Frederik D Schreef:
——————————————————-
> Je knipt en plakt zonder te begrijpen wat je plakt
> en knipt. Je kunt het niet eens compact in je
> eigen woorden samenvatten.
Bs'd
Ik hoef het niet in mijn woorden samen te vatten, de woorden van hoogopgeleide ter zake kundige wetenschappers zijn overtuigender dan wat ik in mijn woorden er van ga maken.
> De biologie toont keihard aan dat biologie en
> evolutiewetenschap één zijn. Maar ja, jij wil
> weer terug naar het Stenen Tijdperk.
Biologie toont aan dat evolutie onmogelijk is:
Een gemiddeld tot klein eiwit is opgebouwd uit 300 aminozuren. Er zijn 20 verschillende aminozuren, dus er zijn 20 tot de macht 300, (20^300) verschillende mogelijkheden om een eiwit in elkaar te zetten, dat is 10^390. Dat is een 1 met 390 nullen. Dat is in vergelijking met de 10^80 atomen in het heelal, een praktisch oneindig getal.
Aan de andere kant heeft een mens minder dan 100.000 genen (10^5) die een zinnige functie vervullen. Als we er vervolgens van uitgaan dat er 100 miljoen verschillende soorten zijn, (wat aan de hoge kant is) en dat die allemaal 100.000 genen hebben, (wat teveel is), en dat deze genen allemaal verschillend zijn, (wat absurd is, veel genen zijn juist gelijk), en dat er gedurende 5 miljard jaar elk jaar zoveel soorten met elk 100.000 functionerende genen geweest zijn, (wat
natuurlijk veels te veel is) dan zouden er in totaal 5 x 10^8+5+9 = is maximaal 10^23 genen geweest zijn.
Het aantal mogelijke eiwitten die geproduceerd kunnen worden door een gen is 10^390.
Dat betekent dat de kans op het ontstaan van 1 functioneel eiwit 10^23 op 10^390, en dat is gelijk aan een kans van 1 op 10^367. En dat is in vergelijking met de 10^80 atomen in het heelal, een oneindig kleine kans.
De wetenschap gaat er van uit dat iets wat een kans heeft van maar 1 op 10^50, dat dat nooit gebeurt.
Het moge duidelijk zijn dat blind toeval niet in staat zal zijn om een nuttig functioneel gen te ontwerpen.
“Een eiwit-molecueel bestaat uit een groot aantal onderdelen die op een speciale manier gerangschikt zijn. Het aantal manieren waarop die onderdelen gerangschikt zouden kunnen worden is overdreven groot. In het geval van zo'n eiwit-molecuul kunnen we dat grote getal feitelijk berekenen. Isaac Asimov deed dat voor het specifieke hemoglobine- eiwit, en noemde dat het Hemoglobine Nummer. Het heeft 190 nullen. Dat is het aantal manieren waarop de bitjes van hemoglobine opnieuw gerangschikt kunnen worden zodat het resultaat geen hemoglobine meer is. In het geval van het oog kunnen we die berekening niet maken zondere een heleboel veronderstellingen in te bouwen, maar we voelen intuitief aan dat daar nog zo'n stompzinnig groot getal uit komt.”
Richard Dawkins, Climbing Mount Improbable.
"De kans dat 1 eiwit dat uit 100 aminozuren bestaat door toeval onstaat, is 10^ -130. Probeer maar niet om je dit getal voor te stellen, of het te vertalen in bekende grootheden. Laat eenvoudig het idee maar varen om op goed geluk eiwitten te maken. Zelfs als de hele wereldbevolking je zou helpen door dag en nacht te werken met de ongelooflijke sneheid van een miljoen eiwitten per seconde, zonder ooit tweemaal hetzelfde eiwit te maken, dan zou het hun nog altijd
10^107 jaar kosten, ofwel meer dan 5.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000
keer de geschatte leeftijd van het heelal, om alle mogelijke combinaties tevoorschijn te toveren.
Genoeg hierover, het is nu wel duidelijk."
Christian de Duve; De Levende Cel, deel 2.
