Welkom op het forum van startpagina!

Dit forum staat op alleen-lezen. Je kan hier informatie zoeken en oude berichten terugvinden, maar geen nieuwe berichten plaatsen.

Meer informatie op bijbel.startpagina.nl

Jesaja 45:7

  • Douce.

    Nou ja, ik blijf beweren dat een vrije wil niet in de Bijbel voorkomt, ik lees het nergens.

    Verder weet ik ook wel dat wat jij beweert juist is. Echter, de Bijbel aanpassen aan wat we willen, is iets anders dan wat we eigenlijk willen, of, en dat is wellicht belangrijker, wat God wil.

    Douce

  • Eliyahu

    Tjoppy Schreef:

    ——————————————————-

    > Die God uit het OT is niet echt een lovable guy.

    > Jaloers, boos enz..

    >

    > Jezus? Da's een ander verhaal. Die is toppie!

    Bs'd

    Het probleem met JC is dat hij een afgod is.

    De God van het OT, is de enig ware God:

    Wie is de God van Israel? De God van Abraham, Izaak, en Jacob?

    Het christendom is hierover in grote verwarring. Een verwarring die mede veroorzaakt wordt door slechte bijbelvertalingen. In vrijwel alle vertalingen wordt de vierletterige naam van God, die bijna 7000 keer voorkomt in de hebreeuwse bijbel, (het OT) niet vermeld, maar vervangen door: de HERE.

    Maar hier zijn de bijbelteksten die aangeven wie er nou eigenlijk de God van Israel is, waarbij de letters van de Godsnaam weergegeven zijn, gelijk in de hebreeuwse grondtekst.

    Exodus 29:46 “En zij zullen weten, dat Ik, J-H-W-H, hun God ben, die hen uit het land Egypte geleid heb, opdat Ik in hun midden wone; Ik ben J-H-W-H hun God.”

    Numeri 15:41 “Ik ben J-H-W-H uw God, die u uit het land Egypte heb uitgeleid om u tot een God te zijn; Ik ben J-H-W-H uw God.”

    Deuteronimium 10:20-21 “J-H-W-H uw God, zult gij vrezen, Hem zult gij dienen, Hem aanhangen en bij zijn naam zweren. Hij is uw lof en Hij is uw God”

    Jozua 24:18 “Ook wij zullen J-H-W-H dienen, want Hij is onze God.”

    II Samuel 22:32 “Want wie is God behalve J-H-W-H, wie is een rots buiten onze God?”

    I Kronieken 16:14 “Hij, J-H-W-H, is onze God”

    II Kronieken 13:10 “Wij daarentegen: J-H-W-H is onze God”

    Psalm 31:15 “Maar ik vertrouw op U, J-H-W-H, ik zeg: Gij zijt mijn God.”

    Psalm 89:7 “want wie in de hemel kan J-H-W-H evenaren, wie onder de goden is J-H-W-H gelijk?”

    Psalm 91:2 “Ik zeg tot J-H-W-H: Mijn toevlucht en mijn vesting, mijn God, op wie ik vertrouw.”

    Psalm 100:3 “3 Erkent, dat J-H-W-H God is; Hij heeft ons gemaakt, en Hem behoren wij toe.”

    Psalm 105:7 “Hij, J-H-W-H, is onze God, zijn oordelen gaan over de ganse aarde;”

    Psalm 118:27 “J-H-W-H is God, Hij heeft het voor ons doen lichten.”

    Psalm 140:7 “Ik zeg tot J-H-W-H: Gij zijt mijn God”

    Jesaja 25:1 “O; J-H-W-H, Gij zijt mijn God.”

    Jesaja 41:13 “Want Ik, J-H-W-H uw God, grijp uw rechterhand vast;”

    Jesaja 43:3 “Want Ik, J-H-W-H, ben uw God, de Heilige Israëls, uw Verlosser;”

    Jesaja 51:15 “Want Ik ben J-H-W-H uw God, die de zee opzweep, zodat haar golven bruisen, wiens naam is J-H-W-H der heerscharen”

    Jeremiah 3:22-23 “Zie, hier zijn wij, wij komen tot U, want Gij zijt J-H-W-H onze God”

    Jeremiah 10:10 “10 Doch J-H-W-H is de waarachtige God, Hij is de levende God en een eeuwig Koning;”

    Jeremiah 31:18 “want Gij, J-H-W-H, zijt mijn God.”

    Habakuk 1:12 “Zijt Gij niet vanouds, J-H-W-H, mijn God, mijn Heilige?”

    En is er behalve deze God J-H-W-H nou nog een andere God?

    Deuteronomium 4:35 “Gij hebt het te zien gekregen, opdat gij zoudt weten, dat J-H-W-H God is, er is geen ander behalve Hij.”

    Deuteronomium 4:39 “Weet daarom heden en neem het ter harte, dat J-H-W-H God is in de hemel daar boven en op de aarde hier beneden, er is geen ander.”

    II Samuel 7:22 “Daarom zijt Gij groot, here J-H-W-H, want niemand is U gelijk en geen God is er behalve Gij naar al wat wij met onze oren gehoord hebben.”

    I Koningen 8:59-60 “Opdat alle volken der aarde mogen weten dat J-H-W-H God is en niemand meer

    I Kronieken 17:20 “J-H-W-H, niemand is U gelijk, en geen God is er behalve Gij naar al wat wij met onze oren gehoord hebben.”

    II Kronieken 6:14 “en zeide: J-H-W-H, God van Israël, er is in de hemel en op de aarde geen God als Gij

    Nehemia 9:6 “Gij toch zijt alleenJ-H-W-H. Gij hebt de hemel, de hemel der hemelen en al zijn heer gemaakt, de aarde en al wat daarop is, de zeeën en al wat daarin is; ja, Gij geeft hun allen het leven, en het heer des hemels buigt zich voor U neder. Gij toch zijt J-H-W-H de God, die Abram verkoren, hem uit Ur der Chaldeeën geleid en hem de naam Abraham gegeven hebt.”

