CU Schreef:
——————————————————-
> samuel Schreef:
> > > >
> > > > Denk er eens over na.
> > >
> > > Nou, vooruit dan. Waarover zullen wij als
> > koningen
> > > heersen?
> >
> > Wat ons gegeven word om over te heersen als
> koning
> > in het 1000 jarige rijk.
>
>
> Steek eens van wal dan. Wat word je gegeven om
> over te heersen?
>
Wat ons gegeven word om over te heersen als koning!
>
> >
> > >
> > > En dan dat wachten op de Here Jezus. Is 2000
> > jaar
> > > wachten te rijmen met “Zie, ik kom spoedig”.?
> >
> > Ben jij al tweeduizend jaar oud?
>
> Nee, Ken jij mensen die 2000 jaar oud zijn?
Ja Jezus als vleesgeworden Zoon van God.
Maar jij ook want zegt dat je al tweeduizend jaar wacht, zodoende!
>
> >
> > Die ons voor gegaan zijn “slapen”, geen besef
> van
> > tijd.
>
> Oja , natuurlijk. als die flauwekulverhalen in de
> overlijdensadvertenties van "Het heeft de Here
> behaagt“ en ”De Here heeft tot zich genomen" en
> "Door de Here bevorderd tot de eeuwige
> heerlijkheid" is dan om je rot te lachen. De Here
> heeft er niets mee te maken want de doden slapen
> gewoon.
Ja mensen schrijven, dat is een feit.
Lach jij je maar rot, dat rotten komt ook vanzelf wel een keer vroeg of laat.
De komst des Heren
13 Doch wij willen u niet onkundig laten, broeders, wat betreft hen, die ontslapen, opdat gij niet bedroefd zijt, zoals de andere mensen, die geen hoop hebben. 14 Want indien wij geloven, dat Jezus gestorven en opgestaan is, zal God ook zó hen, die ontslapen zijn, door Jezus wederbrengen met Hem.
15 Want dit zeggen wij u met een woord des Heren: wij, levenden, die achterblijven tot de komst des Heren, zullen in geen geval de ontslapenen voorgaan, 16 want de Here zelf zal op een teken, bij het roepen van een aartsengel en bij het geklank ener bazuin Gods, nederdalen van de hemel, en zij, die in Christus gestorven zijn, zullen het eerst opstaan; 17 daarna zullen wij, levenden, die achterbleven, samen met hen op de wolken in een oogwenk weggevoerd worden, de Here tegemoet in de lucht, en zó zullen wij altijd met de Here wezen.
18 Vermaant elkander dus met deze woorden.
1 Tess.4