
> Leg dit nu eens uit.
Bs'd
Het fossielenverslag laat helder en duidelijk zien dat de soorten plotseling verschijnen in het fossielenverslag, zonder enige afstammingslijnen van veronderstelde voorouders.
Ook laat het fossielenverslag STASIS, onveranderlijheid, zien, voor het hele verblijf van soorten in het fossielenverslag.
Als Darwin gelijk had, dan hadden we langzame overgangen van de ene soort in de andere moeten zien, maar het enige wat we zien is STASIS, en geen geleidelijke overgangen:
“Stasis, oftewel onveranderlijkheid, van de meeste fossielensoorten gedurende hun lange geografische levensduur werd stilzwijgend ter kennisgeving aangenomen door al de fossielendeskundigen, maar het werd nooit bestudeerd vanwege het feit dat de overwegende theorie stasis zag als oninteressant non-bewijs voor non-evolutie. … De overweldigend vaak voorkomende stasis werd een beschamende eigenschap van het fossielenverslag, hetgeen het best genegeerd werd als een bewijs voor niets (dat is non-evolutie)."
Gould, Stephen J., “Cordelia's Dilemma,” Natural History, 1993, p. 15
Stephen J Gould was 1 van de meest bekende evolutionisten en bedenker van de “punctuated equilibrium” theorie, en professor geologie en zoologie aan de Harvard universiteit.
********************
“Fossielendeskundigen zagen gewoon niet de verwachte veranderingen in hun fossielen toen zij hen volgden door het rotsgesteente. … Dat individuele soorten fossielen duidelijk hetzelfde bleven gedurende de gehele tijd van hun aanwezigheid in het fossielenverslag was al bekend bij fossielendeskundigen lang voordat Darwin zijn “Oorsprong der soorten” schreef. Darwin zelf … profeteerde dat toekomstige generaties van fossielendeskundigen deze gaten zouden opvullen door ijverig onderzoek. … Een 120 jaar van fossielonderzoek later is het overduidelijk dat het fossielenverslag Darwin's voorspellingen niet waarmaakt. Het probleem is ook niet gelegen in een onvolledig verslag. Het fossielenverslag laat simpelweg zien dat die voorspelling fout is. … De waarneming dat de soorten verbazingwekkend conservatieve en statische (= onveranderlijke) dingen zijn heeft al de kenmerken van de nieuwe kleren van de keizer: Iedereen wist het, maar iedereen gaf er de voorkeur aan om het te negeren.
Fossielendeskundigen die geconfronteerd werden met een weerspannig fossielenverslag wat koppig weigerde om zich te voegen naar Darwin's voorspelde patroon, keken gewoon de andere kant op."
Eldredge, N. and Tattersall, I., The Myths of Human Evolution, 1982, p. 45-46
Niles Eldredge is een evolutionist en mede uitvinder van de punctuated equilibrium theorie.
***************************
“Fossielendeskundigen hebben een enorme prijs betaald voor Darwin's argument. We beschouwen onszelf als de enige juiste studenten van de geschiedenis van het leven, maar wanneer we onze favoriete theorie van evolutie door natuurlijke selectie in stand willen houden zien we dat de feiten zo slecht zijn dat we vrijwel nooit het proces zien wat we zeggen te bestuderen. … De geschiedenis van de meeste fossielen vertonen kenmerken die helemaal strijdig zijn met geleidelijke ontwikkeling:
1: Stasis. (onveranderlijkheid) De meeste soorten vertonen geen gerichte verandering gedurende hun verblijf op aarde. Ze verschijnen in het fossielenverslag op dezelfde manier als wanneer ze eruit verdwijnen, morfologische verandering is meestal beperkt en ongericht.
2: Plotselinge verschijning. In elk gebied verschijnt een soort niet geleidelijk door gestage verandering van zijn voorouders, het verschijnt plotseling, en “volledig gevormd.”"
Gould, Stephen J. The Panda's Thumb, 1980, p. 181-182
Stephen J Gould was 1 van de meest bekende evolutionisten en bedenker van de “punctuated equilibrium” theorie, en professor geologie en zoologie aan de Harvard universiteit.
***********************
“…. We hebben een gemeenschappelijke stilzwijgende acceptatie van het verhaal van geleidelijk aanpassende veranderingen aangeboden, een verhaal dat sterker werd en zich nog meer ingroef toen het geaccepteerd werd.
Wij fossielendeskundigen hebben gezegd dat de geschiedenis van het leven deze interpretatie ondersteunt, terwijl we de hele tijd wisten dat dat niet het geval is.”