    Jesaja 43:10 “Voor Mij is er geen God geformeerd, en na mij zal er geen zijn.”

    Jesaja 44:6 “Zo zegt J-H-W-H, de koning en verlosser van Israel, J-H-W-H der heerscharen: Ik ben de eerste en de laatste, en buiten mij is er geen God.”

    Jesaja 45:5-6 “5 Ik ben J-H-W-H en er is geen ander; buiten Mij is er geen God. Ik gordde u, hoewel gij Mij niet kendet, 6 opdat men het wete waar de zon opgaat en waar zij ondergaat, dat er buiten Mij niemand is; Ik ben J-H-W-H en er is geen ander

    Jesaja 45:21-23 “Wie heeft dit vanouds doen horen, het van overlang verkondigd? Ben Ik het niet, J-H-W-H? En er is geen God behalve Ik, een rechtvaardige, verlossende God is er buiten Mij niet.

    Joel 2:27 “Dan zult gij weten, dat Ik in het midden van Israël ben, en dat Ik, J-H-W-H uw God ben, en niemand anders;”

    Exodus 20:1-3 “Toen sprak God al deze woorden: Ik ben J-H-W-H uw God die u uit het land Egypte, uit het diensthuis geleid heb;

    GIJ ZULT GEEN ANDERE GODEN VOOR MIJN AANGEZICHT HEBBEN.”

  • theo

    God geeft satan de kans, de mogelijkheid om Job ten diepste toe te treffen waar hij kan.

    Van wie komt het kwaad, van God of van satan?

  • Johanan

    Douce;..Lees Deuterenomium 28 eens mooi gedeelte over de vrije wil.

    Johanan.

  • Frederik D

    Maar neem het zekere voor het onzekere en bekeer je tot het algeloof:

    http://www.geocities.ws/katinkawebbel/algeloof.html

    Ik citeer:

    —————————

    Geloof alles wat los en vast zit

    We weten niet wat het ware geloof is. Wat nu? Wat moeten we doen? Hoe kunnen we ons hieruit redden? Nou, heel eenvoudig. Zelfs vreselijk simpel. Omdat we niet weten wat het ware geloof is, moeten we elk geloof aanhangen. Als je alle geloofjes aanhangt, dan hang je vanzelf ook het ware geloof aan. Kan niet missen. Wees christen met de christenen, wees paap met de papen en Oud-Gereformeerd met de antipaapse Oud-Gereformeerden. Wees islamiet met de mohammedanen. Wees jood met de rabbijnen. Doe met de hindoes de langdurige zinloze rituelen. Offer aan Boeddha, Manitou en Takki-Takki. Aanbid je voorouders en vereer ze met genereuze offers. Doe aan homeopathie, reiki en telekinetisch zweven.

    Als je ieder geloof gelooft, dan geloof je dus ook het ware geloof. Want tussen alle geloofjes zit dus ook ergens het ware geloof. Is dat niet mooi? Natuurlijk, uh bovennatuurlijk, is dat heel, heel mooi. Je kunt het ware geloof niet ontgaan als je alles gelooft. Uitsluitend en alleen de algelovigen weten zeker dat zij het ware geloof hebben.

    ———————————-

  • Eliyahu

    theo Schreef:

    ——————————————————-

    > God geeft satan de kans, de mogelijkheid om Job

    > ten diepste toe te treffen waar hij kan.

    >

    > Van wie komt het kwaad, van God of van satan?

    Bs'd

    ALLES komt van God. Mooie zonsondergangen, geluk, liefde, voorspoed, plezier, het is alles van God.

    Maar ook pijn, kankercellen, AIDS, oorlog, ook dat is van God.

    ALLES is van God. Zoals Fred zo treffend opmerkt, zoals Jesaja ons meedeelt.

    Onthoud het volgende: Wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe.

    Aldus staat het geschreven in de dertien principes van het joods geloof: “11. I believe with perfect faith that G-d rewards those who keep His commandments, and punishes those who transgress them.”

  • Eliyahu

    Johanan Schreef:

    ——————————————————-

    > Douce;..Lees Deuterenomium 28 eens mooi gedeelte

    > over de vrije wil.

    Bs'd

    Wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe.

    In dit verband is het beter om voor Deut 28 eerst Lev 26 te lezen.

  • Frederik D

    Je bent tenminste consistent in je theologie. Dat is al heel wat.

  • Eliyahu

    Frederik D Schreef:

    ——————————————————-

    > Maar neem het zekere voor het onzekere en bekeer

    > je tot het algeloof:

    >

    > http://www.geocities.ws/katinkawebbel/algeloof.htm

    > l

    >

    > Ik citeer:

    >

    > —————————

    >

    > Geloof alles wat los en vast zit

    >

    > We weten niet wat het ware geloof is. Wat nu? Wat

    > moeten we doen? Hoe kunnen we ons hieruit redden?

    > Nou, heel eenvoudig. Zelfs vreselijk simpel. Omdat

    > we niet weten wat het ware geloof is, moeten we

    > elk geloof aanhangen. Als je alle geloofjes

    > aanhangt, dan hang je vanzelf ook het ware geloof

    > aan. Kan niet missen. Wees christen met de

    > christenen, wees paap met de papen en

    > Oud-Gereformeerd met de antipaapse

    > Oud-Gereformeerden. Wees islamiet met de

    > mohammedanen. Wees jood met de rabbijnen. Doe met

    > de hindoes de langdurige zinloze rituelen. Offer

    > aan Boeddha, Manitou en Takki-Takki. Aanbid je

    > voorouders en vereer ze met genereuze offers. Doe

    > aan homeopathie, reiki en telekinetisch zweven.

    > Als je ieder geloof gelooft, dan geloof je dus ook

    > het ware geloof. Want tussen alle geloofjes zit

    > dus ook ergens het ware geloof. Is dat niet mooi?

