Daan Schreef:
——————————————————-
> BOAZ Schreef:
> ————————————————–
> —–
> > Daan Schreef:
> >
> ————————————————–
>
> > —–
> > > 37 En de Vader, die Mij gezonden heeft, die
> > heeft
> > > van Mij getuigenis gegeven. Gij hebt nooit
> zijn
> > > stem gehoord of zijn gedaante gezien
> > >
> > >
> > > Dus ook Mozes niet.
> >
> > Jahweh Jahweh Jahweh is Echad.
>
>
> Zo nu en dan gebruiken bijbelschrijvers deze
> uitdrukking voor een eenheid van meer dan één
> persoon, zoals in het geval van een man en zijn
> vrouw die “één vlees ” zijn . Zie Genesis 2:24
> Dit betekent niet dat God en Jezus dezelde zijn.
Bs'd
Bovenstaande uitdrukking van Boaz bestaat niet.
Die citeert niet de bijbel, maar zijn eigen oververhitte fantasie.
“En zij zullen tot één vlees zijn” In het hebreeuws: “wehayu levasar echad” Deze tekst wordt geclaimd door het christendom om te “bewijzen” dat het hebreeuwse woord “echad” kan verwijzen naar een “samengestelde eenheid”, of dat het de betekenis kan hebben van “samengestelde eenheid”.
'Echad', één, kan verwijzen naar een samengestelde éénheid. Natuurlijk. Eén kan ook verwijzen naar een miljoen: Eén miljoen huizen. Hier verwijst één naar een miljoen, maar dit verandert niets aan de betekenis van één. Eén is één, en één blijft één. Het feit dat één verwijst naar, of is gekoppeld aan iets anders, verandert niet de betekenis van één. Dit blijkt overduidelijk uit het feit dat we het nog steeds hebben over ÈÈN miljoen, en niet over een miljoen miljoenen. Eén is één en één blijft één.
De claim dat ‘echad’, ‘één’, de betekenis kan hebben van “samengesteld éénheid”, met als bewijs het bovenstaande vers, is simpelweg fout. In het bovenstaande vers is het ‘vlees’, wat is samengesteld uit twee mensen, de samengestelde éénheid, en niet het woord ‘echad’, één. Vergelijk dit met het volgende: Eén groep mensen. Hier is de groep de samengestelde éénheid, en niet het woord één. Dit blijkt uit het feit dat we hier niet een samengestelde éénheid van een samengestelde éénheid hebben, maar we hebben hier ÈÈN samengestelde éénheid. (de groep mensen) Eén is één, en één blijft één.
Daarbovenop, wat het christendom hier doet is het vergelijken van appels met biefstukken. Het vers “Zij zullen tot één vlees zijn” kan niet vergeleken worden met “God is één”. In het eerste vers is de één een aantal, het zegt ons dat er slechts één vlees zal zijn. Maar in het tweede vers is één geen aantal, het zegt ons niet hoeveel goden er zijn. In “J-H-W-H is één” is de één een bijvoeglijk naamwoord, het beschrijft de essentie van God; het zegt dat Hij één IS. (en dus niet drie) En omdat in de twee verzen het woord één een heel andere functie heeft kan je niet uit de één een conclusie trekken en die overzetten op het andere vers.
En het christendom moet natuurlijk niet vergeten dat ze niet alleen de strijd hebben met het hebreewse woord “echad”, maar ook met het griekse woord “eis”, hetgeen ook één betekent. In Markus 12:28-34 heeft JC een discussie met een schriftgeleerde. De schriftgeleerde vraagt JC wat het eerste gebod is. (het eerste betekent hier “grootste”, “belangrijkste”, en niet “eerste”, want vele geboden waren eerder gegeven) Als antwoord hierop citeert JC Deuteronomium 6:4; “Hoor Israel, de HERE is onze God, de HERE is één”. Dat is in het grieks: ‘Kurios’ (de Heer) ‘eis’ (één) ‘estin’ (is). Als hij dit gezegd heeft zegt de schriftgeleerde tgen hem: “Inderdaad, Meester, naar waarheid hebt Gij gezegd, dat Hij één is en dat er geen ander is dan Hij.” Hierop antwoord JC: “Gij zijt niet verre van het Koninkrijk Gods”. Dus iedereen is het er over eens dat God één is. (uitgezonderd het christendom dan) En daarom moet het christendom niet alleen de betekenis van het hebreeuwse woord “echad” wat één betekent verdraaien en corrupteren naar drie, maar ook het griekse woord “eis” wat ook één betekent. De vraag is natuurlijk: Hoe lang kan je zulk soort grappen blijven uithalen en nog steeds geloofwaardig overkomen?
Voor het christendom is het letterlijk een zaak van leven of dood om het feit dat God één is te verdoezelen, want als God één is, dan is hij niet drie, en dan gaat de drie-eenheid het raam uit, en worden de christenen aan de kaak gesteld als de afgodendienaren die ze zijn. Daarom zijn ook in deze vele bijbelvertalingen vervalst. Kijk naar de reactie van de schriftgeleerde toen JC zei: “de HERE is één”, de schriftgeleerde zegt: “naar waarheid hebt Gij gezegd, dat Hij één is en dat er geen ander is dan Hij.” De schrifgeleerde zegt: “DAT HIJ ÈÈN IS” Hij zegt niet dat er één God is, hij zegt: “DAT HIJ (de ‘hij’ verwijzend naar God) ÈÈN IS” Neemt u er aub goede nota van dat het woord “God” niet voorkomt in de reactie van de schriftgeleerde. Hij verwijst naar God met “Hij”. Maar kijk nu is naar een aantal vertalingen:
Staten Vertaling: “En de schriftgeleerde zeide tot Hem: Meester, Gij hebt wel in der waarheid gezegd, dat er een enig God is, en er is geen ander dan Hij;”
Lutherse vertaling: “En de Schriftgeleerde zeide tot hem: Meester, gij hebt voorwaar recht gesproken; want er is één God, en er is geen ander buiten hem;”
Leidse vertaling: “Toen zeide de schriftgeleerde tot hem: Juist, meester; naar waarheid hebt gij gezegd dat Hij de Enige is en er geen buiten Hem is;”
Nieuwe Bijbel Vertaling: “De schriftgeleerde zei tegen hem: ‘Inderdaad, meester, wat u zegt is waar: alleen hij is God en er is geen andere God dan hij,”
Weg is het feit dat God één is, vervangen door de mededeling dat er één God is. Het christendom kan leven met één God. Dat is met één God die drie is: De Vader, de zoon, en de heilige geest. Het christendom kan niet leven met één God die één is zoals de bijbel leert. Daarom zijn de vertalingen vervalst en aangepast aan de christelijke dogma's.
Maar ere aan wie ere toekomt. Er zijn bijbelvertalingen die dit vers juist vertalen.
De “nieuwe vertaling” van het NBG: “Inderdaad, Meester, naar waarheid hebt Gij gezegd, dat Hij één is en dat er geen ander is dan Hij.”
Nieuwe Wereld Vertaling: “Hij is één, en er is geen ander dan hij.”
Hoor Israel, J-H-W-H is onze God, J-H-W-H is één!
Deut 6:4
“Want alle volkeren wandelen elk in de naam van zijn god, maar wij zullen wandelen in de naam van J-H-W-H onze God voor eeuwig en altijd!”
Micha 4:5