Welkom op het forum van startpagina!

Dit forum staat op alleen-lezen. Je kan hier informatie zoeken en oude berichten terugvinden, maar geen nieuwe berichten plaatsen.

Meer informatie op bijbel.startpagina.nl

Gaan we naar de hemel ?

  • Frans

    Kan men contact leggen met overledenen in de hemel? Als dit alles waar zou zijn, waarom komt Jezus Christus naar de aarde terug om de opstanding der doden te doen plaatsvinden als alle doden die goed geleefd hebben al voorgoed en in blijdschap bij Hem in de hemel zijn? Zou het niet handiger zijn hen mee te nemen uit de hemel naar de aarde? Wat zegt de Bijbel over dit onderwerp? Zijn Henoch en Elia in de hemel opgenomen?

    Of liggen ze in hun graf te wachten op de opstanding der doden?

    Veel christenen vieren jaar­lijks Hemelvaartsdag. Veel christenen geloven in een hemel waar mensen, die in ge­loof zijn gestorven onmiddellijk na hun dood naar toe gaan, maar wat onderwijst de Bijbel hierover? De meeste godsdiensten en gods­dienstige organisaties, inclusief de meeste christelijke kerkgenoot­schappen, onderrichten dat goede mensen naar een soort paradijs gaan, de hemel, nadat zij sterven. De hemel wordt gewoonlijk omschreven als een plaats van onovertrefbaar geluk - het ultieme paradijs. Onderricht en geloofd wordt dat iedereen die daar naartoe gaat, voorgoed in blijdschap zal leven. Toch lijkt niemand haast te hebben.

    Wat te doen in eeuwigheid?

    Misschien dat de reden voor deze tegenzin komt doordat nog nooit ie­mand ons van een oprechte verkla­ring heeft voorzien over de bezighe­den in de hemel. Indien wij daar de eeuwigheid moeten doorbrengen, zou God ons dan in de Bijbel niet ietsvertellen over wat wij moeten ver­wachten als wij daar aankomen? Zul­len wij onze tijd spenderen aan het spelen op de harp? Zullen wij een­voudigweg naar God staren? Dit zijn populaire begrippen van de hemel, maar de meeste mensen kunnen zich niet voorstellen dit tot in eeuwigheid te moeten doen. Eeuwigheid is een lange tijd!

    Misschien moeten wij onszelf afvra­gen of deze gemeenschappelijke be­grippen uit de Bijbel komen. Veel mensen die verwachten naar de he­mel te gaan geven aan dat zij maar weinig kunnen vinden in de Bijbel over wat zij kunnen verwachten.

    De Britse historicus en auteur Paul Johnson zei het op de volgende ma­nier: “Hemel… heeft een gebrek aan echte aansporing. Inderdaad ont­breekt enige definitie. Het is het ge­weldige gat in theologie” (The Quest for God, 1996, pag. 173). Indien de hemel het doel is dat God voor Zijn dienaren heeft, waarom heeft Hij er dan zo weinig over geopenbaard in Zijn Woord, de Bijbel?

    Er is een goede reden voor de

    leegte in de Bijbel als wij kijken wat de “rechtvaardige” - degene die een soort van eeuwige straf is bespaard - zal doen in de hemel. De reden is eenvoudig: De Bijbel zegt niet dat de rechtvaardige de hemel zal ontvan­gen als beloning.

    Gaan mensen naar de hemel?

    Het populaire geloof is dat een goed persoon onmiddellijk nadat hij sterft, naar de hemel gaat.

    De Westminster Confession of Faith, geschreven in de 1 7de eeuw, zegt, onder andere:

    “De lichamen van de mensen keren na de dood terug tot stof, en vergaan; maar hun zielen, (die nooit sterven noch slapen), hebbende een onsterfe­lijk gedeelte, keren onmiddellijk te­rug naar God die deze ziel gaf. De zielen van de rechtvaardigen worden dan perfect gemaakt in heiligheid en ontvangen in de hoogste hemels, waar zij het gezicht van God aan­schouwen in licht en glorie, wachten­de op de volledige redding van hun lichamen”. Maar is dit concept over­eenkomstig hetgeen in de Bijbel staat?

    Maar is dit concept overeen­komstig hetgeen in de Bijbel staat? Verklaren de Schriften dat rechtvaar­digen naar de hemel gaan gelijk wan­neer zij sterven?

    David, de koning van Israël en au­teur van vele van de Psalmen, werd door God “een man naar mijn hart” genoemd (Handelingen 13:22). Toch ging David na zijn dood niet naar de hemel. De apostel Petrus, die onder inspiratie van God spreekt, verklaar­de: “Mannen broeders, men mag vrijuit tot u zeggen van de aartsvader David, dat hij èn gestorven èn begra­ven is, en zijn graf is bij ons tot op deze dag” (Handelingen 2:29). Hij voegde daaraan toe: “want David is niet opgevaren naar de heme­len” (vers 34).