Eldredge, Niles “Time Frames: The Rethinking of Darwinian Evolution and the Theory of Punctuated Equilibria,” Simon & Schuster: New York NY, 1985, p. 44
“Het fossielenverslag weigert botweg om de verwachting van zeer geleidelijke veranderingen waar te maken.”
Eldredge, N. and Tattersall, I., The Myths of Human Evolution, 1982, p. 163
************************************
“Gezien het feit dat evolutie volgens Darwin in een constante staat van verandering was … volgt daaruit logischerwijs dat het fossielenverslag doorspekt zou moeten zijn met voorbeelden van veranderende vormen die leiden van de weinig ontwikkelden tot de veel ontwikkelden. … In plaats van het vullen van de gaten in het fossielenverslag met de zo genaamde “missing links” zagen de meeste fossielendeskundigen zich geconfronteerd met de situatie waarbij er alleen maar gaten zaten in fossielenverslag, zonder bewijs van veranderende tussenvormen tussen gedocumenteerde soorten fossielen.”
Schwartz, Jeffrey H., Sudden Origins, 1999, p. 89.
Schwartz, Jeffrey H is professor anthropologie aan de Universiteit van Pittsburgh en tevens evolutionist, schrijver van een boek over evolutie: “Sudden Origins”, a provocative new theory on how evolution works by sudden leaps and bounds:
http://www.post-gazette.com/books/reviews/19991212review395.asp
**********************************
“Van soorten waarvan eens gedacht werd dat ze in andere soorten geevolueerd waren is nu gebleken dat tijdsperioden waarin ze leefden gedeeltelijk overeenkwamen met hun veronderstelde nakomelingen. In feite is het zo dat het fossielenverslag geen enkele overtuigende overgang van één soort naar de andere laat zien.”
Stanley, S.M., The New Evolutionary Timetable: Fossils, Genes, and the Origin of Species, 1981, p. 95, sprekend over het Bighorn basin in Wyoming USA.
S.M. Stanley is evolutionist en professor aan de John Hopkins universiteit in Baltimore.
Hij heeft vele artikelen geschreven, ook samen met Niles Eldredge, de co-uitvinder van de punctuated equilibrium theorie.
Één van de artikelen van zijn hand is “Paleontology (fossielenkunde) and earth system history in the new millennium” hetgeen gepubliceerd is in “Geological Society of America”
Voor meer info over prof Stanley kijk hier:
http://www.jhu.edu/~eps/faculty/stanley/index.html#research
*****************************
“De opvattingen van Eldredge-Gould betreffende het “verstoorde evenwicht” worden algemeen geaccepteerd onder fossielendeskundigen. Het probeert een oplossing te vinden voor de volgende tegenstrijdigheid: In constant onderzochte afstammingslijnen vindt men zelden de geleidelijke veranderingen in de afstammingslijnen die voorspeld zijn door de darwinistische evolutietheorie; wat wel gebeurt is dat veranderingen plaatsvinden met het plotseling verschijnen van nieuwe, sterk verschillende soorten.
Eldredge and Gould stellen zulke verschijningen gelijk aan specialisatie, ondanks het feit dat de details van deze gebeurtenissen niet bewaard gebleven zijn. … Het verstoorde evenwicht model is algemeen geaccepteerd niet omdat het een overtuigende theoretische basis heeft, maar omdat het een probleem schijnt op te lossen. Afgezien van de overduidelijke onderzoeksproblemen die deel zijn van de observaties die die theorie gestimuleerd hebben, en afgezien van de cirkelredenering die wezenseigen is aan de theorie, (men zou kunnen beargumenteren dat specialisatie alleen kan plaatsvinden wanneer de veranderingen in de generaties snel gaan, en niet andersom) is de theorie meer een voor dit probleem in het leven geroepen verklaring dan een theorie, en is gebouwd op een wankel fundament.”
Ricklefs, Robert E., “Paleontologists Confronting Macroevolution,” Science, vol. 199, 1978, p. 59
Robert E Ricklefs is evolutionist en professor biologie aan de University van Missouri te St. Louis:
http://www.umsl.edu/~ricklefs
*********************************
“Fossielendeskundigen zijn traditioneel beroemd (of berucht) voor het reconstrueren van hele dieren uit de puinhopen des doods. De meeste tijd spieken ze. ….. Als er 1 moment is in de geschiedenis van het leven wat overeenkomt met de creatielegenden, dan is het deze plotselinge verscheidenheid van het leven in zee toen de veelcellige organismes de boventoon gingen voeren als de belangrijkste acteurs in ecologie en evolutie. Verbluffend (en in verlegenheid brengend) voor Darwin brengt dit feit ons nog steeds in verwarring, en het staat voor een grote biologische revolutie, gelijk aan de uitvinding van reproductie en de oorsprong van de eukaryotische cell.
