Ik heb hier een stuk over homofilie, door Jan van Reijkenborgh, 1960 waarin een -oorzaak en gevolg- uitleg van de geaardheid van de mens wordt gegeven. Het gaat inderdaad over kiezen.
De geslachtelijke gescheidenheid heeft tot taak ervoor te zorgen dat er voortdurend nieuwe natuurlijke wezens geboren worden, en het leven zelf zorgt ervoor dat ze intijds weer vermalen worden. Op deze wijze kan het plan van redding worden uitgevoerd, door de harde leerschool der diepe ervaring heen. Op deze wijze kan het pad tot zelfkennis worden bewandeld.
De geslachtelijke gescheidenheid der natuurgestalten is daarbij voorwaarde. Want daardoor draait het wiel van geboorte en dood ononderbroken door ; en de gang door het leven is de onmisbare School der ervaring, zegt Pymander. En wie in deze School des Levens wordt voortgedreven en het Gemoed bezit, dwz het hartheiligdom dat vibreren kan in overeenstemming met de Roos, en openstaat voor het gnostieke Licht, zal zichzelve naar zijn ware aard eenmaal gaan kennen en de tweevoudigheid daarvan diep gevoelen. Zo iemand zal dan weten dat de liefde tot de natuurlijke gestalte, de begeerte van de vlezen gevangenis, de oorzaak is van de dood met al zijn consequenties.
Zo werd dan de vermenging ingevoerd en de voorplanting ingezet, de voortplanting der soorten door de gescheidenheid der geslachten, precies zoals in het dierenrijk en het plantenrijk. Wie op deze weg tot zelfkennis komt, wordt gevoerd op het pad der zielemensheid. En wie de natuurgesalte blijft omklemmen, blijft in de duisternis dolen, en ondergaat op gevoelige wijze wat des doods is.
Het is misschien goed hier te wijzen op de in alle tijden voorkomende abnormaliteiten ter zake van de geslachtelijke verscheidenheid en haar consequenties, zodat van tijd tot tijd bij een groot aantal mensen een natuurgestalte ontstaat die noch man, noch vrouw is. Zulk een menstype ontwikkelt zich enerzijds uit de afwijzing van het Plan Gods dat de mens in schuld en boete door de materie heendrijft, en anderzijds uit de afwijzing van de geslachtelijke gescheidenheid en haar consequenties. Men wil het Plan niet aanvaarden dat de mens weer doet opvaren in de oorspronkelijke zielegestalte, maar deinst ook terug voor de onverbiddelijke consequentie van die weigering : de dialectische levensstaat ‘moeten’ leven.
En zo ontwikkelt zich bij voorbeeld het abnormale menstype dat wij kennen als de homoseksueel, het type dat het product is van de levensisolatie van de natuurgestalte, zonder dat het pad van bevrijding, het pad van de ware zelfkennis, wordt gegaan. De genezing voor hen die met deze ziekte behept zijn, is zich, ten eerste, naar hun geschondenheid niet uit te leven, en ten tweede zich in volle overgave naar het Pad te richten en het naarstig te bewandelen. U kunt, als natuurgeboren mens, de natuurgestalte slechts afzweren en afwijzen, terwille van uw bewuste hunkering en daadkrachtig streven weer op te gaan in de zielegestalte. Maar wanneer u dat Pad niet zoekt of niet wilt gaan, en de hormonale driften dus volkomen gelijk blijven aan hun aard, en de natuurgestalte in dat hormonale vuur blijft bestaan, is het toch onvermijdelijk dat een of andere tegennatuurlijke ontwikkeling ontstaat !
Velen die zich in de loop der eeuwen zogenaamd uit het leven hebben teruggerokken, en de kloosters zijn binnengegaan, hebben zichzelf gedenatureerd.