Welkom op het forum van startpagina!

Dit forum staat op alleen-lezen. Je kan hier informatie zoeken en oude berichten terugvinden, maar geen nieuwe berichten plaatsen.

Meer informatie op bijbel.startpagina.nl

Het mysterie van de grote IMMENSE boom

  • Johanan

    Daniël 4:10-12;…. Wat nu de visioenen van mijn hoofd op mijn bed betreft, zo aanschouwde ik dan, en zie! een boom midden op de aarde, waarvan de hoogte reusachtig was.

    11 De boom werd groot en sterk, en zijn hoogte zelf reikte ten slotte tot de hemel, en hij was zichtbaar tot het uiteinde van de gehele aarde.

    12 Zijn loof was schoon, en zijn vrucht was overvloedig, en er zat voedsel aan voor allen. Eronder placht het gedierte van het veld schaduw te zoeken, en op zijn grote takken huisden altijd de vogels van de hemel, en alle vlees was gewoon zich daarvan te voeden.

    Wat wilde de allerhoogste met deze profetie duidelijk maken?

    En heeft het betrekking op de tijd waarin wij nu leven?

    Johanan.

  • theo

    Zoals met alle visioenen en profetien in de bijbel: Zomaar te situeren in deze onze tijd.

    En dat ga jij vast nu met dit visioen ook aantonen denk ik.

  • Johanan

    Er zijn nog al wat beterweters op het prikbord,wacht gewoon af of er oprechte reactie's komen,

    Bvb,van jouw een theoloog,of vergis ik me.

    Samuel die alles beter weet.

    Of Ellen die meerdere keren heeft laten uitkomen dat ik het niet begrijpt.

    Dus is dit de kans om mij uit te leggen wat de profetie uit Dan te betekenen heeft.

    Of is het zo maar een verhaaldje over een machtige koning?

    Johanan.

  • theo

    In de bijbel staan m.i. nergens “zomaar”verhaaltjes.

    Maar dat is natuurlijk een vooringenomen stelling.

  • ¥ Lotje ­­¥

    Mensen hebben bomen nodig, de bomen niet persé mensen. De bomen waren vòòr ons op aarde. In de Germaanse, Keltische, Indiaanse en Indiase scheppingsmythologieën wordt beschreven, dat het de bomen waren waaruit de goden mensen schiepen.

    De Romeinse dichter Vergilius b.v. bericht in zijn epos Aeneïs over Romeinse eikenbossen, waarin mensen woonden die uit bomen ontstaan zijn. “Inheemse nimfen en faunen bewonen de wouden, een geslacht dat ontstaan is uit stammen en kernhout.”Lijsterbesboom

    De Griekse dichter Hesiod beschrijft hoe de oppergod Zeus het derde mensengeslacht uit Essen schiep.

    De Indianenstam van de Algonkin meent af te stammen van de pijl die de Schepper in de Es schoot.

    In de bossen voelden onze voorouders zich bijzonder dicht bij de goden staan. Zij bouwden voor hen geen tempels, moskeeën en kerken, maar vereerden hen daar, waar zij hun aanwezigheid het meest voelden: onder de bomen.

    In Griekenland groeide de Eik van Dodona gehoed door drie priesteressen die in het ruisen van de bladeren de stem van de Godin meenden te horen.

    Boeddha werd onder een boom geboren, vond verlichting onder een boom en stierf onder een boom.

    Iedere Indiaan had zijn eigen boom die hij opzocht om te mediteren, om nieuwe kracht te scheppen, van gedachten te wisselen en om te sterven.

    Hoewel wij in de Bijbel lezen dat Abraham bij de Heilige Eiken te Mamre tot God bad, eisten de gezagvoerders van het Concilie te Arles in 452 van de mensen, om te stoppen met de ‘godslasterlijke boomcultus’. Er werd begonnen met de vernietiging van de Heilige Bossen.

    Maar helemaal zonder bomen functioneert de christelijke godsdienst niet, want: “God, de Heer, liet uit de grond allerlei soorten bomen groeien, aanlokkelijk om te zien met kostelijke vruchten." Midden in het Paradijs stonden de Boom van het Leven en de Boom der Kennis van Goed en Kwaad.

    De heilige Bernhard van Clairvaux schreef: “Je zult in de bossen vinden als in boeken. De bomen en de stenen zullen je dingen leren die jou geen mens zal kunnen vertellen.”

    Tegenwoordig zijn veel mensen in onze maatschappij niet meer bekend met de betekenis van bomen voor ons mensen. Bomen moeten wijken voor asfalt, bebouwing of omdat men bang is dat een grote boom omgewaaid zou kunnen worden. Men vindt bladval, stuifmeel en zaden lastig.

    bron: stemderbomen

    Sommige mensen zetten bij graven ook bomen .

  • samuel

    Niet zo moeilijk hoor Daniël legt het zelf al uit! Lees maar mee.