    David wordt genoemd in Hebreeën 11:32 tezamen met anderen die stier­ven in geloof en in vers 39 is David één van de personen van wie wordt gezegd: “ook deze allen, hoewel door het geloof een getuigenis aan hen ge­geven is, hebben het beloofde niet verkregen”.

    Jezus, sprekende ongeveer 1.000 ja­ren na de dood van David, zei: “En niemand is opgevaren naar de hemel, dan die uit de hemel nedergedaald is, de Zoon des mensen” (Johannes 3:13). Dit betekent dat Abraham, Mozes, David, de profeten en alle an­dere rechtvaardige mannen en vrou­wen die leefden voor de eerste komst van Christus niet naar de hemel zijn gegaan. Zij werden in het graf begra­ven, net als David.

    De zienswijze dat de ziel van een persoon na de dood naar de hemel gaat (hoewel velen hieraan vasthou­den in goed vertrouwen) kan niet ge­vonden worden in de Bijbel. Het re­sulteert in een misverstand over de Bijbel en verwarring over wat de Bij­bel wel over de opstanding en het le­ven na de dood onderricht.

    Wat is het Koninkrijk der Heme­len?

    Veel mensen geloven dat zij naar de hemel zullen gaan omdat Jezusherhaaldelijk van het Koninkrijk der Hemelen sprak. In Mattheüs 5:3 zei Hij, “Zalig de armen van geest, want hunner is het Koninkrijk der Heme­len”. Drie andere verzen in Mattheüs 5 verwijzen ernaar dat de getrouwen het Koninkrijk der Hemelen zullen binnengaan. De zinsnede “Konink­rijk der Hemelen” verschijnt in totaal 32 maal in het boek van Mattheüs.

    Nochtans, Mattheüs is de enige bijbelse schrijver die de term “Koninkrijk der Hemelen” gebruikt. Andere schrijvers van de Bijbel ge­bruiken de term “Koninkrijk van God”, bijvoorbeeld Lucas. Hij be­schrijft de woorden van Jezus, met betrekking tot dezelfde gebeurtenis zoals hierboven beschreven is, als volgt: “Zalig, gij armen, want uwer is het Koninkrijk Gods” (Lucas 6:20). De beide termen zijn verwisselbaar. De term “Koninkrijk van God” wordt 69 keer in het Nieuwe Testament ge­bruikt, voornamelijk in de Evangeli­en Mattheüs, Marcus, Lucas en Jo­hannes.

    Zoals wij zullen zien, heeft Jezus Zijn volgelingen niet verteld dat zij moeten verwachten naar de hemel te gaan. Hij sprak in plaats daarvan over een koninkrijk afkomstig van God die op de aarde gevestigd wordt bij Zijn tweede komst. Let op de verklaring van Jezus dat Hij naar Zijn volgelingen zou komen op aar­de bij Zijn terugkeer in plaats van hen te laten opstijgen naar de derde hemel om met Hem te zijn waar Hij momenteel woont.

    Na de kruisiging en herrijzenis van Jezus, bracht Hij 40 dagen door met Zijn volgelingen om hen te onder­richten over het Koninkrijk van God (Handelingen 1:3). Hierna voegde Hij zich bij Zijn Vader in de hemel. Laten we kijken naar de instructie die Zijn volgelingen ontvingen nadat Hij ten hemel opsteeg.

    “En nadat Hij dit gesproken had, werd Hij opgenomen, terwijl zij het zagen, en een wolk onttrok Hem aan hun ogen. En toen zij naar de hemel staarden, terwijl Hij henenvoer, zie,twee mannen in witte klederen ston­den bij hen,die ook zeiden: Galileese mannen, wat staat gij daar en ziet op naar de hemel? Deze Jezus, die van u opgenomen is naar de hemel, zal op dezelfde wijze wederkomen, als gij Hem ten hemel hebt zien va­ren” (Handelingen 1:9-11).

    Jezus sprak herhaaldelijk over Zijn terugkeer om het Koninkrijk van God op aarde (Mattheüs 25:31-34; Lucas 21:27-3 1) te vestigen.

    Hij zal op aarde terugkeren en Zijn Koninkrijk hier vestigen – niet in de hemel. In wat normaal gesproken het ‘onze Vader’ genoemd wordt, onder­richt Hij Zijn aanhangers te bidden tot de hemelse Vader “Uw koninkrijk kome” (Mattheüs 6:10; Lucas 11:2).

    Dat koninkrijk is het ware doel van iedere christen (Mattheüs 6:33); wij moeten hiervoor bidden.