    > Natuurlijk, uh bovennatuurlijk, is dat heel, heel

    > mooi. Je kunt het ware geloof niet ontgaan als je

    > alles gelooft. Uitsluitend en alleen de

    > algelovigen weten zeker dat zij het ware geloof

    > hebben.

    >

    > ———————————-

    Bs'd

    De enig ware God is niet een “geloof” God, maar een “doe” God.

    Het gaat er niet om, net als bij het christendom, om maar te “geloven”, en dan kom je er wel, bij het jodendom gaat het er om om te DOEN. Namelijk de wet van God.

    En hoe weten we dat de joodse God J-H-W-H de ware God is?

    Hier zijn wat indicaties:

    Ik geloof dat de hebreeuwse heilige geschriften door God geinspireerd zijn, maar met een aflopende graad van inspiratie.

    De hoogste graad van inspiratie heeft de torah, de 5 boeken van Mozes. Daarna komen de profetische boeken, met een lagere graad van inspiratie dan de torah, en dan komen de geschriften, dat zijn de niet profetische boeken zoals bijvoorbeeld Esther, Spreuken, Job, Kronieken, en ze beginnen met de Psalmen, en zij hebben de laagst graad van inspiratie.

    Door middel van simpele logica zien we dat de toevoeging aan de Tenach, het NT, de toets der kritiek niet kan doorstaan en daarom naar de afvalbak verwezen moet worden.

    De koran, gebaseerd ook weer op het NT, stort in elkaar tezamen met het NT waar het gedeeltelijk op gebaseerd is.

    Maar waarom zouden wij die Tenach (even tussendoor: Tenach is een samenvatting van de beginletters van de drie delen van de joodse bijbel: Torah, Nevie’iem en Chetoeviem ) dan wel serieus nemen?

    Misschien omdat de halve wereld gelooft dat de Tenach door God geinspireerd is? (dat is 2 miljard christenen en 1 miljard moslims) De wet van de grote aantallen?

    Koningin Victoria van Engeland vroeg eens aan haar ministerpresident Benjamin Disraeli: “Geef me een bewijs dat God bestaat.” Het antwoord was: “De joden, majesteit!”

    De geschiedenis van de joden alleen al zou voldoende bewijs moeten zijn voor de goddelijke bemoeienis met dat volk. Zo’n stempel als zij op de geschiedenis gedrukt hebben en nu nog drukken op het heden.

    Mark Twain schreef er het volgende over:

    Concluderend kunnen we zeggen: Als de statistieken correct zijn, dan maken de joden maar 1% van het menselijk ras uit. (in werkelijkheid maar 0,2%)

    Dat suggereert slechts een wazig dim vleugje sterrenstof, verloren in de gloed van de Melkweg. Normaal gesproken zou men nauwelijks iets moeten horen van de jood, maar hij wordt gehoord, en werd altijd al gehoord. Hij is net zo prominent aanwezig op de aarde als elk ander volk, en zijn economisch is totaal onevenredig met zijn kleine aantal.

    Zijn bijdragen aan de wereldlijst van grote namen in de literatuur, wetenschap, kunst, muziek, financien, medicijnen, en ingewikkelde studies is ook buiten alle verhouding vergeleken met zijn kleine aantal.

    Hij heeft een fantastisch gevecht geleverd in deze wereld, in alle eeuwen, en hij deed het met zijn handen op zijn rug gebonden. Hij zou heel hoogmoedig kunnen zijn, en het zou hem vergeven moeten worden. De egyptenaren, de babyloniers, en de perzen rezen op, vulde de aarde met pracht en praal, en vervaagden toen tot legenden. De grieken en romeinen volgden hen, maakten een hoop kabaal, en zij zijn verdwenen. Andere volken staken de kop op en hielden de fakkel hoog voor tijdje, maar het vuur doofde uit, en zij zitten nu aan de kant, of zijn verdwenen.

    De jood zag ze allemaal, versloeg ze allemaal, en is nu wat hij altijd was, hij vertoond geen tekenen van decadentie, geen ouderdomsverschijnselen, geen slijtage, geen uitputting van zijn energie, geen afstomping van zijn scherpe agressieve verstand. Alle dingen zijn sterfelijk, behalve de jood. Alle andere machten gaan voorbij, maar hij blijft. Wat is het geheim van zijn onsterfelijkheid?

    Het hele verhaal van Mark Twain Concerning the Jews kan in het engels hier gevonden worden: www.fordham.edu/halsall/mod/1898twain-jews.html

    Het joodse volk maakt ongeveer 0,2% van de wereldbevolking uit.

    Van alle Nobelprijswinnaars is ongeveer 30% joods. Een 150-voudige oververtegenwoordiging.

    En dat in het eeuwigdurende anti-semitische klimaat….

    Van alle officiele wereldschaakkampioenen is meer dan 50% joods. Een 250-voudige oververtegenwoordiging.

    Of, in procenten uitgedrukt; een oververtegenwoordiging van 25000%.

    Iemand op een religieus forum startte eens een discussie met het volgende bericht:

    "In de bijbel staat dat wie de joden zegent gezegend word door God en die de joden vervloekt zelf vervloekt zal worden.

    Is dat ook niet aangetoond in de oude en moderne geschiedenis?

    Als in een land de joden goed behandeld werden ging het ook goed met dat land en als de autoriteiten zich tegen hen keerden ging het meestal snel bergafwaarts met dat land. `Als je in de huidige wereld kijkt zie je: VS- steunt israel en de eigen joodse amerikanen; Economisch en militair een supermacht.

    Europa- Soms positief, meestal neutraal of kritisch tov israel en de jooden: 2de rangs economische supermacht en militaire dwerg.

    moslimlanden-Sterk vijandig tegenover Israel, in het bijzonder en joden in het algemeen: Economisch, militair en

    cultureel achterlijk.

    Wat vinden jullie hiervan?

