Welkom op het forum van startpagina!

Dit forum staat op alleen-lezen. Je kan hier informatie zoeken en oude berichten terugvinden, maar geen nieuwe berichten plaatsen.

Meer informatie op bijbel.startpagina.nl

Jesaja 45:7

  • Ellen-Josee

    En wat heb je in deze over Deuteronomium 32 te jeremieren?

    4 Hij is een rots, hij staat voor recht;

    alles wat hij doet is volmaakt.

    Trouw is God, rechtvaardig en zuiver,

    in hem is geen spoor van kwaad.

    Het staat in de Torá dus dit is zonder meer letterlijk waar, dat zal jij als orthodoxe jood toch niet willen ontkennen?

    Ik zou maar gauw al die RA dinges van Boaz aannemen. Ohja en ook vers 9 van Jes 45 nakijken voor je wat gaat brullen.

    Gr Ellen

  • Eliyahu

    BOAZ Schreef:

    > > Bs'd

    > >

    > > Dus wat schept God in Jes 45:7? Een gebrek?

    > > Bedorven of slecht fruit? Wilde dieren?

    >

    > Iets wat de mens als slecht ervaart of ben jij een

    > liefhebber van slecht fruit?

    Bs'd

    Dus we zijn het er over eens dat “ra” hier geen “bedorven fruit” of “wild dier” betekent.

    Het betekent gewoon “kwaad”.

    > > > God schept onheil? Wat kan dat betekenen lees

    > > eens

    > > > Deuteronomium 32:1-8 God is Goed die

    > verworpen

    > > > word vers 15-18 wat is het Ra wat God schept,

    >

    > > Hij

    > > > schept een nieuwe situatie n.l door zijn

    > > > aangezicht te verbergen, God trekt zich terug

    > > en

    > > > kwaad neemt Zijn plaats in.

    > > > Goed is goed ,trouw en rechtvaardig, Psalm

    > > 5:3-7

    > > > Psalm 18:31-32 Psalm 145:17-21.

    > >

    > > Ah, dus we moeten Jesaja 45:7 zo lezen: "Ik

    > ben

    > > J-H-W-H, en er is geen ander, 7 die het licht

    > > formeert en de duisternis schept, die het heil

    > > bewerkt en een nieuwe situatie schept n.l door

    > > Mijn aangezicht te verbergen, Ik trek me terug

    > en

    > > kwaad neemt Mijn plaats in. Ik, J-H-W-H, doe

    > dit

    > > alles.

    >

    > Licht (zon) staat voor de dag en choseg staat voor

    > de nacht!

    > Licht staat ook voor Jahweh en choseg staat ook

    > voor het kwaad!

    >

    > Als het licht van Jahweh zich terug trekt dan word

    > die plaats gevuld met choseg.

    >

    > >

    > > Ik moet zeggen dat ik dit toch een beetje

    > > geforceerd vind klinken, en geloof niet dat er

    > een

    > > woordenboek is wat “ra” zo vertaalt.

    >

    > Jij bent een expert in het Hebreeuws ( denk je )

    > dus ik zou zeggen raadpleeg een woordenboek.

    Niet nodig, geen woordenboek die het zo vertaald als jij het wil doen voorkomen.

    > Ra heeft meerdere betekenissen maar altijd in

    > negetieve zin.

    Precies, het betekent gewoon “kwaad”, “onheil”.

    > > > Richteren 2 geeft een duidelijk beeld van wat

    > > het

    > > > betekent dat Jahweh Elohim het ra schept door

    > > zich

    > > > terug te trekken, ook Zijn rechtvaardige wet

    > > en

    > > > bescherming verdwijnen

    > >

    > > Ik zie nergens in Richteren 2 een terugtrekking

    > > van God.

    >

    > Ow dus toen Israel overspelig de afgoden naliep

    > verbleef Jahweh onder zijn overspelige volk of

    > keerde Hij terug naar zijn volk toen zij berouw

    > betoonden?

    Toen strafte Hij hun.

    Toen was Hij niet ineens verdwenen.

    Lees dit nog eens:

    Leviticus 26:14-39: “Maar indien gij naar Mij niet luistert en al deze geboden niet doet, indien gij mijn inzettingen versmaadt en van mijn verordeningen een afkeer hebt, zodat gij geen van mijn geboden doet en mijn verbond verbreekt, dan zal Ik ook aldus met u doen en met verschrikking u bezoeken: tering en koorts, die de ogen verteren en het leven doen verkwijnen; dan zult gij tevergeefs uw zaad zaaien, want uw vijanden zullen het eten. Ik zal mijn aangezicht tegen u keren, zodat gij voor uw vijanden geslagen zult worden, en die u haten, zullen over u heersen, en gij zult vluchten, zonder dat iemand u vervolgt. En indien gij desniettegenstaande niet naar Mij luistert, dan zal Ik u blijven tuchtigen wegens uw zonden, tot zevenmaal toe, en uw trotse macht zal Ik breken en uw hemel maken als ijzer en uw land als koper. Dan zal uw kracht tevergeefs verbruikt worden; uw land zal zijn opbrengst niet geven en het geboomte des lands zal zijn vrucht niet dragen. Indien gij u tegen Mij verzet en naar Mij niet wilt luisteren, dan zal Ik u nog zevenmaal harder slaan, naar uw zonden; Ik zal het wild gedierte op u loslaten, dat u van kinderen beroven en uw vee uitroeien zal en uw aantal zo zal verminderen, dat uw wegen verlaten zullen zijn. Indien gij u door deze tuchtiging nog niet tot Mij keert en u tegen Mij blijft verzetten, dan zal ook Ik Mij tegen u verzetten en dan zal Ik u ook zevenmaal slaan wegens uw zonden, en over u een zwaard brengen, dat wraak neemt over het verbond; wanneer gij dan in uw steden bijeenkomt, dan zal Ik de pest onder u zenden en gij zult aan de vijand overgeleverd worden. Als Ik u de staf des broods verbreek, dan zullen tien vrouwen uw brood in 1 oven bakken en zij zullen uw brood afgewogen teruggeven, en gij zult eten, maar niet verzadigd worden. En indien gij desondanks niet naar Mij luistert en u tegen Mij blijft verzetten, dan zal Ik Mij met grimmigheid tegen u verzetten en Ik, ja Ik, zal u zevenmaal tuchtigen over uw zonden, en gij zult het vlees uwer zonen eten en het vlees uwer dochters zult gij eten. En uw hoogten zal Ik verwoesten en uw wierookaltaren uitroeien; Ik zal uw lijken werpen op de lijken uwer afgoden en Ik zal een afkeer van u hebben. Uw steden zal Ik tot een puinhoop maken en uw heiligdommen verwoesten en Ik wil niet meer uw liefelijke reuk ruiken. Ik zelf zal het land verwoesten, zodat uw vijanden, die daarin wonen, zich daarover zullen ontzetten. Maar u zal Ik onder de volken verstrooien en Ik zal achter u het zwaard trekken, en uw land zal een woestenij zijn en uw steden een puinhoop. Dan zal het land zijn sabbatsjaren vergoed krijgen, al de dagen dat het woest ligt en gij in het land uwer vijanden zijt; dan zal het land rusten en zijn sabbatsjaren vergoeden. Al de tijd der verwoesting zal het rusten, de rust die het niet gehad heeft gedurende uw sabbatsjaren, toen gij daarin woondet. En Ik zal vrees brengen in de harten van hen die van u zijn overgebleven, in de landen hunner vijanden, zodat het geluid van een opgewaaid blad hen opjaagt, en zij zullen vluchten, zoals men vlucht voor het zwaard, en vallen, zonder dat er een vervolger is. En de een zal over de ander struikelen als voor het zwaard, zonder dat er een vervolger is, en gij zult voor uw vijanden geen stand kunnen houden. En gij zult onder de volken te gronde gaan, en het land uwer vijanden zal u verteren. En wie van u overgebleven zijn, zullen in de landen hunner vijanden wegkwijnen vanwege hun ongerechtigheid en ook vanwege de ongerechtigheden hunner vaderen zullen zij, evenals dezen, wegkwijnen.”

