Ik zie wel verschil in het benoemen van vaderen en kinderen die verenigd worden in geestelijke zin als verbonden met het Lichaam van Christus zoals in Jesaja in mijn ogen bedoeld wordt, en in een scenario van wereldse onrust en de natuurlijke reflexen van de mens in zijn natuurlijke omgeving in diezelfde eindtijd.
Daarbij is zo´n eindtijd van alle tijden, omdat er in de mens zelf, als Godvrezende mens, deze strijd plaatsvindt..tot het einde/sterven/overgave van die ziel aan God.
Het is zowel in wereldomvang alsook bij elk mens, wat geschieden kan; zowel uiterlijk als innerlijk, zowel in de natuurlijke/materialistische zin als geestelijk/goddelijk gebeuren..
Marcus 13:
1 En toen Hij
uit de tempel ging, zeide een van Zijn discipelen tot Hem: Meester! zie, hoedanige stenen, en hoedanige gebouwen!
2 En Jezus, antwoordende, zeide tot hem: Ziet gij deze grote gebouwen?
Er zal niet een steen op de andere steen gelaten worden, die niet afgebroken zal worden.
3
En toen Hij gezeten was op de Olijfberg, tegenover de tempel, vroegen Hem Petrus, en Jakobus, en Johannes, en Andréas, alleen:
4
Zeg ons, wanneer zullen deze dingen zijn? En welk is het teken, wanneer deze dingen alle voleindigd zullen worden?
5 En Jezus, hun antwoordende, begon te zeggen:
Ziet toe, dat u niemand verleide.
6 Want velen zullen komen
onder Mijn Naam, zeggende: Ik ben de Christus; en zullen velen verleiden.
7 En wanneer gij zult horen van oorlogen, en geruchten van oorlogen, zo wordt niet verschrikt; want dit moet geschieden; maar nog is het einde niet.
8
Want het ene volk zal tegen het andere volk opstaan, en het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk; en er zullen aardbevingen zijn in verscheidene plaatsen, en er zullen hongersnoden wezen, en beroeringen. Deze dingen zijn maar beginselen der smarten.
9
Maar ziet gij voor uzelf toe; want zij zullen u overleveren in de raadsvergaderingen, en in de synagogen; gij zult geslagen worden, en voor stadhouders en koningen zult gij gesteld worden, om Mijnentwil, hun tot een getuigenis.
10 En het Evangelie moet eerst gepredikt worden onder al de volken.
11 Doch wanneer zij u wegleiden zullen, om u over te leveren, zo weest te voren niet bezorgd, wat gij spreken zult, en bedenkt het niet; maar zo wat u in die ure gegeven zal worden, spreekt dat; want gij zijt het niet, die spreekt, maar de Heilige Geest.
12 En de ene broeder zal de andere broeder overleveren tot de dood, en de vader het kind; en de kinderen zullen opstaan tegen de ouders, en zullen hen doden.
13 En gij zult gehaat worden door allen, om Mijns Naams wil;
maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden.
En dat laatste slaat op het verzoenen van de Vader met de Zoon…door het Leven gevende Woord, wat de Geest van God is.