    19 Toen stond Daniël, wiens naam Beltesassar is, voor een ogenblik verbijsterd en zijn gedachten verontrustten hem. De koning zeide: Beltesassar, laat de droom en de uitlegging u niet verontrusten. Beltesassar antwoordde: Mijn heer, moge de droom hun gelden, die u haten, en zijn uitlegging uw tegenstanders. 20 De boom die gij gezien hebt, die groot en sterk was, welks hoogte tot de hemel reikte en die over de gehele aarde te zien was, 21 welks loof schoon en welks vrucht zo overvloedig was, dat hij voedsel bood voor allen, onder welke het gedierte des velds huisde en in welks takken het gevogelte des hemels nestelde – 22 dat zijt gij, o koning, die groot en sterk zijt geworden, wiens grootheid zo is toegenomen, dat zij tot aan de hemel reikt, en wiens heerschappij zich uitstrekt tot aan het einde der aarde. 23 Dat nu de koning een wachter, een heilige, heeft zien neerdalen uit de hemel, die zeide: Houwt de boom om en vernietigt hem, laat evenwel zijn wortelstomp in de aarde staan, en wel omsloten door een band van ijzer en koper, in het jonge groen van het veld, en door de dauw des hemels worde hij bevochtigd, en zijn deel zij met het gedierte des velds, totdat zeven tijden over hem zijn voorbijgegaan – 24 dit is de uitlegging, o koning, en dit is het besluit des Allerhoogsten over mijn heer, de koning: 25 men zal u verstoten uit de gemeenschap der mensen en uw verblijf zal wezen bij het gedierte des velds; men zal u gras te eten geven als de runderen en u door de dauw des hemels laten bevochtigen; en zeven tijden zullen over u voorbijgaan, totdat gij erkent, dat de Allerhoogste macht heeft over het koningschap der mensen en dat geeft aan wie Hij wil. 26 Dat men echter zeide de wortelstomp van de boom te laten staan, betekent: uw koningschap zal bestendig zijn van het ogenblik af, dat gij erkent, dat de hemel de heerschappij heeft. 27 Daarom, o koning, laat mijn raad u welgevallig zijn: doe uw zonden teniet door rechtvaardigheid en uw ongerechtigheden door erbarming jegens ellendigen – of er misschien verlenging van uw rust wezen moge.

    28 Dit alles overkwam koning Nebukadnessar. 29 Na verloop van twaalf maanden, toen hij aan het wandelen was op het koninklijk paleis in Babel, 30 nam de koning het woord en zeide: Is dit niet het grote Babel, dat ik gebouwd heb tot een koninklijke woonstede door de sterkte mijner macht en tot eer mijner majesteit? 31 Nog was dat woord in des konings mond, toen er een stem nederklonk uit de hemel: U wordt aangezegd, o koning Nebukadnessar: het koningschap is van u geweken, 32 men verstoot u uit de gemeenschap der mensen en uw verblijf is bij het gedierte des velds; gras zal men u te eten geven als aan de runderen; en zeven tijden zullen over u voorbijgaan, totdat gij erkent, dat de Allerhoogste macht heeft over het koningschap der mensen en dat geeft aan wie Hij wil. 33 Op hetzelfde ogenblik ging dat woord aan Nebukadnessar in vervulling, en hij werd uit de gemeenschap der mensen verstoten en at gras als de runderen, en door de dauw des hemels werd zijn lichaam bevochtigd, totdat zijn haar lang werd als (de veren) der arenden en zijn nagels als die der vogels.

    34 Maar na verloop van de gestelde tijd sloeg ik, Nebukadnessar, mijn ogen op naar de hemel, en mijn verstand keerde in mij terug. Toen prees ik de Allerhoogste en roemde en verheerlijkte ik de eeuwig Levende, omdat zijn heerschappij een eeuwige heerschappij is en zijn koningschap van geslacht tot geslacht. 35 Ja, alle bewoners der aarde worden als niets geacht; Hij doet naar zijn wil met het heer des hemels en de bewoners der aarde: en niemand is er, die zijn hand kan weerhouden of tot Hem kan zeggen: wat doet Gij? 36 Terzelfder tijd, dat mijn verstand in mij terugkeerde, keerden ook, tot roem van mijn koningschap, mijn majesteit en mijn luister tot mij terug; mijn raadsheren en machthebbers zochten mij weer op, ik werd in mijn koningschap hersteld, ja, grotere heerlijkheid dan vroeger werd mij geschonken. 37 Nu roem, verhef en verheerlijk ik, Nebukadnessar, de Koning des hemels, wiens werken alle waarheid en wiens paden recht zijn, en die hen die in hoogmoed wandelen, vermag te vernederen.

    Daniël 4

    Nu kun je er natuurlijk weer een eigen invulling aan geven, althans van een discje van het JG genootschap kopieren en plakken, dat kan ook natuurlijk. maar het zal voor mij geen enkele waarde hebben, zoals de rest van dat discje ook niet.

    Nu mag je het wel beter weten dan mij, maar toch niet dat Daniël het verkeerd ziet.

  • Frans

    Maar dat geld ook voor kritiek op mensen die hun mond nog niet open gedaan hebben, sorry maar dat vind ik een beetje uitlokking Johanan.

  • Frederik D

    Lijkt mij allemaal zeer new age. Bomengeknuffel.

  • Frederik D

    11 De boom werd groot en sterk, en zijn hoogte zelf reikte ten slotte tot de hemel, en hij was zichtbaar tot het uiteinde van de gehele aarde.

    ——————–

    Ik lees hieruit dat het hemelgewelf een tastbaar gewelf was en dat de aarde uiteindes had en plat was.

    De boom zelf komt mij over als de Boom des Levens.

    Overigens lijkt het mij dat niet God zelf aan het woord is maar de mens Daniël.

    Maar stuurt God nog steeds profetische dromen?

  • Johanan

    Dat jij hele bergen teksten kunt neer kwakken dat is nu al bekend,dus deze demonstratie is overbodig.

    Maar uit je hoogmoet laat je duidelijk zien dat je absoluut niets van de bijbelse profetie'n af weet.

    Er is nog een grotere vervulling,maar dat spreekt jouw niet aan,daar wil je zelfs niets over weten,want het schaad je e'go.

    Maar heb toch wel een beetje gelijk,je denkt een hoop te weten maar uiteindelijk weet je niets.

    Jij hebt een grote vorm van,vooringenomenheid,tot het ziekelijke toe.

    En dat heb je nu heel goed gedemonstreerd.

    Johanan.