    Deuteronomium 28:15-65: “Maar indien gij niet luistert naar de stem van de HERE, uw G.d, en niet al zijn geboden en inzettingen, die ik u heden opleg, naarstig onderhoudt, dan zullen de volgende vervloekingen alle over u komen en u treffen: Vervloekt zult gij zijn in de stad en vervloekt op het veld. Vervloekt zullen zijn uw mand en uw baktrog. Vervloekt zal zijn de vrucht van uw schoot, de vrucht van uw bodem, de worp van uw runderen en de dracht van uw kleinvee. Vervloekt zult gij zijn bij uw ingang en vervloekt bij uw uitgang. De HERE zal over u de vloek, de verwarring en de bedreiging doen komen in alles wat gij onderneemt en wat gij doet, totdat gij verdelgd wordt en snel te gronde gaat vanwege de slechtheid uwer daden, omdat gij Mij verlaten hebt. De HERE zal de pest aan u doen kleven, totdat zij u heeft weggevaagd uit het land, dat gij in bezit gaat nemen. De HERE zal u slaan met tering, koorts, brand, ontstekingen, droogte, brandkoren en honigdauw: zij zullen u vervolgen, totdat gij te gronde gaat. Ook zal de hemel boven uw hoofd van koper zijn en de aarde onder u van ijzer. De HERE zal poeder en stof over uw land laten regenen; van de hemel zullen die op u neerdalen, totdat gij verdelgd zijt. De HERE zal u verslagen aan uw vijanden overleveren. Langs 1 enkele weg zult gij tegen hen optrekken, maar langs zeven wegen voor hen vluchten, zodat gij tot een schrikbeeld zult wezen voor alle koninkrijken der aarde. Uw lijken zullen tot voedsel dienen voor al het gevogelte des hemels en het gedierte der aarde, zonder dat iemand die opschrikt. De HERE zal u slaan met Egyptische zweren, met builen, uitslag en schurft, waarvan gij niet kunt genezen. De HERE zal u slaan met waanzin, verblinding en verstandsverbijstering, zodat gij op de middag rondtast, als een blinde in de duisternis; gij zult op uw wegen niet voorspoedig zijn, maar bij voortduring slechts verdrukt en beroofd worden, zonder dat iemand u redt. Gij zult een vrouw ondertrouwen, maar een andere man zal haar beslapen. Gij zult een huis bouwen, maar het niet bewonen. Gij zult een wijngaard planten, maar de vrucht daarvan niet genieten. Uw rund zal voor uw ogen geslacht worden, maar gij zult daarvan niet eten. Uw ezel zal in uw bijzijn geroofd worden, en niet tot u terugkeren. Uw kleinvee zal aan uw vijanden worden gegeven, zonder dat iemand u te hulp komt. Uw zonen en dochters zullen aan een ander volk worden overgeleverd, terwijl gij het met eigen ogen ziet, en de gehele dag naar hen smacht, zonder iets te kunnen doen. Een volk, dat gij niet kent, zal de vrucht van uw bodem eten en alles waarvoor gij gezwoegd hebt; bij voortduring zult gij slechts verdrukt en vertrapt worden. Gij zult waanzinnig worden vanwege het schouwspel, dat uw ogen zullen zien. De HERE zal u slaan met boze zweren aan de knieen en aan de dijen, waarvan gij niet kunt genezen – van uw voetzool af tot uw schedel toe. De HERE zal u en de koning, die gij over u hebt aangesteld, naar een volk voeren dat gij niet kendet, gij noch uw vaderen; aldaar zult gij andere goden dienen, hout en steen. Gij zult een voorwerp van ontzetting worden, een spreekwoord en een spotrede onder alle volken, naar wier land de HERE u wegvoert. Veel zaad zult gij naar de akker brengen, maar weinig inzamelen, want de sprinkhaan zal het afvreten. Wijngaarden zult gij planten en bewerken, maar geen wijn drinken of opleggen; want de worm zal eraan knagen. Olijfbomen zult gij hebben in uw gehele gebied, maar u niet met olie zalven; want uw olijven zullen afvallen. Gij zult zonen en dochters verwekken, maar zij zullen u niet toebehoren, want zij zullen in gevangenschap gaan. Van al uw geboomte en veldvruchten zullen de sprinkhanen zich meester maken. Steeds meer zal de vreemdeling in uw midden u te boven gaan, terwijl gij al dieper zinkt. Hij zal u te leen geven, maar gij niet aan hem; hij zal hoofd zijn, en gij staart. Al deze vervloekingen zullen over u komen, u achtervolgen en u treffen, totdat gij verdelgd zijt, omdat gij niet geluisterd hebt naar de stem van de HERE, uw G.d, en de geboden en inzettingen die Hij u opgelegd heeft, niet onderhouden hebt; zij zullen onder u tot een teken en wonder zijn, en onder uw nageslacht, voor altoos. Omdat gij de HERE, uw G.d, niet met vreugde en blijdschap gediend hebt vanwege al uw overvloed, zult gij de vijanden, die de HERE tegen u zal doen optrekken, dienen, onder honger en dorst, in naaktheid en met gebrek aan alles; Hij zal een ijzeren juk op uw hals leggen, totdat Hij u verdelgd heeft. De HERE zal tegen u doen aanrukken een volk, dat van verre komt, van het einde der aarde, zoals een arend aanzweeft: een volk, waarvan gij de taal niet verstaat, een hardvochtig volk, dat geen grijsaard ontziet en geen knaap genade bewijst; dat de vrucht van uw vee en van uw bodem zal opeten, totdat gij verdelgd zijt; dat u geen koren, most of olie zal overlaten, noch de worp van uw runderen of de dracht van uw kleinvee, totdat het u te gronde gericht heeft. Het zal u in het nauw brengen in al uw steden, totdat de hoge, versterkte muren vallen, waarop gij in uw gehele land vertrouwdet; ja, het zal u in het nauw brengen in al uw steden, in geheel het land dat de HERE, uw G.d, u geven zal. In de benardheid en benauwdheid, waarmede uw vijand u kwellen zal, zult gij de vrucht van uw eigen schoot eten, het vlees van de zonen en dochters, die de HERE, uw G.d, u geven zal. De meest verwekelijkte en verwende man onder u zal zijn broeder noch zijn eigen vrouw noch de kinderen, die hem nog resten, iets gunnen, zodat hij geen van hen iets zal willen geven van het vlees zijner kinderen, die hij eet, omdat uw vijand hem niets anders overgelaten heeft, in de benardheid en benauwdheid, waarmede deze u in al uw steden kwellen zal. De verwekelijkte en verwende vrouw onder u, die van verwendheid en wekelijkheid het nooit gewaagd heeft haar voetzool op de grond te zetten, zal haar eigen man noch haar zoon en dochter iets gunnen, zelfs niet de nageboorte uit haar schoot noch de kinderen, die zij baart, want bij gebrek aan alles zal zij die in het geheim eten, in de benardheid en benauwdheid, waarmede uw vijand u in uw steden kwellen zal. Indien gij niet naarstig onderhoudt al de woorden der wet, die in dit boek geschreven zijn, en gij niet deze heerlijke, geduchte Naam, de HERE, uw G.d, vreest, dan zal de HERE u en uw nageslacht ongemeen zwaar tuchtigen met felle, aanhoudende slagen en boze, aanhoudende ziekten. Hij zal alle kwalen van Egypte, waarvoor gij bevreesd zijt, weer over u brengen, zodat zij aan u kleven. Ook allerlei ziekten en slagen, die in het boek van deze wet niet beschreven zijn, zal de HERE over u doen komen, totdat gij verdelgd zijt. Met weinigen zult gij overblijven, terwijl gij talrijk geweest zijt als de sterren des hemels – omdat gij niet geluisterd hebt naar de stem van de HERE, uw G.d. Zoals de Here er behagen in had om u wil te doen en u talrijk te maken, zo zal de HERE er behagen in hebben om u te gronde te richten en te verdelgen; en gij zult weggerukt worden uit het land, dat gij in bezit gaat nemen. De HERE zal u verstrooien onder alle natien van het ene einde der aarde tot het andere; aldaar zult gij andere goden dienen, die noch gij noch uw vaderen gekend hebben: hout en steen. Gij zult onder die volken geen rust vinden noch een rustplaats voor uw voetzool; de HERE zal u daar een bevend hart geven, ogen vol heimwee en een kwijnende ziel. Zonder ophouden zal uw leven in gevaar verkeren; des nachts en des daags zult gij opschrikken en van uw leven niet zeker zijn. Des morgens zult gij zeggen: Was het maar avond; en des avonds: Was het maar morgen - vanwege de vrees die uw hart vervult, en vanwege het schouwspel dat uw ogen zien. De HERE zal u op schepen naar Egypte terugbrenen langs de weg waarvan Ik u gezegd had: Gij zult die nooit weerzien; gij zult daar aan uw vijanden als slaven en slavinnen te koop aangeboden worden, maar er zal geen koper zijn. Dit zijn de woorden van het verbond dat de HERE Mozes geboden heeft met de Israeliten te sluiten in het land Moab”

    Als u dit leest, dan krijgt de uitdrukking: “de vreze des HERE” een geheel nieuwe dimensie.