De dierlijke afstammingslijnen kwamen uit de voor-cambriaanse nevelen te voorschijn met de meeste attributen van hun moderne nakomelingen.”
Bengtson, Stefan, “The Solution to a Jigsaw Puzzle,” Nature, vol. 345 (June 28, 1990), p. 765-766
Stefan Bengtson is evolutionist en hoofdcurator van het zweedse museum van natuurhistorie in Stockholm Zweden.
Voor meer informatie over S Bentson kijk hier: http://palaeo-electronica.org/staff/stefan.htm
*****************************
"Moderne veelcellige dieren maken hun eerste onbetwiste verschijning in het fossielenverslag een slordige 570 miljoen jaar geleden- en dat met een luide knal, niet met een langzaam opkomend lang uitgerekt tromgeroffel.
Deze “cambrische explosie van leven” markeert de komst (in elk geval met duidelijk bewijs) van vrijwel alle hoofdgroepen van moderne dieren, en dat alles in de minuscule tijdspan van, geologisch gesproken, een paar miljoen jaar.”
Gould, Stephen J., Wonderful Life: The Burgess Shale and the Nature of History, 1989, p. 23-24
Stephen J Gould was 1 van de meest bekende evolutionisten en bedenker van de “punctuated equilibrium” theorie, en professor geologie en zoologie aan de Harvard universiteit.
*******************************
“Het fossielenverslag verspringt, en al het bewijsmateriaal laat zien dat het verslag echt is: de onderbrekingen die we zien geven de werkelijke gebeurtenissen weer, en zijn geen product van een onvolledig fossielenverslag."
Eldredge, N. and Tattersall, I., The Myths of Human Evolution, 1982, p. 59
Niles Eldredge is een evolutionist en mede uitvinder van de punctuated equilibrium theorie.
*********************************
“Het fossielenverslag geeft geen doorlopend verslag van geleidelijke verandering van één dier of plant naar een ander van geheel andere vorm.”
Stanley, S.M., The New Evolutionary Timetable: Fossils, Genes and the Origin of Species, 1981, p. 40
S.M. Stanley is evolutionist en professor aan de John Hopkins universiteit in Baltimore.
Hij heeft vele artikelen geschreven, ook samen met Niles Eldredge, de co-uitvinder van de punctuated equilibrium theorie.
Één van de artikelen van zijn hand is “Paleontology (fossielenkunde) and earth system history in the new millennium” hetgeen gepubliceerd is in “Geological Society of America”
Voor meer info over prof Stanley kijk hier: http://en.wikipedia.org/wiki/Steven_M._Stanley
***********************
“De afwezigheid van fossiel bewijs voor tussenvormen tussen grote veranderingen in organisch ontwerp, ja zelfs ons onvermogen om zelfs maar in onze verbeelding zulke functionerende tussenvormen te ontwerpen, is een aanhoudend en irriterend probleem voor geleidelijke evolutie.”
Gould, Stephen J., “Is a New and General Theory of Evolution Emerging?,” 1982, p. 140
Stephen J Gould was 1 van de meest bekende evolutionisten en bedenker van de “punctuated equilibrium” theorie, en professor geologie en zoologie aan de Harvard universiteit.
*********************************
“Kloven tussen hoger ontwikkelde soorten zijn algemeen voorkomend en groot.”
Raff R.A, and Kaufman, T.C., Embryos, Genes, and Evolution: The Developmental-Genetic Basis of Evolutionary Change, 1991, p. 35
“Het ontbreken van voorouderlijke vormen of tussenschakels tussen fossiele soorten is geen bizarre eigenaardigheid van de vroege geschiedenis van de meercellige dieren. Ontbrekende schakels zijn algemeen voorkomend en toonaangevend in het fossielenverslag.”
Raff R.A, and Kaufman, T.C., Embryos, Genes, and Evolution: The Developmental-Genetic Basis of Evolutionary Change, 1991, p. 34
Rudolf A Raff is evolutionist en professor biologie aan de Indiana University in Bloomingdale, Indiana, USA, en tevens Director—Institute for Molecular and Cellular Biology, Distinguished Professor, Adjunct Professor of History and Philosophy of Science.
Meer info over prof Raff kan hier gevonden worden: http://newsinfo.iu.edu/sb/page/normal/608.html
********************************
“Het fossielenverslag weigert botweg om de verwachting van zeer geleidelijke verandering te ondersteunen.”