    Voorbeeldje: In de 16de eeuw verdreven de Spanjaarden de joden. Ze werden welkom geheten in de nederlanden en in het ottomaanse rijk. Cultureel en economisch ging het, ondanks hun coloniale rijk, vanaf toen bergafwaarts met de spanjaarden. De hollanders en turken ging het toen voor de wind.

    Hierop antwoordde ik toen:

    Het bovenstaande is simpelweg een feit. Dit wordt ook nog is bevestigd door een ongelooflijke jodenhater, namelijk de stichter van de autofabrieken, Henry Ford. Hij schreef een vreselijke anti-semitisch boekwerk, “The International Jew”, en daarin bevestigd hij het bovenstaande. Hier is een uittreksel daaruit:

    “Er is een eigenaardig verschijnsel waarneembaar in verband met de vervolging en de daaropvolgende omzwervingen van de joden door Europa, en dat is: Waar ze ook gingen, het handelscentrum scheen met hen mee te gaan. Toen de joden in Spanje vrij waren, toen was daar het goudcentrum van de wereld. Toen Spanje de joden deporteerde, verloor het het financiele leiderschap, en het heeft het nooit meer teruggekregen. Mensen die de economische geschiedenis van Europa bestudeerden hebben zich altijd afgevraagd waarom het handelscentrum verschoof van Spanje, Portugal en Italie, naar de noordelijkere landen, zoals Holland, Engeland, en Duitsland. Zij hebben de oorzaak gezocht in vele dingen, maar geen enkele gaf een bevredigende verklaring. Maar wanneer je in aanmerking neemt dat de verschuiving samenviel met het verdrijven van de joden vanuit het zuiden en hun vlucht naar het noorden, wanneer men in aanmerking neemt dat toen de joden arriveerden in het noorden daar een commerciele opbloei plaatsvond die tot op heden voortduurt, dan lijkt de verklaring niet moeilijk. Keer op keer is het bewezen dat het een feit is dat wanneer de joden verdreven werden, het wereldcentrum van edelmetalen met hen mee ging.”

    Dit boek kan in het engels hier gevonden worden:

    http://www.iamthewitness.com/books/Henry.Ford/The.International.Jew/index.htm

    Voor mijn quote ga naar volume 1 hoofdstuk 1.

    Deze opzienbarende feiten betreffende het joodse volk zijn het teken dat God in het joodse volk gezet heeft.

    God heeft een verbond gemaakt met het joodse volk. Betreffende dat verbond zei het joodse volk: “”Alles wat de HERE gesproken heeft, zullen wij doen en daarnaar zullen wij horen." Exodus 24:7

    Aan dat verbond is een zegen en een vloek verbonden. Als het joodse volk het verbond verbreekt, wordt de vloek over hen uitgestort.

    Houden zij zich aan het verbond, dan zullen prachtige zegeningen hen ten deel vallen.

    Aldus staat het geschreven over de vloek:

    Leviticus 26:14-39: “Maar indien gij naar Mij niet luistert en al deze geboden niet doet, indien gij mijn inzettingen versmaadt en van mijn verordeningen een afkeer hebt, zodat gij geen van mijn geboden doet en mijn verbond verbreekt, dan zal Ik ook aldus met u doen en met verschrikking u bezoeken: tering en koorts, die de ogen verteren en het leven doen verkwijnen; dan zult gij tevergeefs uw zaad zaaien, want uw vijanden zullen het eten. Ik zal mijn aangezicht tegen u keren, zodat gij voor uw vijanden geslagen zult worden, en die u haten, zullen over u heersen, en gij zult vluchten, zonder dat iemand u vervolgt. En indien gij desniettegenstaande niet naar Mij luistert, dan zal Ik u blijven tuchtigen wegens uw zonden, tot zevenmaal toe, en uw trotse macht zal Ik breken en uw hemel maken als ijzer en uw land als koper. Dan zal uw kracht tevergeefs verbruikt worden; uw land zal zijn opbrengst niet geven en het geboomte des lands zal zijn vrucht niet dragen. Indien gij u tegen Mij verzet en naar Mij niet wilt luisteren, dan zal Ik u nog zevenmaal harder slaan, naar uw zonden; Ik zal het wild gedierte op u loslaten, dat u van kinderen beroven en uw vee uitroeien zal en uw aantal zo zal verminderen, dat uw wegen verlaten zullen zijn. Indien gij u door deze tuchtiging nog niet tot Mij keert en u tegen Mij blijft verzetten, dan zal ook Ik Mij tegen u verzetten en dan zal Ik u ook zevenmaal slaan wegens uw zonden, en over u een zwaard brengen, dat wraak neemt over het verbond; wanneer gij dan in uw steden bijeenkomt, dan zal Ik de pest onder u zenden en gij zult aan de vijand overgeleverd worden. Als Ik u de staf des broods verbreek, dan zullen tien vrouwen uw brood in 1 oven bakken en zij zullen uw brood afgewogen teruggeven, en gij zult eten, maar niet verzadigd worden. En indien gij desondanks niet naar Mij luistert en u tegen Mij blijft verzetten, dan zal Ik Mij met grimmigheid tegen u verzetten en Ik, ja Ik, zal u zevenmaal tuchtigen over uw zonden, en gij zult het vlees uwer zonen eten en het vlees uwer dochters zult gij eten. En uw hoogten zal Ik verwoesten en uw wierookaltaren uitroeien; Ik zal uw lijken werpen op de lijken uwer afgoden en Ik zal een afkeer van u hebben. Uw steden zal Ik tot een puinhoop maken en uw heiligdommen verwoesten en Ik wil niet meer uw liefelijke reuk ruiken. Ik zelf zal het land verwoesten, zodat uw vijanden, die daarin wonen, zich daarover zullen ontzetten. Maar u zal Ik onder de volken verstrooien en Ik zal achter u het zwaard trekken, en uw land zal een woestenij zijn en uw steden een puinhoop. Dan zal het land zijn sabbatsjaren vergoed krijgen, al de dagen dat het woest ligt en gij in het land uwer vijanden zijt; dan zal het land rusten en zijn sabbatsjaren vergoeden. Al de tijd der verwoesting zal het rusten, de rust die het niet gehad heeft gedurende uw sabbatsjaren, toen gij daarin woondet. En Ik zal vrees brengen in de harten van hen die van u zijn overgebleven, in de landen hunner vijanden, zodat het geluid van een opgewaaid blad hen opjaagt, en zij zullen vluchten, zoals men vlucht voor het zwaard, en vallen, zonder dat er een vervolger is. En de een zal over de ander struikelen als voor het zwaard, zonder dat er een vervolger is, en gij zult voor uw vijanden geen stand kunnen houden. En gij zult onder de volken te gronde gaan, en het land uwer vijanden zal u verteren. En wie van u overgebleven zijn, zullen in de landen hunner vijanden wegkwijnen vanwege hun ongerechtigheid en ook vanwege de ongerechtigheden hunner vaderen zullen zij, evenals dezen, wegkwijnen.”