    Neemt u er a.u.b. goede nota van wie deze vervloekingen over het joodse volk zal brengen wanneer ze van G.d afwijken:

    “Dan zal IK ook aldus met u doen en met verschrikking u bezoeken …” Leviticus 26:16

    “Indien gij u tegen Mij verzet en naar Mij niet wilt luisteren, dan zal IK u nog zevenmaal harder slaan, naar uw zonden; Leviticus 26:21

    “Dan zal ook IK Mij tegen u verzetten en dan zal IK u ook zevenmaal slaan wegens uw zonden.” Leviticus 26:24

    “En uw hoogten zal IK verwoesten en uw wierookaltaren uitroeien; IK zal uw lijken werpen op de lijken uwer afgoden en Ik zal een afkeer van u hebben.” Leviticus 26:30

    “De HERE (in de hebreeuwse tekst de vierletterige naam van G.d: J-H-W-H ) zal de pest aan u doen kleven, totdat zij u heeft weggevaagd uit het land, dat gij in bezit gaat nemen.” Deuteronomium 28:21

    ”De HERE zal u slaan met Egyptische zweren, met builen, uitslag en schurft, waarvan gij niet kunt genezen” Deuteronomium 28:27

    “Ook allerlei ziekten en slagen, die in het boek van deze wet niet beschreven zijn, zal de HERE over u doen komen, totdat gij verdelgd zijt. ” Deuteronomium 28:61

    Het is niet “de duivel”, niet “Satan”, niet het ongeleide toeval wat al deze rampen veroorzaakt, (moge G.d genadig zijn) maar het is J-H-W-H onze G.d hemzelf die het joodse volk straft als ze van hem afwijken en zijn geboden niet onderhouden.

    In de moderne westerse maatschappij overheerst het idee dat G.d een lief, zachtaardig persoon is; G.d is ‘liefde’. Maar G.d heeft ook een andere kant die heel anders is:

    “Want de HERE, uw G.d, is een verterend vuur, een jaloers G.d. ” Deuteronomium 4:24

    “Een jaloers G.d en een wreker is de HERE, een wreker is de HERE en vol van grimmigheid; een wreker is de HERE voor zijn tegenstanders, en toornen blijft Hij tegen zijn vijanden …..Wie kan standhouden voor zijn gramschap? Wie staande blijven bij zijn brandende toorn? Zijn grimmigheid stort zich uit als vuur en de rotsen springen voor Hem aan stukken. ” Nahum 1:2+6

    “Ik ben de HERE, en er is geen ander die het licht formeert en de duisternis schept, die het heil bewerkt en het onheil schept; Ik, de HERE, doe dit alles. ” Isaiah 45:7

    “Komt niet uit de mond des Allerhoogsten het kwade en het goede? ” Klaagliederen 3:37

  • Eliyahu

    Elia Schreef:

    ——————————————————-

    > En wat heb je in deze over Deuteronomium 32 te

    > jeremieren?

    >

    > 4 Hij is een rots, hij staat voor recht;

    > alles wat hij doet is volmaakt.

    > Trouw is God, rechtvaardig en zuiver,

    > in hem is geen spoor van kwaad.

    Bs'd

    IN Hem is geen spoor van kwaad.

    Maar Hij maakt wel wat wij ervaren als kwaad.

  • BOAZ

    Eliyahu Schreef:

    ——————————————————-

    > BOAZ Schreef:

    >

    >

    > > > Bs'd

    > > >

    > > > Dus wat schept God in Jes 45:7? Een gebrek?

    > > > Bedorven of slecht fruit? Wilde dieren?

    > >

    > > Iets wat de mens als slecht ervaart of ben jij

    > een

    > > liefhebber van slecht fruit?

    >

    >

    > Bs'd

    >

    > Dus we zijn het er over eens dat “ra” hier geen

    > “bedorven fruit” of “wild dier” betekent.

    Dat betekent het wel, kijk jouw eigen Hebreeuwse geschriften maar na!

    > Het betekent gewoon “kwaad”.

    Jij gaat steeds meer op een new-ager lijken

    >

    > > > > God schept onheil? Wat kan dat betekenen

    > lees

    > > > eens

    > > > > Deuteronomium 32:1-8 God is Goed die

    > > verworpen

    > > > > word vers 15-18 wat is het Ra wat God

    > schept,

    > >

    > > > Hij

    > > > > schept een nieuwe situatie n.l door zijn

    > > > > aangezicht te verbergen, God trekt zich

    > terug

    > > > en

    > > > > kwaad neemt Zijn plaats in.

    > > > > Goed is goed ,trouw en rechtvaardig, Psalm

    > > > 5:3-7

    > > > > Psalm 18:31-32 Psalm 145:17-21.

    > > >

    > > > Ah, dus we moeten Jesaja 45:7 zo lezen: "Ik

    > > ben

    > > > J-H-W-H, en er is geen ander, 7 die het licht

    > > > formeert en de duisternis schept, die het

    > heil

    > > > bewerkt en een nieuwe situatie schept n.l

    > door

    > > > Mijn aangezicht te verbergen, Ik trek me

    > terug

    > > en

    > > > kwaad neemt Mijn plaats in. Ik, J-H-W-H, doe

    > > dit

    > > > alles.

    > >

    > > Licht (zon) staat voor de dag en choseg staat

    > voor

    > > de nacht!

    > > Licht staat ook voor Jahweh en choseg staat ook

    > > voor het kwaad!

    > >

    > > Als het licht van Jahweh zich terug trekt dan

    > word

    > > die plaats gevuld met choseg.

    > >

    > > >

    > > > Ik moet zeggen dat ik dit toch een beetje

    > > > geforceerd vind klinken, en geloof niet dat

    > er

    > > een

    > > > woordenboek is wat “ra” zo vertaalt.

    > >

    > > Jij bent een expert in het Hebreeuws ( denk je

    > )

    > > dus ik zou zeggen raadpleeg een woordenboek.

    >

    > Niet nodig, geen woordenboek die het zo vertaald

    > als jij het wil doen voorkomen.

    >

    > > Ra heeft meerdere betekenissen maar altijd in

    > > negetieve zin.

    >

    > Precies, het betekent gewoon “kwaad”, “onheil”.

    Bedorven fruit is onheil want daar word men ziek van!

    Nogmaals raadpleeg een woordenboek of concordantie.

    >

    > > > > Richteren 2 geeft een duidelijk beeld van

    > wat

    > > > het

    > > > > betekent dat Jahweh Elohim het ra schept

    > door

    > > > zich

    > > > > terug te trekken, ook Zijn rechtvaardige

    > wet

    > > > en

    > > > > bescherming verdwijnen

    > > >

    > > > Ik zie nergens in Richteren 2 een

    > terugtrekking

    > > > van God.

    > >

    > > Ow dus toen Israel overspelig de afgoden naliep

    > > verbleef Jahweh onder zijn overspelige volk of

    > > keerde Hij terug naar zijn volk toen zij berouw

    > > betoonden?

    >

    > Toen strafte Hij hun.

    >

    > Toen was Hij niet ineens verdwenen.

    >

    > Lees dit nog eens:

    >

    > Leviticus 26:14-39: "Maar indien gij naar Mij niet

    > luistert en al deze geboden niet doet, indien gij

    > mijn inzettingen versmaadt en van mijn

    > verordeningen een afkeer hebt, zodat gij geen van

    > mijn geboden doet en mijn verbond verbreekt, dan

    > zal Ik ook aldus met u doen en met verschrikking u

    > bezoeken: tering en koorts, die de ogen verteren

    > en het leven doen verkwijnen; dan zult gij

    > tevergeefs uw zaad zaaien, want uw vijanden zullen

    > het eten. Ik zal mijn aangezicht tegen u keren,

    > zodat gij voor uw vijanden geslagen zult worden,

    > en die u haten, zullen over u heersen, en gij zult

    > vluchten, zonder dat iemand u vervolgt. En indien

    > gij desniettegenstaande niet naar Mij luistert,

    > dan zal Ik u blijven tuchtigen wegens uw zonden,

    > tot zevenmaal toe, en uw trotse macht zal Ik

    > breken en uw hemel maken als ijzer en uw land als

    > koper. Dan zal uw kracht tevergeefs verbruikt

    > worden; uw land zal zijn opbrengst niet geven en

    > het geboomte des lands zal zijn vrucht niet

    > dragen. Indien gij u tegen Mij verzet en naar Mij

    > niet wilt luisteren, dan zal Ik u nog zevenmaal

    > harder slaan, naar uw zonden; Ik zal het wild

    > gedierte op u loslaten, dat u van kinderen beroven

    > en uw vee uitroeien zal en uw aantal zo zal

    > verminderen, dat uw wegen verlaten zullen zijn.