    In Lucas 19:12 sprak Jezus van Zichzelf in een parabel en vergeleek Zichzelf als volgt: “een man van ho­ge geboorte trok naar een ver land om voor zich de koninklijke waardig­heid in ontvangst te nemen en (daarna) terug te keren.”

    Het “verre land” is de woonplaats van Zijn Vader, Die in de hemel is. Jezus zal het Koninkrijk van God naar aarde brengen bij Zijn terug­keer.

    Mattheüs verwijst hier soms naar als het “koninkrijk der hemelen” om­dat het een koninkrijk van heerlijke, goddelijke oorsprong is.

    Merk ook op dat er staat geschre­ven “koninkrijk der hemelen” en nooit “koninkrijk in de hemelen”. (Voor meer informatie over wat de Bijbel precies zegt over het Konink­rijk van God kunt u ons gratis boekje “Het Evangelie van het Koninkrijk” aanvragen).

    Het Koninkrijk van Christus op aarde

    Een profetie in het Oude Testament gaat specifiek over de terugkeer van Jezus en vertelt ons precies waar Hij zal aankomen op aarde om Zijn Ko­ninkrijk te vestigen. "Zijn voeten zul

    len te dien dage staan op de Olijfberg, die vóór Jeruzalem ligt aan de oostzij­de… En de HERE zal koning worden over de gehele aarde" (Zach. 14:4, 9).

    De gebeurtenis waarover wij lezen in het boek Handelingen waarin de he­melvaart van Jezus wordt beschreven vertelt ons dat Hij op de Olijfberg voor het laatst sprak met Zijn volgelin­gen en het was dezelfde berg van waaruit zij Hem zagen opstijgen in de wolken. Hij zal op dezelfde berg te­rugkeren om te beginnen met Zijn re­gering in het Koninkrijk van God.

    In Mattheüs 5:5 vertelt Jezus ons: “Zalig de zachtmoedigen, want zij zul­len de aarde beërven”. Dit vers en ve­le andere beschrijven dat de heiligen regeren op aarde in het Koninkrijk van God. Bijvoorbeeld Openbaring 5:10, waarin over de herrezen heiligen ge­sproken wordt, zegt: “Gij hebt hen voor onze God gemaakt tot een ko­ninkrijk en tot priesters, en zij zullen als koningen heersen op de aarde”.

    De beloning van de heiligen is eeu­wig leven in het Koninkrijk van God. Dit zal aan hen gegeven worden wan­neer Christus terugkeert maar, zoals wij gezien hebben, zal Jezus met hen op de aarde heersen in plaats van in de hemel.

    De opstanding

    Volgens de Bijbel is de dood een toe­stand die te vergelijken is met een die­pe slaap. Men is zich van niets bewust. Dat staat in Psalm 6:6: “Want in de dood is Uwer geen gedachtenis; wie zou U loven in het dodenrijk?”

    Ook Prediker 9 vers 10 beaamt dit: “Al wat uw hand vindt om naar uw vermogen te doen, doe dat, want er is geen werk of overleg of kennis of wijsheid in het dodenrijk, waarheen gij gaat.”

    Dood is het tegenovergestelde van le­ven. Ook Jezus Christus is dood ge­weest, maar werd weer levend: "Ik ben dood geweest, en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheden, en Ik heb de sleu­tels van de dood en het doden­rijk.” (Openbaring 1:18).

    Hoe zullen de heiligen weer tot leven komen en eeuwig leven krijgen? Net

    als Christus door een wederopstan­ding. Wanneer vindt de opstanding der heiligen of rechtvaardigen plaats? Dat wordt de eerste opstanding genoemd en vindt plaats bij Christus’ terug­komst bij de laatste bazuin. Dan gaan de graven open en de rechtvaardigen die in Christus ontslapen zijn, zullen opstaan in onvergankelijke heerlijk­heid.

    Dit lezen we in 1 Korintiërs 15:51-53: “Zie, ik deel u een geheimenis mede. Allen zullen wij niet ontslapen, maar allen zullen wij veranderd worden, in een ondeelbaar ogenblik, bij de laatste bazuin, want de bazuin zal klinken en de doden zullen onvergankelijk opge­wekt worden en wij zullen veranderd worden. Want dit vergankelijke moet onvergankelijkheid aandoen en dit sterfelijke moet onsterfelijkheid aan­doen.”

    Dit gebeurt wanneer Christus neer­daalt uit de hemel en de eerste opstan­ding plaatsvindt. De doden en de le­venden in Christus zullen weggevoerd worden naar de wolken Christus tege­moet. Ze zullen altijd met Christus zijn waar Hij ook heengaat (1Tessalo­nicenzen 5:15-17).

    Zij die in de eerste opstanding opstaan zullen als koningen en priesters samen met Christus op aarde regeren: “en zij werden weder levend en heersten als koningen met Christus, duizend jaren lang. De overige doden werden niet weder levend, voordat de duizend ja­ren voleindigd jaren. Dit is de eerste opstanding. Zalig en heilig is hij, die deel heeft aan de eerste opstanding: over hen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn en zij zullen met Hem als koningen heersen, duizend jaren” (Openbaring 20:1-6).