    Deuteronomium 28:15-65: “Maar indien gij niet luistert naar de stem van de HERE, uw G.d, en niet al zijn geboden en inzettingen, die ik u heden opleg, naarstig onderhoudt, dan zullen de volgende vervloekingen alle over u komen en u treffen: Vervloekt zult gij zijn in de stad en vervloekt op het veld. Vervloekt zullen zijn uw mand en uw baktrog. Vervloekt zal zijn de vrucht van uw schoot, de vrucht van uw bodem, de worp van uw runderen en de dracht van uw kleinvee. Vervloekt zult gij zijn bij uw ingang en vervloekt bij uw uitgang. De HERE zal over u de vloek, de verwarring en de bedreiging doen komen in alles wat gij onderneemt en wat gij doet, totdat gij verdelgd wordt en snel te gronde gaat vanwege de slechtheid uwer daden, omdat gij Mij verlaten hebt. De HERE zal de pest aan u doen kleven, totdat zij u heeft weggevaagd uit het land, dat gij in bezit gaat nemen. De HERE zal u slaan met tering, koorts, brand, ontstekingen, droogte, brandkoren en honigdauw: zij zullen u vervolgen, totdat gij te gronde gaat. Ook zal de hemel boven uw hoofd van koper zijn en de aarde onder u van ijzer. De HERE zal poeder en stof over uw land laten regenen; van de hemel zullen die op u neerdalen, totdat gij verdelgd zijt. De HERE zal u verslagen aan uw vijanden overleveren. Langs 1 enkele weg zult gij tegen hen optrekken, maar langs zeven wegen voor hen vluchten, zodat gij tot een schrikbeeld zult wezen voor alle koninkrijken der aarde. Uw lijken zullen tot voedsel dienen voor al het gevogelte des hemels en het gedierte der aarde, zonder dat iemand die opschrikt. De HERE zal u slaan met Egyptische zweren, met builen, uitslag en schurft, waarvan gij niet kunt genezen. De HERE zal u slaan met waanzin, verblinding en verstandsverbijstering, zodat gij op de middag rondtast, als een blinde in de duisternis; gij zult op uw wegen niet voorspoedig zijn, maar bij voortduring slechts verdrukt en beroofd worden, zonder dat iemand u redt. Gij zult een vrouw ondertrouwen, maar een andere man zal haar beslapen. Gij zult een huis bouwen, maar het niet bewonen. Gij zult een wijngaard planten, maar de vrucht daarvan niet genieten. Uw rund zal voor uw ogen geslacht worden, maar gij zult daarvan niet eten. Uw ezel zal in uw bijzijn geroofd worden, en niet tot u terugkeren. Uw kleinvee zal aan uw vijanden worden gegeven, zonder dat iemand u te hulp komt. Uw zonen en dochters zullen aan een ander volk worden overgeleverd, terwijl gij het met eigen ogen ziet, en de gehele dag naar hen smacht, zonder iets te kunnen doen. Een volk, dat gij niet kent, zal de vrucht van uw bodem eten en alles waarvoor gij gezwoegd hebt; bij voortduring zult gij slechts verdrukt en vertrapt worden. Gij zult waanzinnig worden vanwege het schouwspel, dat uw ogen zullen zien. De HERE zal u slaan met boze zweren aan de knieen en aan de dijen, waarvan gij niet kunt genezen – van uw voetzool af tot uw schedel toe. De HERE zal u en de koning, die gij over u hebt aangesteld, naar een volk voeren dat gij niet kendet, gij noch uw vaderen; aldaar zult gij andere goden dienen, hout en steen. Gij zult een voorwerp van ontzetting worden, een spreekwoord en een spotrede onder alle volken, naar wier land de HERE u wegvoert. Veel zaad zult gij naar de akker brengen, maar weinig inzamelen, want de sprinkhaan zal het afvreten. Wijngaarden zult gij planten en bewerken, maar geen wijn drinken of opleggen; want de worm zal eraan knagen. Olijfbomen zult gij hebben in uw gehele gebied, maar u niet met olie zalven; want uw olijven zullen afvallen. Gij zult zonen en dochters verwekken, maar zij zullen u niet toebehoren, want zij zullen in gevangenschap gaan. Van al uw geboomte en veldvruchten zullen de sprinkhanen zich meester maken. Steeds meer zal de vreemdeling in uw midden u te boven gaan, terwijl gij al dieper zinkt. Hij zal u te leen geven, maar gij niet aan hem; hij zal hoofd zijn, en gij staart. Al deze vervloekingen zullen over u komen, u achtervolgen en u treffen, totdat gij verdelgd zijt, omdat gij niet geluisterd hebt naar de stem van de HERE, uw G.d, en de geboden en inzettingen die Hij u opgelegd heeft, niet onderhouden hebt; zij zullen onder u tot een teken en wonder zijn, en onder uw nageslacht, voor altoos. Omdat gij de HERE, uw G.d, niet met vreugde en blijdschap gediend hebt vanwege al uw overvloed, zult gij de vijanden, die de HERE tegen u zal doen optrekken, dienen, onder honger en dorst, in naaktheid en met gebrek aan alles; Hij zal een ijzeren juk op uw hals leggen, totdat Hij u verdelgd heeft. De HERE zal tegen u doen aanrukken een volk, dat van verre komt, van het einde der aarde, zoals een arend aanzweeft: een volk, waarvan gij de taal niet verstaat, een hardvochtig volk, dat geen grijsaard ontziet en geen knaap genade bewijst; dat de vrucht van uw vee en van uw bodem zal opeten, totdat gij verdelgd zijt; dat u geen koren, most of olie zal overlaten, noch de worp van uw runderen of de dracht van uw kleinvee, totdat het u te gronde gericht heeft. Het zal u in het nauw brengen in al uw steden, totdat de hoge, versterkte muren vallen, waarop gij in uw gehele land vertrouwdet; ja, het zal u in het nauw brengen in al uw steden, in geheel het land dat de HERE, uw G.d, u geven zal. In de benardheid en benauwdheid, waarmede uw vijand u kwellen zal, zult gij de vrucht van uw eigen schoot eten, het vlees van de zonen en dochters, die de HERE, uw G.d, u geven zal. De meest verwekelijkte en verwende man onder u zal zijn broeder noch zijn eigen vrouw noch de kinderen, die hem nog resten, iets gunnen, zodat hij geen van hen iets zal willen geven van het vlees zijner kinderen, die hij eet, omdat uw vijand hem niets anders overgelaten heeft, in de benardheid en benauwdheid, waarmede deze u in al uw steden kwellen zal. De verwekelijkte en verwende vrouw onder u, die van verwendheid en wekelijkheid het nooit gewaagd heeft haar voetzool op de grond te zetten, zal haar eigen man noch haar zoon en dochter iets gunnen, zelfs niet de nageboorte uit haar schoot noch de kinderen, die zij baart, want bij gebrek aan alles zal zij die in het geheim eten, in de benardheid en benauwdheid, waarmede uw vijand u in uw steden kwellen zal. Indien gij niet naarstig onderhoudt al de woorden der wet, die in dit boek geschreven zijn, en gij niet deze heerlijke, geduchte Naam, de HERE, uw G.d, vreest, dan zal de HERE u en uw nageslacht ongemeen zwaar tuchtigen met felle, aanhoudende slagen en boze, aanhoudende ziekten. Hij zal alle kwalen van Egypte, waarvoor gij bevreesd zijt, weer over u brengen, zodat zij aan u kleven. Ook allerlei ziekten en slagen, die in het boek van deze wet niet beschreven zijn, zal de HERE over u doen komen, totdat gij verdelgd zijt. Met weinigen zult gij overblijven, terwijl gij talrijk geweest zijt als de sterren des hemels – omdat gij niet geluisterd hebt naar de stem van de HERE, uw G.d. Zoals de Here er behagen in had om u wil te doen en u talrijk te maken, zo zal de HERE er behagen in hebben om u te gronde te richten en te verdelgen; en gij zult weggerukt worden uit het land, dat gij in bezit gaat nemen. De HERE zal u verstrooien onder alle natien van het ene einde der aarde tot het andere; aldaar zult gij andere goden dienen, die noch gij noch uw vaderen gekend hebben: hout en steen. Gij zult onder die volken geen rust vinden noch een rustplaats voor uw voetzool; de HERE zal u daar een bevend hart geven, ogen vol heimwee en een kwijnende ziel. Zonder ophouden zal uw leven in gevaar verkeren; des nachts en des daags zult gij opschrikken en van uw leven niet zeker zijn. Des morgens zult gij zeggen: Was het maar avond; en des avonds: Was het maar morgen - vanwege de vrees die uw hart vervult, en vanwege het schouwspel dat uw ogen zien. De HERE zal u op schepen naar Egypte terugbrenen langs de weg waarvan Ik u gezegd had: Gij zult die nooit weerzien; gij zult daar aan uw vijanden als slaven en slavinnen te koop aangeboden worden, maar er zal geen koper zijn. Dit zijn de woorden van het verbond dat de HERE Mozes geboden heeft met de Israeliten te sluiten in het land Moab”