    > Indien gij u door deze tuchtiging nog niet tot Mij

    > keert en u tegen Mij blijft verzetten, dan zal ook

    > Ik Mij tegen u verzetten en dan zal Ik u ook

    > zevenmaal slaan wegens uw zonden, en over u een

    > zwaard brengen, dat wraak neemt over het verbond;

    > wanneer gij dan in uw steden bijeenkomt, dan zal

    > Ik de pest onder u zenden en gij zult aan de

    > vijand overgeleverd worden. Als Ik u de staf des

    > broods verbreek, dan zullen tien vrouwen uw brood

    > in 1 oven bakken en zij zullen uw brood afgewogen

    > teruggeven, en gij zult eten, maar niet verzadigd

    > worden. En indien gij desondanks niet naar Mij

    > luistert en u tegen Mij blijft verzetten, dan zal

    > Ik Mij met grimmigheid tegen u verzetten en Ik, ja

    > Ik, zal u zevenmaal tuchtigen over uw zonden, en

    > gij zult het vlees uwer zonen eten en het vlees

    > uwer dochters zult gij eten. En uw hoogten zal Ik

    > verwoesten en uw wierookaltaren uitroeien; Ik zal

    > uw lijken werpen op de lijken uwer afgoden en Ik

    > zal een afkeer van u hebben. Uw steden zal Ik tot

    > een puinhoop maken en uw heiligdommen verwoesten

    > en Ik wil niet meer uw liefelijke reuk ruiken. Ik

    > zelf zal het land verwoesten, zodat uw vijanden,

    > die daarin wonen, zich daarover zullen ontzetten.

    > Maar u zal Ik onder de volken verstrooien en Ik

    > zal achter u het zwaard trekken, en uw land zal

    > een woestenij zijn en uw steden een puinhoop. Dan

    > zal het land zijn sabbatsjaren vergoed krijgen, al

    > de dagen dat het woest ligt en gij in het land

    > uwer vijanden zijt; dan zal het land rusten en

    > zijn sabbatsjaren vergoeden. Al de tijd der

    > verwoesting zal het rusten, de rust die het niet

    > gehad heeft gedurende uw sabbatsjaren, toen gij

    > daarin woondet. En Ik zal vrees brengen in de

    > harten van hen die van u zijn overgebleven, in de

    > landen hunner vijanden, zodat het geluid van een

    > opgewaaid blad hen opjaagt, en zij zullen

    > vluchten, zoals men vlucht voor het zwaard, en

    > vallen, zonder dat er een vervolger is. En de een

    > zal over de ander struikelen als voor het zwaard,

    > zonder dat er een vervolger is, en gij zult voor

    > uw vijanden geen stand kunnen houden. En gij zult

    > onder de volken te gronde gaan, en het land uwer

    > vijanden zal u verteren. En wie van u overgebleven

    > zijn, zullen in de landen hunner vijanden

    > wegkwijnen vanwege hun ongerechtigheid en ook

    > vanwege de ongerechtigheden hunner vaderen zullen

    > zij, evenals dezen, wegkwijnen."

    >

    > Deuteronomium 28:15-65: "Maar indien gij niet

    > luistert naar de stem van de HERE, uw G.d, en niet

    > al zijn geboden en inzettingen, die ik u heden

    > opleg, naarstig onderhoudt, dan zullen de volgende

    > vervloekingen alle over u komen en u treffen:

    > Vervloekt zult gij zijn in de stad en vervloekt op

    > het veld. Vervloekt zullen zijn uw mand en uw

    > baktrog. Vervloekt zal zijn de vrucht van uw

    > schoot, de vrucht van uw bodem, de worp van uw

    > runderen en de dracht van uw kleinvee. Vervloekt

    > zult gij zijn bij uw ingang en vervloekt bij uw

    > uitgang. De HERE zal over u de vloek, de

    > verwarring en de bedreiging doen komen in alles

    > wat gij onderneemt en wat gij doet, totdat gij

    > verdelgd wordt en snel te gronde gaat vanwege de

    > slechtheid uwer daden, omdat gij Mij verlaten

    > hebt. De HERE zal de pest aan u doen kleven,

    > totdat zij u heeft weggevaagd uit het land, dat

    > gij in bezit gaat nemen. De HERE zal u slaan met

    > tering, koorts, brand, ontstekingen, droogte,

    > brandkoren en honigdauw: zij zullen u vervolgen,

    > totdat gij te gronde gaat. Ook zal de hemel boven

    > uw hoofd van koper zijn en de aarde onder u van

    > ijzer. De HERE zal poeder en stof over uw land

    > laten regenen; van de hemel zullen die op u

    > neerdalen, totdat gij verdelgd zijt. De HERE zal u

    > verslagen aan uw vijanden overleveren. Langs 1

    > enkele weg zult gij tegen hen optrekken, maar

    > langs zeven wegen voor hen vluchten, zodat gij tot

    > een schrikbeeld zult wezen voor alle koninkrijken

    > der aarde. Uw lijken zullen tot voedsel dienen

    > voor al het gevogelte des hemels en het gedierte

    > der aarde, zonder dat iemand die opschrikt. De

    > HERE zal u slaan met Egyptische zweren, met

    > builen, uitslag en schurft, waarvan gij niet kunt

    > genezen. De HERE zal u slaan met waanzin,

    > verblinding en verstandsverbijstering, zodat gij

    > op de middag rondtast, als een blinde in de

    > duisternis; gij zult op uw wegen niet voorspoedig

    > zijn, maar bij voortduring slechts verdrukt en

    > beroofd worden, zonder dat iemand u redt. Gij zult

    > een vrouw ondertrouwen, maar een andere man zal

    > haar beslapen. Gij zult een huis bouwen, maar het

    > niet bewonen. Gij zult een wijngaard planten, maar

    > de vrucht daarvan niet genieten. Uw rund zal voor

    > uw ogen geslacht worden, maar gij zult daarvan

    > niet eten. Uw ezel zal in uw bijzijn geroofd

    > worden, en niet tot u terugkeren. Uw kleinvee zal

    > aan uw vijanden worden gegeven, zonder dat iemand

    > u te hulp komt. Uw zonen en dochters zullen aan

    > een ander volk worden overgeleverd, terwijl gij

    > het met eigen ogen ziet, en de gehele dag naar hen

    > smacht, zonder iets te kunnen doen. Een volk, dat

    > gij niet kent, zal de vrucht van uw bodem eten en

    > alles waarvoor gij gezwoegd hebt; bij voortduring

    > zult gij slechts verdrukt en vertrapt worden. Gij

    > zult waanzinnig worden vanwege het schouwspel, dat

    > uw ogen zullen zien. De HERE zal u slaan met boze

    > zweren aan de knieen en aan de dijen, waarvan gij

    > niet kunt genezen – van uw voetzool af tot uw

    > schedel toe. De HERE zal u en de koning, die gij

    > over u hebt aangesteld, naar een volk voeren dat

    > gij niet kendet, gij noch uw vaderen; aldaar zult

    > gij andere goden dienen, hout en steen. Gij zult

    > een voorwerp van ontzetting worden, een

    > spreekwoord en een spotrede onder alle volken,

    > naar wier land de HERE u wegvoert. Veel zaad zult

    > gij naar de akker brengen, maar weinig inzamelen,

    > want de sprinkhaan zal het afvreten. Wijngaarden

    > zult gij planten en bewerken, maar geen wijn

    > drinken of opleggen; want de worm zal eraan

    > knagen. Olijfbomen zult gij hebben in uw gehele

    > gebied, maar u niet met olie zalven; want uw

    > olijven zullen afvallen. Gij zult zonen en

    > dochters verwekken, maar zij zullen u niet

    > toebehoren, want zij zullen in gevangenschap gaan.

    > Van al uw geboomte en veldvruchten zullen de

    > sprinkhanen zich meester maken. Steeds meer zal de

    > vreemdeling in uw midden u te boven gaan, terwijl

    > gij al dieper zinkt. Hij zal u te leen geven, maar

    > gij niet aan hem; hij zal hoofd zijn, en gij

    > staart. Al deze vervloekingen zullen over u komen,

    > u achtervolgen en u treffen, totdat gij verdelgd

    > zijt, omdat gij niet geluisterd hebt naar de stem

    > van de HERE, uw G.d, en de geboden en inzettingen

    > die Hij u opgelegd heeft, niet onderhouden hebt;