Eldredge, N. and Tattersall, I., The Myths of Human Evolution, 1982, p. 163
Niles Eldredge is een evolutionist en mede uitvinder van de punctuated equilibrium theorie.
*********************************
“Het fossielenverslag zoals wij dat kennen is niet in overeenstemming met geleidelijke verandering, en is dat ook nooit geweest. Wat opmerkelijk is, is dat door een verscheidenheid van historische omstandigheden, zelfs de geschiedenis van tegenstand versluierd is …. De meerderheid van de paleontologen (fossielendeskundigen) waren van mening dat hun bewijsmateriaal simpelweg tegenstrijdig was met Darwin's nadruk op zeer kleine, langzame, en opeenvolgende veranderingen die leidden tot verandering in soorten …. hun verhaal is onderdrukt.”
Stanley, S.M., The New Evolutionary Timetable, 1981, p. 71
S.M. Stanley is evolutionist en professor aan de John Hopkins universiteit in Baltimore.
Hij heeft vele artikelen geschreven, ook samen met Niles Eldredge, de co-uitvinder van de punctuated equilibrium theorie.
Één van de artikelen van zijn hand is “Paleontology (fossielenkunde) and earth system history in the new millennium” hetgeen gepubliceerd is in “Geological Society of America”
Voor meer info over prof Stanley kijk hier: http://www.jhu.edu/~eps/faculty/stanley/index.html#research
*****************************
“Zoals elke fossielendeskunidge weet, blijft het ondanks deze voorbeelden toch een feit dat de meeste nieuwe soorten, geslachtslijnen, families, en vrijwel alle nieuwe categorieen boven het nivo van families, plotseling verschijnen in het fossielenverslag, en er is niets wat daar naar toe leidt via geleidelijke, geheel doorlopende, veranderende opvolging.”
Simpson, George Gaylord, The Major Features of Evolution, 1953, p. 360
Simpson George Gaylord is evolutionist en professor paleontologie (fossielenkunde) in Columbia en Harvard.
****************************
“Fossielendeskundigen waren zich lang bewust van een ogenschijnlijke tegenstelling tussen Darwin's hypothese van geleidelijke verandering …. en de feitelijke vondsten van de fossielendeskundigen.
Wanneer de evolutionistische lijnen gevolgd worden door de tijd dan laten ze slechts minimale geleidelijke veranderingen zien en geen duidelijk bewijs voor enige verandering van een soort in een andere soort of voor de geleidelijke oorsprong van een evolutionaire vernieuwing. Alles wat werkelijk nieuw is schijnt altijd zeer plotseling te verschijnen in het fossielenverslag.”
Mayer, E., Our Long Argument: Charles Darwin and the Genesis of Modern Evolutionary Thought, 1991, p. 138
Ernst Mayer was 1 van de toonaangevende evolutionistische biologen van de 20e eeuw, zie hier: http://www.wordiq.com/definition/Ernst_Mayr
*******************************
"Het fossielenverslag laat zeker geen geleidelijke veranderingen in de structuur zien in de loop der tijd. In tegendeel, het laat zien dat soorten over het algemeen hetzelfde blijven gedurende de geschiedenis en dat ze plotseling vervangen werden door andere vormen. Nieuwe soorten of families schijnen volledig gevormd te verschijnen, met geen enkel teken van evolutionaire geschiedenis waarmee ze van andere soorten hadden kunnen afstammen.”
Bowler, Evolution: The History of an Idea, 1984, p. 187
Peter J Bowler is evolutionist en geleerde op het gebied van Darwin en evolutie, en een veel producerende schrijver, en professor in de geschiedenis en filosofie van wetenschap aan de Queens universiteit van Belfast.
http://www.americanscientist.org/template/AuthorDetail/authorid/296
*******************************
“De feiten uit het fossielenverslag zijn in overeenstemming met het feit dat al de nu bekende soorten reeds 525 miljoen jaar geleden geevolueerd waren. Ondanks een half miljard jaar van evolutionaire onderzoekingen zijn er geen nieuwe ontwerpen in hoofdgroepen ontstaan sinds toen.”
“Developmental Evolution of Metazoan Body plans: The Fossil Evidence,” Valentine, Erwin, and Jablonski, Developmental Biology 173, Article No. 0033, 1996, p. 376
*********************************
“Chicago Field Museum, Prof. of Geology, Univ. of Chicago, ”Een groot aantal hoog opgeleide wetenschappers die niet van het vakgebied fossielenkunde en evolutionaire biologie zijn hebben ongelukkigerwijs de indruk opgedaan dat het fossielenverslag veel meer darwinistisch is dan het in werkelijkheid is.