    En aldus staat het geschreven over de zegeningen:

    Leviticus 26:3-13; “Indien gij in mijn inzettingen wandelt en mijn geboden nauwgezet in acht neemt, dan zal Ik u te rechter tijd uw regens geven, zodat het land zijn opbrengst geeft en het geboomte des velds zijn vrucht draagt; de dorstijd zal bij u duren tot de wijnoogst, en de wijnoogst tot de zaaitijd; gij zult uw brood eten tot verzadiging en veilig in uw land wonen. En Ik zal vrede in het land geven, zodat gij nederliggen zult, zonder dat iemand u opschrikt; Ik zal de wilde dieren uit het land uitroeien, en het zwaard zal uw land niet teisteren. En gij zult uw vijanden vervolgen, en zij zullen voor uw aangezicht door het zwaard vallen. Vijf van u zullen honderd achtervolgen, en honderd van u zullen tienduizend achtervolgen, en uw vijanden zullen voor uw aangezicht door het zwaard vallen. En Ik zal Mij tot u wenden, u vruchtbaar doen zijn en u talrijk maken, en Ik zal mijn verbond met u bevestigen. En gij zult het overjarige, dat overgebleven is, eten, en het overjarige zult gij voor het nieuwe moeten wegdoen. En Ik zal mijn tabernakel in uw midden zetten, en Ik zal geen afkeer van u hebben, maar Ik zal in uw midden wandelen en u tot een G.d zijn en gij zult Mij tot een volk zijn. Ik ben de HERE, uw G.d, die u uit het land Egypte heb geleid, opdat gij hun niet meer tot slaven zoudt zijn; Ik heb de stangen van uw juk verbroken en u rechtop doen gaan."