    > zij zullen onder u tot een teken en wonder zijn,

    > en onder uw nageslacht, voor altoos. Omdat gij de

    > HERE, uw G.d, niet met vreugde en blijdschap

    > gediend hebt vanwege al uw overvloed, zult gij de

    > vijanden, die de HERE tegen u zal doen optrekken,

    > dienen, onder honger en dorst, in naaktheid en met

    > gebrek aan alles; Hij zal een ijzeren juk op uw

    > hals leggen, totdat Hij u verdelgd heeft. De HERE

    > zal tegen u doen aanrukken een volk, dat van verre

    > komt, van het einde der aarde, zoals een arend

    > aanzweeft: een volk, waarvan gij de taal niet

    > verstaat, een hardvochtig volk, dat geen grijsaard

    > ontziet en geen knaap genade bewijst; dat de

    > vrucht van uw vee en van uw bodem zal opeten,

    > totdat gij verdelgd zijt; dat u geen koren, most

    > of olie zal overlaten, noch de worp van uw

    > runderen of de dracht van uw kleinvee, totdat het

    > u te gronde gericht heeft. Het zal u in het nauw

    > brengen in al uw steden, totdat de hoge,

    > versterkte muren vallen, waarop gij in uw gehele

    > land vertrouwdet; ja, het zal u in het nauw

    > brengen in al uw steden, in geheel het land dat de

    > HERE, uw G.d, u geven zal. In de benardheid en

    > benauwdheid, waarmede uw vijand u kwellen zal,

    > zult gij de vrucht van uw eigen schoot eten, het

    > vlees van de zonen en dochters, die de HERE, uw

    > G.d, u geven zal. De meest verwekelijkte en

    > verwende man onder u zal zijn broeder noch zijn

    > eigen vrouw noch de kinderen, die hem nog resten,

    > iets gunnen, zodat hij geen van hen iets zal

    > willen geven van het vlees zijner kinderen, die

    > hij eet, omdat uw vijand hem niets anders

    > overgelaten heeft, in de benardheid en

    > benauwdheid, waarmede deze u in al uw steden

    > kwellen zal. De verwekelijkte en verwende vrouw

    > onder u, die van verwendheid en wekelijkheid het

    > nooit gewaagd heeft haar voetzool op de grond te

    > zetten, zal haar eigen man noch haar zoon en

    > dochter iets gunnen, zelfs niet de nageboorte uit

    > haar schoot noch de kinderen, die zij baart, want

    > bij gebrek aan alles zal zij die in het geheim

    > eten, in de benardheid en benauwdheid, waarmede uw

    > vijand u in uw steden kwellen zal. Indien gij niet

    > naarstig onderhoudt al de woorden der wet, die in

    > dit boek geschreven zijn, en gij niet deze

    > heerlijke, geduchte Naam, de HERE, uw G.d, vreest,

    > dan zal de HERE u en uw nageslacht ongemeen zwaar

    > tuchtigen met felle, aanhoudende slagen en boze,

    > aanhoudende ziekten. Hij zal alle kwalen van

    > Egypte, waarvoor gij bevreesd zijt, weer over u

    > brengen, zodat zij aan u kleven. Ook allerlei

    > ziekten en slagen, die in het boek van deze wet

    > niet beschreven zijn, zal de HERE over u doen

    > komen, totdat gij verdelgd zijt. Met weinigen zult

    > gij overblijven, terwijl gij talrijk geweest zijt

    > als de sterren des hemels – omdat gij niet

    > geluisterd hebt naar de stem van de HERE, uw G.d.

    > Zoals de Here er behagen in had om u wil te doen

    > en u talrijk te maken, zo zal de HERE er behagen

    > in hebben om u te gronde te richten en te

    > verdelgen; en gij zult weggerukt worden uit het

    > land, dat gij in bezit gaat nemen. De HERE zal u

    > verstrooien onder alle natien van het ene einde

    > der aarde tot het andere; aldaar zult gij andere

    > goden dienen, die noch gij noch uw vaderen gekend

    > hebben: hout en steen. Gij zult onder die volken

    > geen rust vinden noch een rustplaats voor uw

    > voetzool; de HERE zal u daar een bevend hart

    > geven, ogen vol heimwee en een kwijnende ziel.

    > Zonder ophouden zal uw leven in gevaar verkeren;

    > des nachts en des daags zult gij opschrikken en

    > van uw leven niet zeker zijn. Des morgens zult gij

    > zeggen: Was het maar avond; en des avonds: Was het

    > maar morgen - vanwege de vrees die uw hart

    > vervult, en vanwege het schouwspel dat uw ogen

    > zien. De HERE zal u op schepen naar Egypte

    > terugbrenen langs de weg waarvan Ik u gezegd had:

    > Gij zult die nooit weerzien; gij zult daar aan uw

    > vijanden als slaven en slavinnen te koop

    > aangeboden worden, maar er zal geen koper zijn.

    > Dit zijn de woorden van het verbond dat de HERE

    > Mozes geboden heeft met de Israeliten te sluiten

    > in het land Moab"

    >

    >

    >

    > Als u dit leest, dan krijgt de uitdrukking: "de

    > vreze des HERE" een geheel nieuwe dimensie.

    >

    >

    >

    > Neemt u er a.u.b. goede nota van wie deze

    > vervloekingen over het joodse volk zal brengen

    > wanneer ze van G.d afwijken:

    >

    > “Dan zal IK ook aldus met u doen en met

    > verschrikking u bezoeken …” Leviticus 26:16

    >

    > “Indien gij u tegen Mij verzet en naar Mij niet

    > wilt luisteren, dan zal IK u nog zevenmaal harder

    > slaan, naar uw zonden; Leviticus 26:21

    >

    > “Dan zal ook IK Mij tegen u verzetten en dan zal

    > IK u ook zevenmaal slaan wegens uw zonden.”

    > Leviticus 26:24

    >

    > “En uw hoogten zal IK verwoesten en uw

    > wierookaltaren uitroeien; IK zal uw lijken werpen

    > op de lijken uwer afgoden en Ik zal een afkeer van

    > u hebben.” Leviticus 26:30

    >

    > “De HERE (in de hebreeuwse tekst de

    > vierletterige naam van G.d: J-H-W-H ) zal de pest

    > aan u doen kleven, totdat zij u heeft weggevaagd

    > uit het land, dat gij in bezit gaat nemen.”

    > Deuteronomium 28:21

    >

    > ”De HERE zal u slaan met Egyptische zweren, met

    > builen, uitslag en schurft, waarvan gij niet kunt

    > genezen” Deuteronomium 28:27

    >

    > “Ook allerlei ziekten en slagen, die in het boek

    > van deze wet niet beschreven zijn, zal de HERE

    > over u doen komen, totdat gij verdelgd zijt. ”

    > Deuteronomium 28:61

    >

    > Het is niet “de duivel”, niet “Satan”, niet het

    > ongeleide toeval wat al deze rampen veroorzaakt,

    > (moge G.d genadig zijn) maar het is J-H-W-H onze

    > G.d hemzelf die het joodse volk straft als ze van

    > hem afwijken en zijn geboden niet onderhouden.

    >

    > In de moderne westerse maatschappij overheerst het

    > idee dat G.d een lief, zachtaardig persoon is; G.d

    > is ‘liefde’. Maar G.d heeft ook een andere kant

    > die heel anders is:

    >

    > “Want de HERE, uw G.d, is een verterend vuur,

    > een jaloers G.d. ” Deuteronomium 4:24

    >

    > “Een jaloers G.d en een wreker is de HERE, een

    > wreker is de HERE en vol van grimmigheid; een

    > wreker is de HERE voor zijn tegenstanders, en

    > toornen blijft Hij tegen zijn vijanden …..Wie

    > kan standhouden voor zijn gramschap? Wie staande

    > blijven bij zijn brandende toorn? Zijn grimmigheid

    > stort zich uit als vuur en de rotsen springen voor

    > Hem aan stukken. ” Nahum 1:2+6

    >

    > “Ik ben de HERE, en er is geen ander die het

    > licht formeert en de duisternis schept, die het

    > heil bewerkt en het onheil schept; Ik, de HERE,

    > doe dit alles. ” Isaiah 45:7

    >

    > “Komt niet uit de mond des Allerhoogsten het

    > kwade en het goede? ” Klaagliederen 3:37

    Als die plagen over Israel komen dan is Jahweh niet in hun midden, dank jewel en zeer duidelijk Eliyahu1

    Boaz.

  • BOAZ

    Eliyahu Schreef:

    ——————————————————-

    > Elia Schreef:

    > ————————————————–

    > —–

    > > En wat heb je in deze over Deuteronomium 32 te

    > > jeremieren?

    > >

    > > 4 Hij is een rots, hij staat voor recht;

    > > alles wat hij doet is volmaakt.

    > > Trouw is God, rechtvaardig en zuiver,

    > > in hem is geen spoor van kwaad.

    >

    > Bs'd

    >

    > IN Hem is geen spoor van kwaad.

    In Jahweh is geen spoor van kwaad!

    >

    > Maar Hij maakt wel wat wij ervaren als kwaad.

    Na afvalligheid en het nalopen van de afgoden door het volk Israel trekt Jahweh zich terug!

    Boaz.

  • Eliyahu

    BOAZ Schreef:

    ——————————————————-

    > Eliyahu Schreef:

    > ————————————————–

    > —–

    > > Elia Schreef:

    > >

    > ————————————————–

    >

    > > —–

    > > > En wat heb je in deze over Deuteronomium 32

    > te

    > > > jeremieren?

    > > >

    > > > 4 Hij is een rots, hij staat voor recht;

    > > > alles wat hij doet is volmaakt.

    > > > Trouw is God, rechtvaardig en zuiver,

    > > > in hem is geen spoor van kwaad.

    > >

    > > Bs'd

    > >

    > > IN Hem is geen spoor van kwaad.

    >

    > In Jahweh is geen spoor van kwaad!

    >

    > >

    > > Maar Hij maakt wel wat wij ervaren als kwaad.

    >

    > Na afvalligheid en het nalopen van de afgoden door

    > het volk Israel trekt Jahweh zich terug!

