baldu Schreef:
——————————————————-
> Je kunt het ook anders bekijken
>
> Jezus lichtte misschien wel een sluier op:
>
> "wat is de dood, anders dan een slaap, waaruit men
> ontwaken kan,
> wat is ook het leven, anders dan een toestand van
> dezelfde dood?"
dit soort uitspraken schept alleen maar begripsverwarring.
In zijn uitspraak dat God niet de God van de doden is maar van de levenden, schept Jezus een zwart/wit tegenstelling op mooie wijze. Dood is dood. Zelfs zó dood dat God er niet eens mee geassocieerd wil worden. In tegenstelling tot leven, waar God wél God van wil zijn.
>
> 'Wie het leven behouden wil, zal het verliezen, en
> wie het leven niet haat om Mijnentwille, zal het
> Leven niet binnengaan"
>
Mijn uitleg: leven bestaat uit geven. Wie niet geven kan, vergeet te leven. En dit weet ik uit ervaring.
Als je in staat bent om je naaste in alles te (h)erkennen, ben je groot in het Koninkrijk van God.
> Zo ook: "wie zijn vader en moeder niet haat, kan
> Mij niet volgen"
>
> Hoevele slapen hebben wij niet gekend, en nog
> slapen wij na elke geboorte door, daar de geboorte
> slechts
> een moment van terugkeer in de stoffelijkheid is,
> zoals de dood een moment van heengaan uit de
> stoffelijkheid is.
> Daarom, men sterft slechts 1x, want om werkelijk
> te Leven zal men moeten sterven.
>
> Hoevele vaders en moeders hebben wij niet gehad in
> de stof, en hoevele malen zijn wij niet ook zelf
> een vader en moeder geweest
> Daarom zijn alle vaders en moeders en kinderen van
> deze wereld, onze vader en moeder en kinderen, en
> zijn wij dezelfde gisteren, vandaag en morgen
>
> Hoevele mannen en vrouwen hebben wij niet gehuwd,
> en hoevele malen zijn wij niet ook hen trouw en
> ontrouw geweest
> Waarom zou bij de opstanding slechts de moeder en
> de vader en de vrouw en de man en de kinderen van
> dit moment gekend en erkend moeten worden als
> zodanig,
> terwijl allen onze vaders en moeders zijn, onze
> kinderen, echtgenoten en echtgenotes.
> Dat zou uitsluiting betekenen, van je Zelf uit het
> Leven in de Opstanding
>
> Daarom huwen zielen in de opstanding niet, noch
> verwekken of baren zij kinderen, want alles zijn
> zij zelf
> Welke moeder en vader, man en vrouw en kind moeten
> wij dan liefhebben, als allen zich in onszelf
> bevinden
>
> Daarom, 'wie zijn vader en moeder niet haat, kan
> Mij niet volgen'
> Bemin God door de Christus, en heb daarmee de hele
> mensheid lief
>
> Allen dromen apart van Hem te staan, maar allen
> worden door Hem omgeven en doordrongen, immers: In
> Hem, zijn wij als mensheid Een
>
> Baldu
>
>
> LeSage Schreef:
> ————————————————–
> —–
> > Toen ik mijn vorige berichtje typte ( waar het
> ook
> > alweer om gaat), kwam ik in Math 22 uit, ivm
> het
> > grote gebod van het liefhebben.
> > In die tijd was er ook al grote twijfel aan het
> > bestaan van een opstanding der doden.
> > De evangelist beschrijft de mening van Jezus
> > hierin als volgt:
> >
> > Mt 22
> >
> > 23 Diezelfde dag kwamen er sadduceeën, die
> > beweren dat er geen opstanding uit de dood is,
> > naar hem toe. Ze stelden hem deze vraag: 24
> > ‘Meester, Mozes heeft gezegd: “Indien
> iemand
> > kinderloos sterft, moet zijn broer met de
> weduwe
> > trouwen omdat hij haar zwager is, en voor zijn
> > broer nakomelingen verwekken.” 25 Nu kennen
> wij
> > een geval met zeven broers. De eerste trouwde,
> > maar stierf kinderloos en liet zijn vrouw na
> aan
> > zijn broer. 26 Hetzelfde gebeurde met de tweede
> en
> > de derde broer, tot aan de zevende toe. 27 Het
> > laatst van allen stierf de vrouw. 28 Wiens
> vrouw
> > zal zij dan bij de opstanding zijn? Alle zeven
> > zijn ze immers met haar getrouwd geweest.’ 29
> > Jezus gaf hun ten antwoord: ‘U dwaalt,
> blijkbaar
> > kent u de Schriften niet, en de macht van God
> > evenmin! 30 Want bij de opstanding trouwen de
> > mensen niet en worden ze niet uitgehuwelijkt,
> ze
> > zijn dan als engelen in de hemel. 31 Hebt u
> niet
> > gelezen wat God u over de opstanding van de
> doden
> > heeft gezegd? Dit is wat hij zei: 32 “Ik ben
> de
> > God van Abraham, de God van Isaak en de God van
> > Jakob.” Hij is geen God van doden, maar van
> > levenden.’ 33 Toen de talrijke omstanders dit
> > hoorden, stonden ze versteld over zijn
> onderricht.
> >
> >
> > Ik kan me voorstellen dat men verbaasd stond
> over
> > dit onderricht.
> > Immers Jezus, die al als extreem vrijdenkend
> > bekend moet hebben gestaan vwb zijn mening over
> de
> > sabbath, over (het toepassen van) de doodstraf,
> > blijkt door zijn uitspraak 'Hij is geen God van
> > doden maar van levenden' te kennen te geven dat
> er
> > volgens hem geen dodenrijk bestaat.
> > En daarmee kiest hij impliciet de kant van de
> > sadduceeen