Christian de Duve is emeritus professor in de biologie, en ontvanger van de nobelprijs voor geneeskunde: http://nl.wikipedia.org/wiki/Christian_de_Duve
Duidelijk genoeg dat de kans dat ook maar 1 functioneel eiwit zoals bv hemoglobine door stom toeval ontstaan is, nul is?
Dawkins probeert op de volgende manier onder het probleem uit te komen, hij schrijft in de Blind Watchmaker:
"Beantwoord de volgende vragen:
1: Heeft het menselijk oog in 1 keer direct kunnen ontstaan, in 1 enkele stap?
2: Heeft het menselijk oog kunnen ontstaan uit iets wat maar een heel klein beetje anders was dan het menselijk oog?
Het antwoord op Vraag 1 is een onbetwistbaar “Nee”. De kans dat het misgaat is vele miljarden malen groter dan het aantal atomen in het heelal.
Het antwoord op vraag 2 is is een duidelijk “Ja”, met als enige voorwaarde dat het verschil tussen het oog en zijn voorganger maar klein genoeg is.”
Hij geeft dus gewoon toe dat het oog niet in 1 keer door toeval ontstaan kan zijn. En daarom houdt hij het op heel veel kleine stapjes, heel veel kleine verbeteringen, die een stuk waarschijnlijker zijn dan in 1 keer een oog door toeval in elkaar draaien.
MAAR: Als de kans om de hele stap in 1 keer te maken vele miljarden malen kleiner is dan het aantal atomen in het heelal, dan volgt daaruit dat de benodigde tijd om de klus te klaren door middel van vele kleine stapjes die veel waarschijnlijker zijn (maar nog steeds onwaarschijnlijk) veel te groot is. Je zou dan namelijk absurd veel kleine stapjes = een absurd lange tijd nodig hebben om zoiets voor elkaar te krijgen.
Het aantal atomen in het heelal wordt geschat op 10 tot de macht 80 (10^80), dat is een 1 met 80 nullen.
De kans op het in 1 keer door toeval samenstellen van een oog ligt in de orde van grootte van 1 op 10^300. (de wetenschap gaat er van uit dat iets wat een kans heeft van 1 op 10^200 nooit voorkomt) Dus dat is geen optie. Dan maar met heel veel kleine meer waarschijnlijke (maar nog steeds onwaarschijnlijke) stapjes. Ik kan geen 10^300 meter in 1 keer afleggen, ik kan maar 1 stap per seconde doen, dus heb ik dan 10^300 seconden nodig om 10^300 meter af te leggen. Dat komt overeen met meer dan 10^290 jaar, terwijl volgens de evo's de leeftijd van het heelal maar 5x10^9 jaar oud is. Dat betekent dat we tijd te kort komen, iets in de grootte van 10^280 jaar. Dat is voluit geschreven:10.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000. 000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000. 000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000.000 jaar te kort.
De tijd, slechts 5 miljard jaar, is niet genoeg om zoveel stappen te maken. Het komt niet eens in de buurt.
Oftewel: Evolutie is geen serieuze optie.
Iemand die in evolutie gelooft die gelooft in absurdere en meer onmogelijke dingen dan iemand die gelooft in iemand die over water liep of de doden opwekte.
En er zijn wetenschappers, die als ze deze feiten zien, de consequenties trekken, ook als ze dat hun baan kost.
Maar dat zijn er natuurlijk niet veel.
> DNA verandert en een serie veranderingen van het
> DNA heet evolutie. Wie dit feit en deze logica
> ontkent, heeft een lelijke klap van de religieuze
> mallemolen.
Dat is jouw simplistische kijk op evolutie.
Dit is wat vaklieden er van zeggen:
“Voor een belangrijk deel zijn puntmutaties verantwoordelijk voor wat soms aangeduidt wordt als micro- of moleculaire evolutie, dat wil zeggen: De gedurende de evolutie steeds verdergaande vervanging van basen in homologe genen en van aminozuren in de daarmee corresponderende eiwitten. Maar ze hebben waarschijnlijk weinig van doen gehad met het veel meer omvattende verschijnsel in de evolutie, dat geleid heeft tot het ontstaan van steeds complexere levensvormen. Puntmutaties schijnen tijdens de hele evolutie met dezelfde frequentie te zijn voorgekomen en vertonen geen correlatie met gebeurtenissen die op een bepaald ogenblik nogal abrupt hebben geleid tot het verschijnen van nieuwe soorten.”