    Bs'd

    Waar staat dat???

    Dan trekt Hij zich niet terug, dan straft Hij.

  • Eliyahu

    BOAZ Schreef:

    ——————————————————-

    > Eliyahu Schreef:

    > ————————————————–

    > —–

    > > BOAZ Schreef:

    > >

    > >

    > > > > Bs'd

    > > > >

    > > > > Dus wat schept God in Jes 45:7? Een gebrek?

    >

    > > > > Bedorven of slecht fruit? Wilde dieren?

    > > >

    > > > Iets wat de mens als slecht ervaart of ben

    > jij

    > > een

    > > > liefhebber van slecht fruit?

    > >

    > >

    > > Bs'd

    > >

    > > Dus we zijn het er over eens dat “ra” hier geen

    > > “bedorven fruit” of “wild dier” betekent.

    >

    > Dat betekent het wel, kijk jouw eigen Hebreeuwse

    > geschriften maar na!

    >

    > > Het betekent gewoon “kwaad”.

    >

    > Jij gaat steeds meer op een new-ager lijken

    >

    > >

    > > > > > God schept onheil? Wat kan dat betekenen

    > > lees

    > > > > eens

    > > > > > Deuteronomium 32:1-8 God is Goed die

    > > > verworpen

    > > > > > word vers 15-18 wat is het Ra wat God

    > > schept,

    > > >

    > > > > Hij

    > > > > > schept een nieuwe situatie n.l door zijn

    > > > > > aangezicht te verbergen, God trekt zich

    > > terug

    > > > > en

    > > > > > kwaad neemt Zijn plaats in.

    > > > > > Goed is goed ,trouw en rechtvaardig,

    > Psalm

    > > > > 5:3-7

    > > > > > Psalm 18:31-32 Psalm 145:17-21.

    > > > >

    > > > > Ah, dus we moeten Jesaja 45:7 zo lezen:

    > "Ik

    > > > ben

    > > > > J-H-W-H, en er is geen ander, 7 die het

    > licht

    > > > > formeert en de duisternis schept, die het

    > > heil

    > > > > bewerkt en een nieuwe situatie schept n.l

    > > door

    > > > > Mijn aangezicht te verbergen, Ik trek me

    > > terug

    > > > en

    > > > > kwaad neemt Mijn plaats in. Ik, J-H-W-H,

    > doe

    > > > dit

    > > > > alles.

    > > >

    > > > Licht (zon) staat voor de dag en choseg staat

    > > voor

    > > > de nacht!

    > > > Licht staat ook voor Jahweh en choseg staat

    > ook

    > > > voor het kwaad!

    > > >

    > > > Als het licht van Jahweh zich terug trekt dan

    > > word

    > > > die plaats gevuld met choseg.

    > > >

    > > > >

    > > > > Ik moet zeggen dat ik dit toch een beetje

    > > > > geforceerd vind klinken, en geloof niet dat

    > > er

    > > > een

    > > > > woordenboek is wat “ra” zo vertaalt.

    > > >

    > > > Jij bent een expert in het Hebreeuws ( denk

    > je

    > > )

    > > > dus ik zou zeggen raadpleeg een woordenboek.

    > >

    > > Niet nodig, geen woordenboek die het zo

    > vertaald

    > > als jij het wil doen voorkomen.

    > >

    > > > Ra heeft meerdere betekenissen maar altijd in

    > > > negetieve zin.

    > >

    > > Precies, het betekent gewoon “kwaad”, “onheil”.

    >

    > Bedorven fruit is onheil want daar word men ziek

    > van!

    > Nogmaals raadpleeg een woordenboek of

    > concordantie.

    >

    > >

    > > > > > Richteren 2 geeft een duidelijk beeld van

    > > wat

    > > > > het

    > > > > > betekent dat Jahweh Elohim het ra schept

    > > door

    > > > > zich

    > > > > > terug te trekken, ook Zijn rechtvaardige

    > > wet

    > > > > en

    > > > > > bescherming verdwijnen

    > > > >

    > > > > Ik zie nergens in Richteren 2 een

    > > terugtrekking

    > > > > van God.

    > > >

    > > > Ow dus toen Israel overspelig de afgoden

    > naliep

    > > > verbleef Jahweh onder zijn overspelige volk

    > of

    > > > keerde Hij terug naar zijn volk toen zij

    > berouw

    > > > betoonden?

    > >

    > > Toen strafte Hij hun.

    > >

    > > Toen was Hij niet ineens verdwenen.

    > >

    > > Lees dit nog eens:

    > >

    > > Leviticus 26:14-39: "Maar indien gij naar Mij

    > niet

    > > luistert en al deze geboden niet doet, indien

    > gij

    > > mijn inzettingen versmaadt en van mijn

    > > verordeningen een afkeer hebt, zodat gij geen

    > van

    > > mijn geboden doet en mijn verbond verbreekt,

    > dan

    > > zal Ik ook aldus met u doen en met verschrikking

    > u

    > > bezoeken: tering en koorts, die de ogen

    > verteren

    > > en het leven doen verkwijnen; dan zult gij

    > > tevergeefs uw zaad zaaien, want uw vijanden

    > zullen

    > > het eten. Ik zal mijn aangezicht tegen u keren,

    > > zodat gij voor uw vijanden geslagen zult

    > worden,

    > > en die u haten, zullen over u heersen, en gij

    > zult

    > > vluchten, zonder dat iemand u vervolgt. En

    > indien

    > > gij desniettegenstaande niet naar Mij luistert,

    > > dan zal Ik u blijven tuchtigen wegens uw

    > zonden,

    > > tot zevenmaal toe, en uw trotse macht zal Ik

    > > breken en uw hemel maken als ijzer en uw land

    > als

    > > koper. Dan zal uw kracht tevergeefs verbruikt

    > > worden; uw land zal zijn opbrengst niet geven

    > en

    > > het geboomte des lands zal zijn vrucht niet

    > > dragen. Indien gij u tegen Mij verzet en naar

    > Mij

    > > niet wilt luisteren, dan zal Ik u nog zevenmaal

    > > harder slaan, naar uw zonden; Ik zal het wild

    > > gedierte op u loslaten, dat u van kinderen

    > beroven

    > > en uw vee uitroeien zal en uw aantal zo zal

    > > verminderen, dat uw wegen verlaten zullen zijn.

    > > Indien gij u door deze tuchtiging nog niet tot

    > Mij

    > > keert en u tegen Mij blijft verzetten, dan zal

    > ook

    > > Ik Mij tegen u verzetten en dan zal Ik u ook

    > > zevenmaal slaan wegens uw zonden, en over u een

    > > zwaard brengen, dat wraak neemt over het

    > verbond;

    > > wanneer gij dan in uw steden bijeenkomt, dan

    > zal

    > > Ik de pest onder u zenden en gij zult aan de

    > > vijand overgeleverd worden. Als Ik u de staf

    > des

    > > broods verbreek, dan zullen tien vrouwen uw

    > brood

    > > in 1 oven bakken en zij zullen uw brood

    > afgewogen

    > > teruggeven, en gij zult eten, maar niet

    > verzadigd

    > > worden. En indien gij desondanks niet naar Mij

    > > luistert en u tegen Mij blijft verzetten, dan

    > zal

    > > Ik Mij met grimmigheid tegen u verzetten en Ik,

    > ja

    > > Ik, zal u zevenmaal tuchtigen over uw zonden,

    > en

    > > gij zult het vlees uwer zonen eten en het vlees

    > > uwer dochters zult gij eten. En uw hoogten zal

    > Ik

    > > verwoesten en uw wierookaltaren uitroeien; Ik

    > zal

    > > uw lijken werpen op de lijken uwer afgoden en

    > Ik

    > > zal een afkeer van u hebben. Uw steden zal Ik

    > tot

    > > een puinhoop maken en uw heiligdommen

    > verwoesten

    > > en Ik wil niet meer uw liefelijke reuk ruiken.

    > Ik

    > > zelf zal het land verwoesten, zodat uw

    > vijanden,

    > > die daarin wonen, zich daarover zullen

    > ontzetten.

    > > Maar u zal Ik onder de volken verstrooien en Ik

    > > zal achter u het zwaard trekken, en uw land zal

    > > een woestenij zijn en uw steden een puinhoop.