    Deuteronomy 28:1-14; “Indien gij dan aandachtig luistert naar de stem van de HERE, uw G.d, en al zijn geboden, die ik u heden opleg, naarstig onderhoudt, dan zal de HERE, uw G.d, u verheffen boven alle volken der aarde. De volgende zegeningen zullen alle over u komen en uw deel worden, indien gij luistert naar de stem van de HERE, uw G.d: Gezegend zult gij zijn in de stad en gezegend op het veld. Gezegend zal zijn de vrucht van uw schoot, de vrucht van uw bodem en de vrucht van uw vee: de worp van uw runderen en de dracht van uw kleinvee. Gezegend zullen zijn uw mand en uw baktrog. Gezegend zult gij zijn bij uw ingang en gezegend zult gij zijn bij uw uitgang. De HERE zal uw vijanden, die tegen u opstaan, verslagen aan u overleveren. Langs 1 enkele weg zullen zij tegen u optrekken, maar langs zeven wegen voor u vluchten. De HERE zal over u de zegen gebieden in uw schuren en in alles wat gij onderneemt; Hij zal u zegenen in het land dat de HERE, uw G.d, u geven zal. De HERE zal u als zijn heilig volk bevestigen, zoals Hij u gezworen heeft, indien gij de geboden van de HERE, uw G.d, onderhoudt en in zijn wegen wandelt. Dan zullen alle volken der aarde zien, dat de naam des HEREN over u uitgeroepen is, en zij zullen voor u vrezen. Ook zal de HERE u overvloedig het goede schenken, in de vrucht van uw schoot, de vrucht van uw vee en de vrucht van uw bodem – in het land, waarvan de HERE aan uw vaderen gezworen heeft, dat Hij het u geven zou. De HERE zal zijn rijke schatkamer, de hemel, voor u openen om op zijn tijd de regen voor uw land te geven en al het werk uwer handen te zegenen, zodat gij aan vele volken zult uitlenen zonder zelf te leen te ontvangen. De HERE zal u stellen tot een hoofd en niet tot een staart, gij zult enkel opgaan en niet neergaan, wanneer gij luistert naar de geboden van de HERE, uw G.d, die ik u heden opleg om die naarstig te onderhouden, en wanneer gij niet afwijkt van alle geboden, die ik u heden geef, noch naar rechts noch naar links, door het achterna lopen en dienen van andere goden.”

    Deze zegen en vloek zal een teken zijn in het joodse volk voor eeuwig. En dat deze zegeningen en vervloekingen keer op keer in de joodse geschiedenis uitkomen, dat kan zelfs een blinde nog wel zien.

    Geen volk in de wereld waarvan de leden telkens weer tot zulk een grote hoogte stijgen, en geen volk in de wereld wat telkens weer zo gruwelijk vervolgd wordt als de joden.

    De niet-joden weten dat er iets is met de joden. Dat blijkt uit de abnormale fixatie van de hele wereld op het joodse volk.

    Dat blijkt uit het feit dat de halve wereld gelooft dat de heilige boeken van een herdersstammetje uit het midden oosten door God geïnspireerd zijn.

    Het moge duidelijk zijn dat de wonderen die God bewerkt in de joden, zowel vroeger als nu, een positief bewijs zijn voor het bestaan van de joodse God.

    En hier is het bewijs: http://www.youtube.com/watch?v=PEg_Oys4NkA

  • Frederik D

    1 Gij zult ulieden geen afgoden maken; noch gesneden beeld, noch opgericht beeld zult gij u stellen, noch gebeelden steen in uw land zetten, om u daarvoor te buigen; want Ik ben de HEERE, uw God!

    2 Mijn sabbatten zult gij houden, en Mijn heiligdom zult gij vrezen; Ik ben de HEERE!

    3 Indien gij in Mijn inzettingen wandelen, en Mijn geboden houden, en die doen zult;

    4 Zo zal Ik uw regens geven op hun tijd; en het land zal zijn inkomst geven, en het geboomte des velds zal zijn vrucht geven;

    5 En de dorstijd zal u reiken tot den wijnoogst, en de wijnoogst zal reiken tot den zaaitijd; en gij zult uw brood eten tot verzadiging toe, en gij zult zeker in uw land wonen.

    6 Ook zal Ik vrede geven in het land, dat gij zult te slapen liggen, en niemand zij, die verschrikke; en Ik zal het boos gedierte uit het land doen ophouden, en het zwaard zal door uw land niet doorgaan.

    7 En gij zult uw vijanden vervolgen; en zij zullen voor uw aangezicht door het zwaard vallen.

    8 Vijf uit u zullen honderd vervolgen, en honderd uit u zullen tien duizend vervolgen; en uw vijanden zullen voor uw aangezicht door het zwaard vallen.

    9 En Ik zal Mij tot u wenden, en zal u vruchtbaar maken, en u vermenigvuldigen; en Mijn verbond zal Ik met u bevestigen.

    10 En gij zult het oude, dat verouderd is, eten; en het oude zult gij vanwege het nieuwe uitbrengen.

    11 En Ik zal Mijn tabernakel in het midden van u zetten; en Mijn ziel zal van u niet walgen.

    12 En Ik zal in het midden van u wandelen, en zal u tot een God zijn, en gij zult Mij tot een volk zijn.

    13 Ik ben de HEERE, uw God, Die u uit het land der Egyptenaren uitgevoerd heb, opdat gij hun slaven niet zoudt zijn; en Ik heb de disselbomen van uw juk verbroken, en heb u doen rechtop staan.

    14 Maar indien gij Mij niet zult horen, en al deze geboden niet zult doen;

    15 En zo gij Mijn inzettingen zult smadelijk verwerpen, en zo uw ziel van Mijn rechten zal walgen, dat gij niet doet al Mijn geboden, om Mijn verbond te vernietigen;

    16 Dit zal Ik u ook doen, dat Ik over u stellen zal verschrikking, tering en koorts, die de ogen verteren en de ziel pijnigen; gij zult ook uw zaad te vergeefs zaaien, en uw vijanden zullen dat opeten.

