Lengte van de scheppingsdagen.
Laten we eens logisch redeneren,de bijbel zegt niet hoe lang elke scheppingsperiode was.
Toch zijn ze alle zes geëindigd, want met betrekking tot de zesde dag wordt ,net als in het geval van de voorgaande vijf dagen, gezegd: „En het werd avond en het werd morgen: een zesde dag” Ge 1:31.
Mee eens?
Dit wordt echter niet gezegd van de zevende dag, waarop God ertoe overging te rusten, wat erop duidt dat die dag nog niet ten einde was,
of staat het in jouw bijbel anders maar dat denk ik niet;…Ge 2:1-3.
Ook gaf Paulus meer dan 4000 jaar nadat de zevende dag, of Gods rustdag, was begonnen, te kennen dat die dag nog voortduurde.
In Hebreeën 4:1-11 verwees hij naar Davids eerder geuite woorden Ps 95:7, 8, 11 en naar Genesis 2:2 en gaf vervolgens de aansporing:
Laten wij daarom ons uiterste best doen die rust in te gaan.
In de tijd van de apostel had de zevende dag reeds duizenden jaren geduurd en was nog niet geëindigd. De duizendjarige regering van Jezus Christus, die in de Schrift de Heer van de sabbat wordt genoemd Mt 12:8, maakt kennelijk deel uit van de grote sabbat, Gods rustdag Opb 20:1-6.
Hieruit zou blijken dat Gods rustdag vanaf het begin tot het einde ervan duizenden jaren zou duren.
De week van dagen die in Genesis 1:3 t/m 2:3 wordt beschreven en waarvan de laatste dag een sabbat is, schijnt overeen te komen met de week waarin de Israëlieten hun tijd indeelden, waarbij zij overeenkomstig de goddelijke wil op de zevende dag een sabbat in acht namen Ex 20:8-11.
En aangezien de zevende dag al duizenden jaren voortduurt, kan er redelijkerwijs worden geconcludeerd dat elk van de zes scheppingsperiodes, of dagen, op zijn minst duizenden jaren lang was.
Dat een dag langer kan zijn dan 24 uur blijkt uit Genesis 2:4, waar over alle scheppingsperiodes wordt gesproken als één dag
Dit wordt ook bevestigd doordat Petrus onder inspiratie zei dat bij Jehovah één dag als duizend jaar is en duizend jaar als één dag;..2Pe 3:8.
Dat elk van de scheppingsdagen niet slechts 24 uur heeft geduurd maar zich over een langere tijdsperiode heeft uitgestrekt, zelfs over duizenden jaren, strookt beter met het geologische bewijsmateriaal dat in de aarde zelf is aangetroffen.
De feiten van een zes daagse schepping weerspreken zo’n conclusie:
(1) Het licht van de Andromeda-nevel is in een heldere nacht op het noordelijk halfrond te zien.
Dat licht doet er ongeveer 2.000.000 jaar over om de aarde te bereiken, waaruit blijkt dat het universum ten minste miljoenen jaren oud moet zijn. (2) Eindprodukten van radioactief verval in gesteenten die in de aarde worden aangetroffen, getuigen ervan dat sommige rotsformaties al miljarden jaren onveranderd zijn.
Maar als je desalnietemin in een zes daagse schepping van 24 uur blijft vast houden zo zij het.
Johanan.