Marith Schreef:
——————————————————-
> perihelium Schreef:
> ————————————————–
> —–
>
> > > > > > Is Gods koninkrijk iets dat in ons hart
> > > zit?
> > > > > >
> > > > > >
> > > > > > Johanan.
> > > > >
> > > > >
> > > > > Ja, maar de deur is op slot om het
> > Koninkrijk
> > > > en
> > > > > zijn Koning te leren kennen.
> > > >
> > > >
> > > > Wanneer iemand door Jezus (Hij is de deur)
> > > > binnenkomt zal hij gered worden. (Johannes
> > > 10:9)
> > > >
> > > > Openbaring 3:8
> > > > Ik weet wat u doet. Ik heb ervoor gezorgd
> dat
> > > de
> > > > deur voor u openstaat, zonder dat iemand
> hem
> > > kan
> > > > sluiten. Want ook al hebt u weinig invloed,
> u
> > > bent
> > > > trouw gebleven aan wat ik heb gezegd en
> hebt
> > > mijn
> > > > naam niet verloochend.
> > >
> > > Het is de mens zelf die de deur op slot houdt
> > of
> > > dicht gooit
> >
> >
> >
> > Lucas 11:9
> > Daarom zeg ik jullie: vraag en er zal je
> gegeven
> > worden, zoek en je zult vinden, klop en er zal
> > voor je worden opengedaan.
> >
> > Openbaring 3:20
> > Ik sta voor de deur en klop aan. Als iemand
> mijn
> > stem hoort en de deur opent, zal ik
> binnenkomen,
> > en we zullen samen eten, ik met hem en hij met
> > mij.
>
> dat is de Weg….
> Zolang niet gevraagd wordt blijft deur op slot of
> ziet men niet dat ze openstaat of hoort men Zijn
> Stem niet….blind en doof zijn dus….
Johannes 14:1-7
Wees niet ongerust, maar vertrouw op God en op mij. In het huis van mijn Vader zijn veel kamers; zou ik anders gezegd hebben dat ik een plaats voor jullie gereed zal maken? Wanneer ik een plaats voor jullie gereedgemaakt heb, kom ik terug. Dan zal ik jullie met me meenemen, en dan zullen jullie zijn waar ik ben. Jullie kennen de weg naar waar ik heen ga.’ Toen zei Tomas: ‘Wij weten niet eens waar u naartoe gaat, Heer, hoe zouden we dan de weg daarheen kunnen weten?’ Jezus zei: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij de Vader komen dan door mij. Als jullie mij kennen zullen jullie ook mijn Vader kennen, en vanaf nu kennen jullie hem, want jullie hebben hem zelf gezien.’