    17 Daartoe zal Ik Mijn aangezicht tegen ulieden zetten, dat gij geslagen zult worden voor het aangezicht uwer vijanden; en uw haters zullen over u heerschappij hebben, en gij zult vlieden, als u iemand vervolgt.

    18 En zo gij Mij tot deze dingen toe nog niet horen zult, Ik zal nog daar toedoen, om u zevenvoudig over uw zonden te tuchtigen.

    19 Want Ik zal de hovaardigheid uwer kracht verbreken, en zal uw hemel als ijzer maken, en uw aarde als koper.

    20 En uw macht zal ijdellijk verdaan worden; en uw land zal zijn inkomsten niet geven, en het geboomte des lands zal zijn vrucht niet geven.

    21 En zo gij met Mij in tegenheid wandelen zult, en Mij niet zult willen horen, zo zal Ik over u, naar uw zonden, zevenvoudig slagen toedoen.

    22 Want Ik zal onder u zenden het gedierte des velds, hetwelk u beroven, en uw vee uitroeien, en u verminderen zal; en uw wegen zullen woest worden.

    23 Indien gij nog door deze dingen Mij niet getuchtigd zult zijn, maar met Mij in tegenheid wandelen;

    24 Zo zal Ik ook met u in tegenheid wandelen, en Ik zal u ook zevenvoudig over uw zonden slaan.

    25 Want Ik zal een zwaard over u brengen, dat de wraak des verbonds wreken zal, zodat gij in uw steden vergaderd zult worden; dan zal Ik de pest in het midden van u zenden, en gij zult in de hand des vijands overgegeven worden.

    26 Als Ik u den staf des broods zal gebroken hebben, dan zullen tien vrouwen uw brood in een oven bakken, en zullen uw brood bij het gewicht wedergeven; en gij zult eten, maar niet verzadigd worden.

    27 Als gij ook hierom Mij niet horen zult, maar met Mij wandelen zult in tegenheid;

    28 Zo zal Ik ook met u in heetgrimmige tegenheid wandelen, en Ik zal u ook zevenvoudig over uw zonden tuchtigen.

    29 Want gij zult het vlees uwer zonen eten, en het vlees uwer dochteren zult gij eten.

    30 En Ik zal uw hoogten verderven, en uw zonnebeelden uitroeien, en zal uw dode lichamen op de dode lichamen uwer drekgoden werpen; en Mijn ziel zal aan u walgen.

    31 En Ik zal uw steden een woestijn maken, en uw heiligdommen verwoesten; en Ik zal uw liefelijken reuk niet rieken.

    32 Ja, Ik zal dat land verwoesten; dat uw vijanden, die daarin zullen wonen, zich daarover ontzetten zullen.

    33 Daartoe zal Ik u onder de heidenen verstrooien; en een zwaard achter u uittrekken; en uw land zal woest, en uw steden zullen een woestijn zijn.

    34 Dan zal het land aan zijn sabbatten een welgevallen hebben, al de dagen der verwoesting, en gij zult in het land uwer vijanden zijn; dan zal het land rusten, en aan zijn sabbatten een welgevallen hebben.

    35 Al de dagen der verwoesting zal het rusten, overmits het niet rustte in uw sabbatten, als gij daarin woondet.

    36 En aangaande de overgeblevenen onder u, Ik zal in hun hart een wekigheid in de landen hunner vijanden laten komen; zodat het geruis van een gedreven blad hen jagen zal, en zij zullen vlieden, gelijk men vliedt voor een zwaard, en zullen vallen, waar niemand is, die jaagt.

    37 En zij zullen de een op den ander als voor het zwaard vallen, waar niemand is, die jaagt; en gij zult voor het aangezicht uwer vijanden niet kunnen bestaan.

    38 Maar gij zult omkomen onder de heidenen, en het land uwer vijanden zal u verteren.

    39 En de overgeblevenen onder u zullen om hun ongerechtigheid in de landen uwer vijanden uitteren; ja, ook om de ongerechtigheden hunner vaderen zullen zij met hen uitteren.

    40 Dan zullen zij hun ongerechtigheid belijden, en de ongerechtigheid hunner vaderen met hun overtredingen, waarmede zij tegen Mij overtreden hebben, en ook dat zij met Mij in tegenheid gewandeld hebben.

    41 Dat Ik ook met hen in tegenheid gewandeld, en hen in het land hunner vijanden gebracht zal hebben. Zo dan hun onbesneden hart gebogen wordt, en zij dan aan de straf hunner ongerechtigheid een welgevallen hebben;

    42 Dan zal Ik gedenken aan Mijn verbond met Jakob, en ook aan Mijn verbond met Izak, en ook aan Mijn verbond met Abraham zal Ik gedenken, en aan het land zal Ik gedenken;

    43 Als het land om hunnentwil zal verlaten zijn geweest, en aan zijn sabbatten een welgevallen gehad hebben, wanneer het om hunnentwil verwoest was, en zij aan de straf hunner ongerechtigheid een welgevallen zullen gehad hebben; daarom, en omdat zij Mijn rechten hadden verworpen, en hun ziel van Mijn inzettingen gewalgd had.

    44 En hierenboven is dit ook; als zij in het land hunner vijanden zullen zijn, zal Ik hen niet verwerpen, noch van hen walgen, om een einde van hen te maken, vernietigende Mijn verbond met hen; want Ik ben de HEERE, hun God!

    45 Maar Ik zal hun ten beste gedenken aan het verbond der voorouderen, die Ik uit Egypteland voor de ogen der heidenen uitgevoerd heb, opdat Ik hun tot een God ware; Ik ben de HEERE!

    46 Dit zijn die inzettingen, en die rechten, en die wetten, welke de HEERE gegeven heeft, tussen Zich en tussen de kinderen Israëls, op den berg Sinaï, door de hand van Mozes.