Marith Schreef:
——————————————————-
> samuel Schreef:
> ————————————————–
> —–
> > Marith Schreef:
> >
> ————————————————–
>
> > —–
> > > > > de Samaritaan had toen of dat moment geen
> > > > geloof
> > > > > in Jezus, hij kende hem niet want hij was
> > een
> > > > > Samaritaan, wel bezat hij iets
> > fundamenteels,
> > > > hij
> > > > > was een uit God geborene
> > > .
> > > >
> > > > De Samaritaan is fictief, het is een
> > gelijkenis.
> > >
> > > >
> > > > Niet er iets van maken wat het niet is.
> > >
> > > hmm zo fictief is de Samaritaan niet, in de
> > ogen
> > > van de Joden is hij afkomstig uit den boze.
> > > De Samaritanen waren een etnische
> gemeenschap
> > in
> > > die tijd.
> >
> > Nogmaals Jezus vertelde een verhaal waar hij
> een
> > fictief figuur bij gebruikte een Samaritaan,
> jij
> > geeft allemaal eigenschappen aan deze fictieve
> > figuur.
>
> Hij gebruikt dit niet zomaar, de Samaritaan was
> een vijand van de Joden.
> Hij kon het evengoed over een joodse broeder gehad
> hebben anders.
Nog een keer de Samaritaan uit het verhaal van Jezus is fictief, je vult dingen aan die er niet zijn.
>
> > > Lees maar:
> >
> > Ik weet wat in de Bijbel staat!
> >
> > >
> > > 42 Jezus dan zeide tot hen: Indien God uw
> Vader
> > > ware, zo zoudt gij Mij liefhebben; want Ik
> ben
> > van
> > > God uitgegaan; en kom van Hem. Want Ik ben
> ook
> > van
> > > Mijzelven niet gekomen, maar Hij heeft Mij
> > > gezonden.
> > > 43 Waarom kent gij Mijn spraak niet? Het is,
> > omdat
> > > gij Mijn woord niet kunt horen.
> > > 44 Gij zijt uit den vader den duivel, en wilt
> > de
> > > begeerten uws vaders doen; die was een
> > > mensenmoorder van den beginne, en is in de
> > > waarheid niet staande gebleven; want geen
> > waarheid
> > > is in hem. Wanneer hij de leugen spreekt, zo
> > > spreekt hij uit zijn eigen; want hij is een
> > > leugenaar, en de vader derzelve leugen.
> > > 45 Maar Mij, omdat Ik u de waarheid zeg,
> > gelooft
> > > gij niet.
> > > 46 Wie van u overtuigt Mij van zonde? En
> indien
> > Ik
> > > de waarheid zeg, waarom gelooft gij Mij niet?
> > > 47 Die uit God is, hoort de woorden Gods;
> > daarom
> > > hoort gijlieden niet, omdat gij uit God niet
> > > zijt.
> > >
> > > 48 De Joden dan antwoordden en zeiden tot
> Hem:
> > > Zeggen wij niet wel, dat Gij een Samaritaan
> > zijt,
> > > en den duivel hebt?
> > > 49 Jezus antwoordde: Ik heb den duivel niet;
> > maar
> > > Ik eer Mijn Vader, en gij onteert Mij.
> > > 50 Doch Ik zoek Mijn eer niet; er is Een, Die
> > ze
> > > zoekt en oordeelt. (Johannes,8)
> >
> > Het verhaal wat Jezus verteld gaat over een
> > fictieve Samaritaan, het gaat over wie je
> naaste
> > is.
>
> Klopt, vooral je vijand dus
Nee niet je vijand, maar je naaste!
Je haalt twee verschillende dingen door elkaar, Jezus zegt heb uw vijand lief, dus haat hem niet, en bid voor hem, Paulus haalt de verdieping uit deze woorden in Romeinen 12: 18 Houdt zo mogelijk, voor zover het van u afhangt, vrede met alle mensen. 19 Wreekt uzelf niet, geliefden, maar laat plaats voor de toorn, want er staat geschreven: Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden, spreekt de Here. 20 Maar, indien uw vijand honger heeft, geef hem te eten; indien hij dorst heeft, geef hem te drinken, want zo zult gij vurige kolen op zijn hoofd hopen. 21 Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede.
> > >
> > > > Daar had ik als gesteld, de vraag is of je
> > dat
> > > ook
> > > > doet?
> > >
> > > Introspectief wil zeggen durven jezelf in
> vraag
> > > stellen, durven kijken naar je eigen fouten
> en
> > > gebreken die in strijd zijn met de Liefde van
> > > Christus. Het antwoord moet ik aan jou niet
> > geven
> > > maar ik heb verantwoording af te leggen aan
> God
> > of
> > > mijn woorden in strijd zijn met mijn daden
> >
> > Je spreekt dat een ander aan zelfbeschouwing
> moet
> > doen, maar als je daar zelf op wordt
> aangesproken
> > hoe het bij zit of je zelf voldoet aan wat jij
> > klaarblijkelijk de ander wil opleggen via een
> > tekst uit de Bijbel, dan kan je geen antwoord
> > geven, want dan wil je je verantwoording niet
> > nemen wat je een ander wil opleggen.
> > Ik zei al pas op!
>
> Even goed lezen:ik heb geschreven ‘eenieder’ en
> hiermee bedoel ik dus ook mezelf.
Maar het
> antwoord moet ik aan jou niet geven wel heb ik
> verantwoording af te leggen aan God.
> En ik leg niemand iets op hoor, je hoeft dit voor
> mij niet te doen,maar een gulden regel is deze
> wel: peil niet naar het hart van de ander
> vooraleer je je eigen hart door en door kent.
Dat schreef ik toch, dat je iets van de ander verwacht of op wil leggen wat je zelf niet kan beamen, je eigen gulden regel zeg maar.
>
>
> > > Marith