    > Dan

    > > zal het land zijn sabbatsjaren vergoed krijgen,

    > al

    > > de dagen dat het woest ligt en gij in het land

    > > uwer vijanden zijt; dan zal het land rusten en

    > > zijn sabbatsjaren vergoeden. Al de tijd der

    > > verwoesting zal het rusten, de rust die het

    > niet

    > > gehad heeft gedurende uw sabbatsjaren, toen gij

    > > daarin woondet. En Ik zal vrees brengen in de

    > > harten van hen die van u zijn overgebleven, in

    > de

    > > landen hunner vijanden, zodat het geluid van

    > een

    > > opgewaaid blad hen opjaagt, en zij zullen

    > > vluchten, zoals men vlucht voor het zwaard, en

    > > vallen, zonder dat er een vervolger is. En de

    > een

    > > zal over de ander struikelen als voor het

    > zwaard,

    > > zonder dat er een vervolger is, en gij zult

    > voor

    > > uw vijanden geen stand kunnen houden. En gij

    > zult

    > > onder de volken te gronde gaan, en het land

    > uwer

    > > vijanden zal u verteren. En wie van u

    > overgebleven

    > > zijn, zullen in de landen hunner vijanden

    > > wegkwijnen vanwege hun ongerechtigheid en ook

    > > vanwege de ongerechtigheden hunner vaderen

    > zullen

    > > zij, evenals dezen, wegkwijnen."

    > >

    > > Deuteronomium 28:15-65: "Maar indien gij niet

    > > luistert naar de stem van de HERE, uw G.d, en

    > niet

    > > al zijn geboden en inzettingen, die ik u heden

    > > opleg, naarstig onderhoudt, dan zullen de

    > volgende

    > > vervloekingen alle over u komen en u treffen:

    > > Vervloekt zult gij zijn in de stad en vervloekt

    > op

    > > het veld. Vervloekt zullen zijn uw mand en uw

    > > baktrog. Vervloekt zal zijn de vrucht van uw

    > > schoot, de vrucht van uw bodem, de worp van uw

    > > runderen en de dracht van uw kleinvee.

    > Vervloekt

    > > zult gij zijn bij uw ingang en vervloekt bij uw

    > > uitgang. De HERE zal over u de vloek, de

    > > verwarring en de bedreiging doen komen in alles

    > > wat gij onderneemt en wat gij doet, totdat gij

    > > verdelgd wordt en snel te gronde gaat vanwege

    > de

    > > slechtheid uwer daden, omdat gij Mij verlaten

    > > hebt. De HERE zal de pest aan u doen kleven,

    > > totdat zij u heeft weggevaagd uit het land, dat

    > > gij in bezit gaat nemen. De HERE zal u slaan

    > met

    > > tering, koorts, brand, ontstekingen, droogte,

    > > brandkoren en honigdauw: zij zullen u

    > vervolgen,

    > > totdat gij te gronde gaat. Ook zal de hemel

    > boven

    > > uw hoofd van koper zijn en de aarde onder u van

    > > ijzer. De HERE zal poeder en stof over uw land

    > > laten regenen; van de hemel zullen die op u

    > > neerdalen, totdat gij verdelgd zijt. De HERE zal

    > u

    > > verslagen aan uw vijanden overleveren. Langs 1

    > > enkele weg zult gij tegen hen optrekken, maar

    > > langs zeven wegen voor hen vluchten, zodat gij

    > tot

    > > een schrikbeeld zult wezen voor alle

    > koninkrijken

    > > der aarde. Uw lijken zullen tot voedsel dienen

    > > voor al het gevogelte des hemels en het

    > gedierte

    > > der aarde, zonder dat iemand die opschrikt. De

    > > HERE zal u slaan met Egyptische zweren, met

    > > builen, uitslag en schurft, waarvan gij niet

    > kunt

    > > genezen. De HERE zal u slaan met waanzin,

    > > verblinding en verstandsverbijstering, zodat

    > gij

    > > op de middag rondtast, als een blinde in de

    > > duisternis; gij zult op uw wegen niet

    > voorspoedig

    > > zijn, maar bij voortduring slechts verdrukt en

    > > beroofd worden, zonder dat iemand u redt. Gij

    > zult

    > > een vrouw ondertrouwen, maar een andere man zal

    > > haar beslapen. Gij zult een huis bouwen, maar

    > het

    > > niet bewonen. Gij zult een wijngaard planten,

    > maar

    > > de vrucht daarvan niet genieten. Uw rund zal

    > voor

    > > uw ogen geslacht worden, maar gij zult daarvan

    > > niet eten. Uw ezel zal in uw bijzijn geroofd

    > > worden, en niet tot u terugkeren. Uw kleinvee

    > zal

    > > aan uw vijanden worden gegeven, zonder dat

    > iemand

    > > u te hulp komt. Uw zonen en dochters zullen aan

    > > een ander volk worden overgeleverd, terwijl gij

    > > het met eigen ogen ziet, en de gehele dag naar

    > hen

    > > smacht, zonder iets te kunnen doen. Een volk,

    > dat

    > > gij niet kent, zal de vrucht van uw bodem eten

    > en

    > > alles waarvoor gij gezwoegd hebt; bij

    > voortduring

    > > zult gij slechts verdrukt en vertrapt worden.

    > Gij

    > > zult waanzinnig worden vanwege het schouwspel,

    > dat

    > > uw ogen zullen zien. De HERE zal u slaan met

    > boze

    > > zweren aan de knieen en aan de dijen, waarvan

    > gij

    > > niet kunt genezen – van uw voetzool af tot uw

    > > schedel toe. De HERE zal u en de koning, die

    > gij

    > > over u hebt aangesteld, naar een volk voeren

    > dat

    > > gij niet kendet, gij noch uw vaderen; aldaar

    > zult

    > > gij andere goden dienen, hout en steen. Gij

    > zult

    > > een voorwerp van ontzetting worden, een

    > > spreekwoord en een spotrede onder alle volken,

    > > naar wier land de HERE u wegvoert. Veel zaad

    > zult

    > > gij naar de akker brengen, maar weinig

    > inzamelen,

    > > want de sprinkhaan zal het afvreten.

    > Wijngaarden

    > > zult gij planten en bewerken, maar geen wijn

    > > drinken of opleggen; want de worm zal eraan

    > > knagen. Olijfbomen zult gij hebben in uw gehele

    > > gebied, maar u niet met olie zalven; want uw

    > > olijven zullen afvallen. Gij zult zonen en

    > > dochters verwekken, maar zij zullen u niet

    > > toebehoren, want zij zullen in gevangenschap

    > gaan.

    > > Van al uw geboomte en veldvruchten zullen de

    > > sprinkhanen zich meester maken. Steeds meer zal

    > de

    > > vreemdeling in uw midden u te boven gaan,

    > terwijl

    > > gij al dieper zinkt. Hij zal u te leen geven,

    > maar

    > > gij niet aan hem; hij zal hoofd zijn, en gij

    > > staart. Al deze vervloekingen zullen over u

    > komen,

    > > u achtervolgen en u treffen, totdat gij

    > verdelgd

    > > zijt, omdat gij niet geluisterd hebt naar de

    > stem

    > > van de HERE, uw G.d, en de geboden en

    > inzettingen

    > > die Hij u opgelegd heeft, niet onderhouden

    > hebt;

