Doorzoek het forum
Zoeken met Startpagina
Startpagina Thema's
rudi bijbelstudie
hel en verdoemenis preken is geen toorn?
Dit forum staat op alleen-lezen. Je kan hier informatie zoeken en oude berichten terugvinden, maar geen nieuwe berichten plaatsen.
Meer informatie op bijbel.startpagina.nl
Frans Schreef:
——————————————————-
> thomas Schreef:
> ————————————————–
> —–
> > Met het laatste ben ik het eens; door ervaren en
> het ontstane vertrouwen waardoor de andere wereld
> zich meer en meer gaat tonen.
> >
> > Echter, het weer willen afnemen zal tot het
> allerlaatste moment de pogingen zijn van juist
> datgene wat zich zal moeten (laten) verliezen door
> de werken van het geloof (het natuurlijke); en is
> zolang dat aanwezig is, de reactie op ''die
> andere
> > wereld die binnentreedt..en als ‘'vijandig’'-
> tegennatuurlijk- wordt beschouwd''
>
> Dat is precies waarom wij (christenen) minder
> moeten worden en Hij meer. We vechten niet tegen
> vlees en bloed.
Zo is het; het is het vlees en bloed, dat zich verzet.
Overgave is de enige remedie.
Er is geen groteren vijand dan die waar je niet in geloofd.
Dat dachten de joden,Israelieten,ook zij riepen Jehovah heeft het land verlaten Hij ziet het niet.
Maar toen! Ezechiël 9:4-10;… En Jehovah zei vervolgens tot hem: „Trek midden door de stad, midden door Jeru̱zalem, en gij moet een kenteken zetten op het voorhoofd van de mannen die zuchten en kermen over al de verfoeilijkheden die in haar midden gedaan worden.” 5 En tot deze zei hij ten aanhoren van mij: „Trekt achter hem aan de stad door en slaat neer.
Laat UW oog geen leed gevoelen en voelt helemaal geen mededogen. 6 Grijsaard, jongeling en maagd en klein kind en vrouwen dient GIJ te doden — ten verderve. Maar nadert geen enkele man op wie het kenteken is, en bij mijn heiligdom dient GIJ te beginnen.” Dus begonnen zij bij de oude mannen die vóór het huis waren. 7 En hij zei verder tot hen: „Verontreinigt het huis en vult de voorhoven met de verslagenen. Gaat uit!” En zij gingen uit en sloegen neer in de stad.
8 Nu geschiedde het dat terwijl zij neersloegen en ik overbleef, ik voorts op mijn aangezicht viel en het uitschreeuwde en zei: „Ach, o Soevereine Heer Jehovah! Stort gij alle overgeblevenen van I̱sraël in het verderf terwijl gij uw woede over Jeru̱zalem uitstort?” 9 Hij dan zei tot mij: „De dwaling van het huis van I̱sraël en Ju̱da is zeer, zeer groot en het land is met bloedvergieten vervuld en de stad is vol verkeerdheid; want zij hebben gezegd: ’Jehovah heeft het land verlaten, en Jehovah ziet niet.’ 10 En ook wat mij betreft, mijn oog zal geen leed gevoelen, noch zal ik mededogen tonen. Hun gedrag zal ik stellig op hun eigen hoofd doen neerkomen.”
Vergeet één ding niet Gal 6:7; Hij laat niet met zich spotten.
Johanan.
> 6 Grijsaard, jongeling en maagd
> en klein kind en vrouwen dient GIJ te doden ten verderve.
Weer typisch zo'n slachtpartij waaruit de onrechtvaardigheid en wreedheid van de Here blijkt.
Hij wil dat zelfs kleine kinderen worden gedood en in het verderf gestort.
Wat kunnen die kleine kinderen de Here hebben misdaan?
Aan Theo schreef ik hierboven dat hij een wolf in schaapskleren verpakt.
Welnu, het is hier alsof Roodkapje door de grote boze wolf wordt opgegeten.
Dank voor het melden van deze bijbelpassage die het wrede karakter van de Here onderschrijft. Deze kende ik nog niet.
De vrede van God?
Ja hoor, over andermans rug, bedoel je.
Deuteronomium 6:10-11 Als het dan zal geschied zijn, dat de HEERE, uw God, u zal hebben ingebracht in dat land, dat Hij uw vaderen, Abraham, Izak en Jakob, gezworen heeft, u te zullen geven; grote en goede steden, die gij niet gebouwd hebt, En huizen, vol van alle goeds, die gij niet gevuld hebt, en uitgehouwen bornputten, die gij niet uitgehouwen hebt, wijngaarden en olijfgaarden, die gij niet geplant hebt, en gij gegeten hebt en verzadigd zijt;
Dan moeten ze natuurlijk wel even op een vredige manier een aantal volkeren die er woonden een koppie kleiner maken:
Den Keniet, en den Keniziet, en den Kadmoniet, En den Hethiet, en den Fereziet, en de Refaieten, En den Amoriet, en den Kanaäniet, en den Girgaziet, en den Jebusiet.