Prof Christian de Duve, Nobel Prize in Physiology or Medicine, “De Levende Cel”, deel 2.
“Puntmutaties of chromosomale herschikking zijn op zichzelf maar een beperkte bron van variatie voor evolutie, omdat ze alleen maar een functie kunnen wijzigen, of één bepaalde soort functie kunnen veranderen in een andere.”
An Introduction to Genetic Analysis, A.J.F. Griffiths, (university of Britisch Columbia) J.H. Miller, (university of California, Los Angeles) D.T. Suzuki, (university of Britisch Columbia) R.C. Lewinton, (Harvard University) W.M. Gelbart (Harvard University) 1996, blz 794
“Bewijs stapelt zich op, dat evolutie van eiwit-sequenties niet de enige of zelfs de belangrijkste basis is van de evolutie van organismes.”
Biochemistry, D. Voet, (university of Pennsylvania) J.G. Voet, (Swarthmore College) 1995
http://www.weloennig.de/Loennig-Long-Version-of-Law-of-Recurrent-Variation.pdf
“In accord with the law of recurrent variation, mutants in every species thoroughly examined (from pea to man) − whether naturally occurring, experimentally induced, or accidentally brought about − happen in a large, but nevertheless limited spectrum of phenotypes with either losses of functions or neutral deviations. Yet, in the absence of the generation of new genes and novel gene reaction chains with entirely new functions, mutations cannot transform an original species into an entirely new one. This conclusion agrees with all the experiences and results of mutation research of the 20th century taken together as well as with the laws of probability. Thus, the law of recurrent variation implies that genetically properly defined species have real boundaries that cannot be abolished or transgressed by accidental mutations.”
Dus mutaties kunnen geen nieuwe soorten maken.
Wat kan dat wel?
Hoe ontstaan nieuwe soorten?
Darwins boek heette “Het ontstaan van de soorten”, ondankst het feit dat hij deze vraag eigenlijk niet echt behandeld heeft; meer dan hondervijftig jaar later is het nog steeds grotendeels een mysterie hoe soorten precies ontstaan.
Chris Colby, The Talk Origens Archive, Introduction to evolutionary biology.
Huidige verkenningen van de nieuwe genetische en embryonale ontwikkelingsmechanismen - door gebruik te maken van de nieuwe technieken van de moleculaire biologie - zouden de lijst van potentiele mechanismen voor micro- en macro-evolutionaire verandering kunnen vergroten,. Misschien dat we dan zullen weten of het soort micro-evolutionaire onderscheiding dat optreedt als twee dochtersoorten van een groep reproductief geisoleerd raken,ook kan leiden tot nieuwe geslachten, families, of zelfs afdelingen.
Biology, N.K.Wessells (Stanford University) and J.L. Hopson, 1988, page 1074
A large volume with a distinct evolutionist slant. A textbook for biology students. setstats 1
Oftewel, nu weten we het niet, maar misschien weten we het dan.
Het is niet bekend of macro-evolutie plaatsvindt door niet-geledelijk sprongen, noch is het duidelijk of er unieke mechanismen nodig zijn voor of niet-geleidelijke sprongen of macro-evolutie.
Biology, blz 1075
Oftewel: Geen mens weet hoe nieuwe soorten ontstaan.
> Toch raar dat geen enkele neutrale wetenschapper
> zegt: alles goed en wel maar er zijn sterke
> aanwijzingen dat het hele zaakje inclusief het
> hele heelal plots in 4004 BC is ontstaan. Want die
> aanwijzingen zijn er niet.
Die aanwijzingen zijn overvloedig. Kijk bijvoorbeeld naar Dino's waar elastische pezen in gevonden worden, en soepele bloedvaten met daarin hemoglobine.
Alleen iemand die helemaal achterlijk is zal beweren dat zo'n karkas 80 miljoen jaar oud is.