Romeinen 1:16
16 Voor dit evangelie schaam ik mij niet, want het is Gods reddende kracht voor allen die geloven, voor Joden in de eerste plaats, maar ook voor andere volken. 17 In het evangelie openbaart zich dat God enkel en alleen wie gelooft als rechtvaardige aanneemt, zoals ook geschreven staat: ‘De rechtvaardige zal leven door geloof.
Paulus verwijst in deze tekst naar de profeet Habakuk.
En lezen we dan watdeze profeet zegt, dan staat er:
(Habakuk 2:4)
Wie niet oprecht is kwijnt weg,
maar de rechtvaardige zal leven door zijn trouw.
In het grieks wordt voor geloof doorgaans het woord pisteos of vervoegingen daarban gebruikt. In onze taal wordt dit woord gewoonlijk vertaald met trouw zijn, vertrouwen, geloven en als trouw of oprechtheid. Deze link heeft Paulus ongetwijfeld in zijn achterhoofd gehad toen hij aan de passage bij habakuk dacht.
Je zou kunnen stellen: geloven = trouw zijn.
Het kenmerk van de gelovige is dat hij trouw is.
iedere jood, en zeker de gelovige joden in de tijd van Paulus dachten bij trouw zijn aan trouw aan het overgeërfde geloof: het Joodse volk had direct van JHWH in de woestijn wetten, waarden, normen, en leefregels meegekregen. Daaraan werd men geacht vast te houden, trouw te zijn. En de vraag of men rechtvaardig genoeg was, werd dan ook afgeleid van de ijver waarmee men dit in de praktijk gebracht.
Dat werd dan ook meteen het grootste probleem waarmee Jezus te maken kreeg: de letterknechterij die er zelfs toe leidde dat hem verboden wed op sabbath zieken te genezen.
Ik zou dan ook een lans willen breken om ‘door het geloof’ niet op te vatten als ‘door een bepaalde manier van denken’ maar meer door het vertrouwen in de joodse wetgeving, zoals Habakuk voor ogen stond.
het is een logische gedachte, als je ook vers 18 uit de inleidende tekst van Rom. 1 er bij neemt:
18 En vanuit de hemel openbaart Gods toorn zich over al het kwaad en onrecht van hen die met hun onrechtvaardigheid de waarheid geweld aandoen.
En Paulus weidt vervolgens uit over allerlei afschuwelijke daden die volgens Paulus het gevolg zijn van de onrechtvaardigheid: zedeloosheid, liegen, homofilie…. lees het verder maar na.
Kortom: Paulus prijst hier, in dit Romeinenhoofdstuk niet het ideeenstelsel aan dat wij bedoelen als het hebben over ‘het geloof’, maar hij roept ons op om trouw te zijn, en vast te houden aan de joodse wetten.