Dit komt waarschijnlijk door de over-vereenvoudiging die onvermijdelijk is in bronnen die niet uit de eerste hand zijn: slechte kwaliteit leerboeken, populaire artikelen, enz.
Wat waarschijnlijk ook meespeelt is: “de wens is de vader van de gedachte”
In de jaren na Darwin hoopte zijn aanhangers voorspelbare vooruitgang te vinden. Dit is over het algemeen niet gebeurd maar het optimisme laat zich niet makkelijk uitroeien, ***en pure fantasy is in leerboeken terecht gekomen***.
Een van de ironische dingen van het creationisme-evolutionisme debat is dat de creationisten de foutieve opvatting geaccepteerd hebben dat het fossielenverslag een gedetailleerde en orderlijke vooruitgang laat zien en dat ze zeer veel moeite gedaan hebben om dit “feit” te integreren in hun zondvloed."
Raup, David, “Geology” New Scientist, Vol. 90, p.832,1981
David Raub is een evolutionist, en professor emeritus (voormalig Sewell L. Avery Distinguished Service Professor) in Geophysical Sciences en voormalig curator Geology aan het Field Museum van Natural History aan de University van Chicago. zie hier: http://www.palaeos.com/Evolution/People1.html
*******************************
“Een groot probleem in het bewijzen van de de theorie (van evolutie) is het fossielenverslag, de afdrukken van verdwenen soorten in de geologische lagen van de aarde. Dit verslag heeft nooit sporen van Darwin's hypothetische tussenvormen, in plaats daarvan verschijnen en verdwijnen soorten plotseling, en deze tegenstrijdigheid is een aanjager geweest voor het creationistische argument dat elke soort door God geschapen is.”
Czarnecki, Mark, “The Revival of the Creationist Crusade”, MacLean's, January 19, 1981, p. 56
Czarnecki Mark is een evolutionist en fossielendeskundige.
********************************
“En we vinden velen van hen reeds in een verregaande staat van evolutie, de allereerste keer dat ze verschijnen. Het is alsof ze daar geplant zijn, zonder enige evolutionaire voorgeschiedenis.
Het is onnodig te zeggen dat deze verschijning van plotselinge planting de creationisten zeer verheugd heeft.”
Richard Dawkins, The Blind Watchmaker London: W.W. Norton & Company, 1987, p. 229.
Richard Dawkins is een zeer bekende evolutionist en schrijver, en professor zoologie aan de Oxford universiteit.
*******************************
“Alle paleontologen (fossielendeskundigen) weten dat het fossielenverslag zeer weinig zogenaamde ‘tussenvormen’ bevat, overgangen tussen de soorten zijn kenmerkend plotseling.
Mensen die de opvatting van langzame geleidelijke evolutie aanhangen redden zich hier uit door te zeggen dat het fossielenverslag enorme gebreken vertoont.”
Gould, Stephen J. The Panda's Thumb, 1980, p.189
Stephen J Gould is 1 van de meest bekende evolutionisten en bedenker van de “punctuated equilibrium” theorie, en professor geologie en zoologie aan de Harvard universiteit.
*****************************
“In plaats van het vinden van een geleidelijke ontwikkeling van het leven, wat geologen in Darwin's tijd en de huidige geologen vinden is een enorm ongelijk, of verspringend, fossielenverslag. Dat wil zeggen; de soorten verschijnen zeer plotseling, vertonen geen of zeer weinig verandering gedurende hun bestaan in het fossielenverslag, en verdwijnen dan zeer plotseling uit het verslag, en het is niet altijd duidelijk, feitelijk is het zelden duidelijk, dat de nakomelingen beter aangepast waren dan hun voorouders. Met andere woorden: Biologische verbetering is moeilijk te vinden."
Raup, David M., “Conflicts Between Darwin and Paleontology,” Bulletin, Field Museum of Natural History, vol. 50, 1979, p. 23
David Raub is een evolutionist, en professor emeritus (voormalig Sewell L. Avery Distinguished Service Professor) in Geophysical Sciences en voormalig curator Geology aan het Field Museum van Natural History aan de University van Chicago. zie hier: http://www.palaeos.com/Evolution/People1.html
************************
“But just in proportion as this process of extermination has acted on an enormous scale, so must the number of intermediate varieties, which have formerly existed on the earth, be truly enormous. Why then is not every geological formation and every stratum full of such intermediate links? Geology assuredly does not reveal any such finely-graduated organic chain; and this, perhaps, is the most obvious and serious objection which can be urged against my theory. The explanation lies, as I believe, in the extreme imperfection of the geological record.”
Charles Darwin, Origin of Species