    > > zij zullen onder u tot een teken en wonder

    > zijn,

    > > en onder uw nageslacht, voor altoos. Omdat gij

    > de

    > > HERE, uw G.d, niet met vreugde en blijdschap

    > > gediend hebt vanwege al uw overvloed, zult gij

    > de

    > > vijanden, die de HERE tegen u zal doen

    > optrekken,

    > > dienen, onder honger en dorst, in naaktheid en

    > met

    > > gebrek aan alles; Hij zal een ijzeren juk op uw

    > > hals leggen, totdat Hij u verdelgd heeft. De

    > HERE

    > > zal tegen u doen aanrukken een volk, dat van

    > verre

    > > komt, van het einde der aarde, zoals een arend

    > > aanzweeft: een volk, waarvan gij de taal niet

    > > verstaat, een hardvochtig volk, dat geen

    > grijsaard

    > > ontziet en geen knaap genade bewijst; dat de

    > > vrucht van uw vee en van uw bodem zal opeten,

    > > totdat gij verdelgd zijt; dat u geen koren,

    > most

    > > of olie zal overlaten, noch de worp van uw

    > > runderen of de dracht van uw kleinvee, totdat

    > het

    > > u te gronde gericht heeft. Het zal u in het

    > nauw

    > > brengen in al uw steden, totdat de hoge,

    > > versterkte muren vallen, waarop gij in uw

    > gehele

    > > land vertrouwdet; ja, het zal u in het nauw

    > > brengen in al uw steden, in geheel het land dat

    > de

    > > HERE, uw G.d, u geven zal. In de benardheid en

    > > benauwdheid, waarmede uw vijand u kwellen zal,

    > > zult gij de vrucht van uw eigen schoot eten,

    > het

    > > vlees van de zonen en dochters, die de HERE, uw

    > > G.d, u geven zal. De meest verwekelijkte en

    > > verwende man onder u zal zijn broeder noch zijn

    > > eigen vrouw noch de kinderen, die hem nog

    > resten,

    > > iets gunnen, zodat hij geen van hen iets zal

    > > willen geven van het vlees zijner kinderen, die

    > > hij eet, omdat uw vijand hem niets anders

    > > overgelaten heeft, in de benardheid en

    > > benauwdheid, waarmede deze u in al uw steden

    > > kwellen zal. De verwekelijkte en verwende vrouw

    > > onder u, die van verwendheid en wekelijkheid

    > het

    > > nooit gewaagd heeft haar voetzool op de grond

    > te

    > > zetten, zal haar eigen man noch haar zoon en

    > > dochter iets gunnen, zelfs niet de nageboorte

    > uit

    > > haar schoot noch de kinderen, die zij baart,

    > want

    > > bij gebrek aan alles zal zij die in het geheim

    > > eten, in de benardheid en benauwdheid, waarmede

    > uw

    > > vijand u in uw steden kwellen zal. Indien gij

    > niet

    > > naarstig onderhoudt al de woorden der wet, die

    > in

    > > dit boek geschreven zijn, en gij niet deze

    > > heerlijke, geduchte Naam, de HERE, uw G.d,

    > vreest,

    > > dan zal de HERE u en uw nageslacht ongemeen

    > zwaar

    > > tuchtigen met felle, aanhoudende slagen en

    > boze,

    > > aanhoudende ziekten. Hij zal alle kwalen van

    > > Egypte, waarvoor gij bevreesd zijt, weer over u

    > > brengen, zodat zij aan u kleven. Ook allerlei

    > > ziekten en slagen, die in het boek van deze wet

    > > niet beschreven zijn, zal de HERE over u doen

    > > komen, totdat gij verdelgd zijt. Met weinigen

    > zult

    > > gij overblijven, terwijl gij talrijk geweest

    > zijt

    > > als de sterren des hemels – omdat gij niet

    > > geluisterd hebt naar de stem van de HERE, uw

    > G.d.

    > > Zoals de Here er behagen in had om u wil te

    > doen

    > > en u talrijk te maken, zo zal de HERE er

    > behagen

    > > in hebben om u te gronde te richten en te

    > > verdelgen; en gij zult weggerukt worden uit het

    > > land, dat gij in bezit gaat nemen. De HERE zal

    > u

    > > verstrooien onder alle natien van het ene einde

    > > der aarde tot het andere; aldaar zult gij

    > andere

    > > goden dienen, die noch gij noch uw vaderen

    > gekend

    > > hebben: hout en steen. Gij zult onder die

    > volken

    > > geen rust vinden noch een rustplaats voor uw

    > > voetzool; de HERE zal u daar een bevend hart

    > > geven, ogen vol heimwee en een kwijnende ziel.

    > > Zonder ophouden zal uw leven in gevaar

    > verkeren;

    > > des nachts en des daags zult gij opschrikken en

    > > van uw leven niet zeker zijn. Des morgens zult

    > gij

    > > zeggen: Was het maar avond; en des avonds: Was

    > het

    > > maar morgen - vanwege de vrees die uw hart

    > > vervult, en vanwege het schouwspel dat uw ogen

    > > zien. De HERE zal u op schepen naar Egypte

    > > terugbrenen langs de weg waarvan Ik u gezegd

    > had:

    > > Gij zult die nooit weerzien; gij zult daar aan

    > uw

    > > vijanden als slaven en slavinnen te koop

    > > aangeboden worden, maar er zal geen koper zijn.

    > > Dit zijn de woorden van het verbond dat de HERE

    > > Mozes geboden heeft met de Israeliten te

    > sluiten

    > > in het land Moab"

    > >

    > >

    > >

    > > Als u dit leest, dan krijgt de uitdrukking: "de

    > > vreze des HERE" een geheel nieuwe dimensie.

    > >

    > >

    > >

    > > Neemt u er a.u.b. goede nota van wie deze

    > > vervloekingen over het joodse volk zal brengen

    > > wanneer ze van G.d afwijken:

    > >

    > > “Dan zal IK ook aldus met u doen en met

    > > verschrikking u bezoeken …” Leviticus 26:16

    > >

    > > “Indien gij u tegen Mij verzet en naar Mij

    > niet

    > > wilt luisteren, dan zal IK u nog zevenmaal

    > harder

    > > slaan, naar uw zonden; Leviticus 26:21

    > >

    > > “Dan zal ook IK Mij tegen u verzetten en dan

    > zal

    > > IK u ook zevenmaal slaan wegens uw zonden.”

    > > Leviticus 26:24

    > >

    > > “En uw hoogten zal IK verwoesten en uw

    > > wierookaltaren uitroeien; IK zal uw lijken

    > werpen

    > > op de lijken uwer afgoden en Ik zal een afkeer

    > van

    > > u hebben.” Leviticus 26:30

    > >

    > > “De HERE (in de hebreeuwse tekst de

    > > vierletterige naam van G.d: J-H-W-H ) zal de

    > pest

    > > aan u doen kleven, totdat zij u heeft

    > weggevaagd

    > > uit het land, dat gij in bezit gaat nemen.”

    > > Deuteronomium 28:21

    > >

    > > ”De HERE zal u slaan met Egyptische zweren,

    > met

    > > builen, uitslag en schurft, waarvan gij niet

    > kunt

    > > genezen” Deuteronomium 28:27

    > >

    > > “Ook allerlei ziekten en slagen, die in het

    > boek

    > > van deze wet niet beschreven zijn, zal de HERE

    > > over u doen komen, totdat gij verdelgd zijt.

    > ”

    > > Deuteronomium 28:61

    > >

    > > Het is niet “de duivel”, niet “Satan”, niet het

    > > ongeleide toeval wat al deze rampen

    > veroorzaakt,

    > > (moge G.d genadig zijn) maar het is J-H-W-H

    > onze

    > > G.d hemzelf die het joodse volk straft als ze

    > van

    > > hem afwijken en zijn geboden niet onderhouden.

    > >

    > > In de moderne westerse maatschappij overheerst

    > het

    > > idee dat G.d een lief, zachtaardig persoon is;

    > G.d

    > > is ‘liefde’. Maar G.d heeft ook een andere kant

    > > die heel anders is:

    > >

    > > “Want de HERE, uw G.d, is een verterend vuur,

    > > een jaloers G.d. ” Deuteronomium 4:24

    > >

    > > “Een jaloers G.d en een wreker is de HERE,

    > een

    > > wreker is de HERE en vol van grimmigheid; een

    > > wreker is de HERE voor zijn tegenstanders, en

    > > toornen blijft Hij tegen zijn vijanden …..Wie

    > > kan standhouden voor zijn gramschap? Wie

    > staande

    > > blijven bij zijn brandende toorn? Zijn

    > grimmigheid

    > > stort zich uit als vuur en de rotsen springen

    > voor

    > > Hem aan stukken. ” Nahum 1:2+6

    > >

    > > “Ik ben de HERE, en er is geen ander die het

    > > licht formeert en de duisternis schept, die het

    > > heil bewerkt en het onheil schept; Ik, de HERE,

    > > doe dit alles. ” Isaiah 45:7

    > >

    > > “Komt niet uit de mond des Allerhoogsten het

    > > kwade en het goede? ” Klaagliederen 3:37

    >

    > Als die plagen over Israel komen dan is Jahweh

    > niet in hun midden, dank jewel en zeer duidelijk

    Bs'd

    Hoe sraft Hij hen dan als Hij niet in hun midden is?

    Waar staat geschreven dat als God het volk straft, dat Hij dan niet in hun midden is?

  • Ellen-Josee

    Eliyahu Schreef:

    ——————————————————-

    > Elia Schreef:

    > ————————————————–

    > —–

    > > En wat heb je in deze over Deuteronomium 32 te

    > > jeremieren?

    > >

    > > 4 Hij is een rots, hij staat voor recht;

    > > alles wat hij doet is volmaakt.

    > > Trouw is God, rechtvaardig en zuiver,

    > > in hem is geen spoor van kwaad.

    >

    > Bs'd

    >

    > IN Hem is geen spoor van kwaad.

    >

    > Maar Hij maakt wel wat wij ervaren als kwaad.

    De woede van Jahweh richt zich op wie tegen hem in opstand komen.

    Dat is iets anders dan het kwaad, al ervaren domme mensen het wel als zodanig en dat komt weer omdat zij opstandig zijn.

    Het gaat niet om de ervaring of om het lekkere gevoel, maar om wat in de schrift staat.

    Ellen

  • Richard II

    > Dat hangt er van af. Tussen Dreft of Dubro zou

    > ook nog een moreel verschil kunnen zitten waar jij

    > zelf voor kiest.

    Dat kan. Maar daarover is mij niets bekend.

  • Douce.

    Sorry dat ik zo laat reageer:) over het hoofd gezien.

    Het is een duidelijk hoofdstuk over de keuze die we maken, maar niet over de vrije wil, deze zinsnede komt in de Bijbel niet voor.

    Overigens in dit hoofdstuk is het ook zo, dat er geen vrije wil noch keuze is, als je niet kiest of wilt wat er voor je vast gesteld is, heb je het (heilige) nakijken.\

    Wat is daar voor vrijheid in?

    Douce