LeSage Schreef:
——————————————————-
> Wordt Jezus daarin genoemd?
Hij is aan het woord daarin.
Hieronder een fragment eruit dat aansluit bij vorige topics over de Wet.
En allen die rondom hem stonden luisterden in verwondering naar zijn woorden want er lag kracht in zijn woord en hij onderwees geheel anders dan de priesters en de Schriftgeleerden.
En hoewel de zon nu reeds onder was gegaan keerden zij nog niet naar huis terug. Zij zaten om Jezus heen en vroegen Hem: “Meester, wat zijn die wetten van het leven? Blijf nog een wijle langer bij ons en onderricht ons. Wij zouden gaarne willen luisteren naar uw leer opdat wij zullen genezen en ook rechtschapen worden.”
En Jezus zette zich neder in hun midden en zeide: “Voorwaar, ik zeg u: niemand kan gelukzalig zijn, tenzij hij de Wet ten uitvoer brengt.”
En de anderen antwoordden: “Wij volgen allen de wetten van Mozes, onze wetgever, juist gelijk zij geschreven staan in de heilige geschriften.”
En Jezus antwoordde: “Zoek niet de wet in uw geschriften, want de wet is het leven terwijl de schrift dood is. Waarlijk, ik zeg u: Mozes ontving niet zijn wetten van God in geschrift, maar door het levende woord. De wet is het levende woord van de levende God aan levende profeten
ten behoeve van levende mensen. In al wat leeft staat de wet geschreven. Gij kunt hem vinden in het gras, in de boom, in de rivier, in de berg, in de vogelen des hemels en in de vissen der zee;maar zoekt hem vooral ook in uzelf!
Want voorwaar, ik zeg u: al wat leeft staat dichter bij God dan de schrift, die levenloos is! God heeft het leven en al wat leeft zo geschapen dat zij de wetten van de ware God door het eeuwig levende woord aan de mens zouden onderwijzen. God schreef niet de wetten op de bladzijden van boeken, maar in uw hart en in uw geest. Zij zijn in uw adem, in uw bloed, in uw beenderen; in uw vlees, in uw ingewanden, uw ogen, uw oren en zelfs tot in het kleinste deeltje van uw lichaam. Zij zijn aanwezig in de lucht, in het water, in de aarde, in de planten, in de zonnestralen, in de diepten en in de hoogten. Zij spreken alle tot u opdat gij de taal en de wil van de levende God moge verstaan. Maar gij sluit uw ogen om niet te zien en gij sluit uw oren om niet te hoeven horen! Waarlijk, ik zeg u dat de schrift het werk van mensen is; maar het leven en al zijn dragers zijn het werk van onze God. Waarom luistert gij niet naar de woorden van God, die geschreven staan in Zijn werken? En waarom bestudeert gij nog de dode geschriften die het werk zijn van mensenhanden?”
“Hoe kunnen wij de wetten van God ergens anders lezen dan in de geschriften? Waar staan zij geschreven? Leest U ze ons daaruit voor waar U ze zien kunt, want wij kennen slechts de geschriften die wij van onze voorvaderen geërfd hebben. Zeg ons de wetten waarvan U spreekt,
opdat wij ze mogen horen en daardoor genezen zullen en rechtschapen zullen worden.”
Jezus sprak: “Gij begrijpt de woorden des levens niet, omdat gij in de dood verblijft. Duisternis verduistert uw ogen en uw oren zitten verstopt met doofheid.
Want ik zeg u: gij vindt er geenszins baat bij dat u zich verdiept in dode geschriften zolang gij door uw daden Hem die u die geschriften heeft gegeven verloochent. Voorwaar, ik zeg u: God en zijn wetten zijn niet in hetgeen gij doet! Zij zijn niet in vraatzucht en gepimpel, noch in een
losbandig leven; noch in wellust, noch in het najagen van rijkdom en al evenmin in de haat voor uw vijanden. Want al deze dingen zijn verre van de ware God en van diens engelen. Maar al die dingen komen van het koninkrijk der duisternis en de meester van alle kwaad! En al die dingen draagt gij in u; en zo krijgen het woord en de kracht van God bij u geen toegang omdat in uw lichaam en uw geest allerlei kwaad en gruwelen gehuisvest zijn. Indien gij wilt dat het woord en de kracht van de levende God tot u doordringen: bezoedelt dan uw lichaam en geest niet want het lichaam is de tempel van de geest en de geest is de tempel van God. Reinigt daarom de tempel, opdat de Here van de tempel daarin moge verblijven en een plaats kan innemen die Hem waardig is!
Uit het Vredesevangelie van de Essenen.