> En ook het heilige wordt opgemerkt.
Oh ja?
> Maar door Wie,
> denk je?
Weet jij het?
385. Rom 8,1
Zo is er dan nu geen verdoemenis voor hen, die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest.
386. Rom 8,2
Want de wet van de Geest des levens in Christus Jezus heeft mij vrijgemaakt van de wet der zonde en des doods.
387. Rom 8,4
Opdat het recht der wet vervuld zou worden in ons, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest.
388. Rom 8,5
Want die naar het vlees zijn, bedenken wat van het vlees is; maar die naar de Geest zijn, bedenken, wat van de Geest is.
389. Rom 8,6
Want het bedenken van het vlees is de dood; maar het bedenken van de Geest is het leven en vrede;
390. Rom 8,9
Doch gij zijt niet in het vlees, maar in de Geest, indien tenminste de Geest Gods in u woont. Maar zo iemand de Geest van Christus niet heeft, die komt Hem niet toe.
391. Rom 8,10
En indien Christus in u is, zo is wel het lichaam dood om de zonden; maar de geest is leven om de gerechtigheid.
392. Rom 8,11
En indien de Geest van Hem, Die Jezus uit de doden opgewekt heeft, in u woont, zo zal Hij, Die Christus uit de doden opgewekt heeft, ook uw sterfelijke lichamen levend maken, door Zijn Geest, Die in u woont.
393. Rom 8,13
Want indien gij naar het vlees leeft, zo zult gij sterven; maar indien gij door de Geest de werkingen van het lichaam doodt, zo zult gij leven.
394. Rom 8,14
Want zovelen als er door de Geest Gods geleid worden, die zijn kinderen Gods.
395. Rom 8,15
Want gij hebt niet ontvangen de Geest der dienstbaarheid weer tot vreze, maar gij hebt ontvangen de Geest der aanneming tot kinderen, door Wie wij roepen: Abba, Vader!
396. Rom 8,16
Die Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn.
397. Rom 8,26
En evenzo komt ook de Geest onze zwakheden mede te hulp; want wij weten niet, wat wij bidden zullen, gelijk het behoort, maar de Geest Zelf bidt voor ons met onuitsprekelijke zuchtingen.
398. Rom 8,27
En Die de harten doorzoekt, weet welke de mening van de Geest is, omdat Hij naar God voor de heiligen bidt.
399. Rom 9,1