    Christus heeft de apostelen beloofd dat zij over de 12 stammen van Israël zou­den regeren op aarde. “Jezus zeide tot hen: Voorwaar, Ik zeg u, gij, die Mij gevolgd zijt, zult in de wedergeboorte, wanneer de Zoon des mensen op de troon zijner heerlijkheid zal zitten, ook op twaalf tronen zitten om de twaalf stammen van Israël te richten”

    (Mattheüs 19:28).

    God de Vader komt op aarde wo­nen!

    God de Vader zal nadat Hij de nieuwe hemel en de nieuwe aarde geschapen heeft zelf naar de nieuwe aarde neer­dalen en te midden van Zijn volk ko­men wonen:

    “En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan, en de zee was niet meer. En ik zag de heilige stad, een nieuw Jeruzalem, ne­derdalende uit de hemel, van God, ge­tooid als een bruid, die voor haar man versierd is. En ik hoorde een luide stem van de troon zeggen: Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal bij hen zijn, en Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geklaag, noch moeite zal er meer zijn, want de eerste dingen zijn voorbijgegaan. En Hij, die op de troon gezeten is, zeide: Zie, Ik maak alle dingen nieuw” (Openb. 21:1-5).

    Uit de Bijbel blijkt overduidelijk dat de aarde de plaats is waar recht­vaardigen zullen wonen, nadat zij door een opstanding weer tot leven zijn ge­komen. Uiteindelijk zal God met al Zijn kinderen op de nieuwe aarde Zijn intrek nemen in de nieuwe stad van onze God.

    Bron : http://www.ucg-holland.nl

  • Marjorie

    Wat een lap tekst! Niet gelezen dus.

    Ik begrijp je vraag maar weet geen antwoord.

  • Frederik D

    Dood is dood.

    Maar de mens aanvaardt deze nogal wrede waarheid niet en verzint het hiernamaals. Zoet zelfbedrog om eigen vermeend bestwil. Psychologisch gezien: doorgeslagen puberaal gedrag.

    Uiteraard valt dat hiernamaals niet te bewijzen. Daarom verzint men rare rites en mythes erbij. En zwaait men vroom met zogeheten heilige boeken.

    De hiernamaals-ideologie kent tal van varianten en die varianten raken het liefst onderling slaags.

  • Miracula

    Wat denk je nou zelf?

  • Frans

    Marjorie Schreef:

    ——————————————————-

    > Wat een lap tekst! Niet gelezen dus.

    >

    > Ik begrijp je vraag maar weet geen antwoord.

    Ik snap wel dat het heel wat tekst is, vond het zelf wel interessant, maar als je het niet leest heeft een reactie ook weinig zin, niet?

  • Frans

    Je doet hier een hele draai om je ongeloof te verkondigen, maar gaat nergens op de inhoud van wat ik plaatste in. Jammer.

  • Frans

    Ik denk dat als ik dood ben, dat ik zal vergaan en er niets meer van me over is op een bepaald moment, ik ben dan nergens. Tot God opZijn tijd er anders over beslist.

  • David

    Frederik D Schreef:

    ——————————————————-

    . Psychologisch gezien:

    > doorgeslagen puberaal gedrag.

    >

    Dat je God niet ervaart om welke reden dan ook is jouw beleving.

    De conclusie die je in je gemis aan godservaring trekt is zeker niet volwassen.

    Het geeft aan dat je je niet kan inleven in de ervaring van een ander.

    Het is net of een blinde mij staat te vertellen dat het puberaal gedrag is dat ik in kleuren geloof.

    Waarom probeer je God niet te bidden om meer geloof.

    Misschien dat je dan gaat ervaren wat wij als gelovigen ervaren.

    David ;)

  • Douce.

    Juist mensen die in zichzelf geloven, durven iets (in dit geval Iemand) boven zich te erkennen. Dat maakt werkelijk vrij.

    Puberaal gedrag is je eigen onzekerheid projecteren op anderen.

    Douce

  • Douce.

    Eerlijk gezegd ga jij zelf ook niet in op de inhoud.

    Het is allemaal bedacht door anderen, binnen een nieuwe Amerikaans afsplitsing (1995), bleek mij bij nader onderzoek.

    Kun jij zelf zeggen wat jij van het stuk vindt en of het op de vele details klopt en bijvoorbeeld ook wat jij onder het Koninkrijk der Hemelen (van God) verstaat?

    (Bij uitzondering heb ik het voor mij te lange stuk -ik lees meestal geen stukken van meer dan 35 regels, en ook deze niet altijd- gelezen).

    Douce