Max2000 Schreef:
——————————————————-
> Ik heb de Huisregels gelezen en zag nergens staan
> dat je geen oproep zou mogen plaatsen. Misschien
> heb ik t verkeerd? In ieder geval zoek ik iemand
> die meerdere bijbelversies goed kent en kritisch
> is qua de vertaling ervan. En mij kan adviseren
> welke “de beste” is - als dat mogelijk is.
>
> Ik ken een aantal veel voorkomende
> mis-vertalingen. En links erover - met name in het
> Engels - zijn gemakkelijk te vinden. Zoals "Ten
> Surprising (yet indisputable) Bible translation
> errors that should effect your walk".
>
> Ook zou ik graag willen weten of bijbeluitgevers
> in het algemeen openstaan voor correcties.
> Misschien heeft iemand daar ervaring mee.
Bs'd
De slechtste vertaling is de Staten Vertaling, die is het meest gecorrupteerd richting christendom.
De beste, maar alles behalve volmaakte, is waarschijnlijk de NBG '51.
Ook een goede, en merkwaardig weinig gecorrupteerde, is de NIeuwe Wereld Vertaling, van het het Wachttorengenootschap.
Hier is wat over die vertaling, die onder mainstreamchristenen die er niks van af weten, verguisd wordt:
De NWV op sommige kritieke punten vergeleken met een aantal andere gangbare bijbelvertalingen:
Genesis 49:1, daar geeft de NWV “laatste der dagen”, geheel correct.
Van het kwartet Staten, Leidse, Lutherse, en NBG vertaling geeft niet één het correct.
Genesis 49:10 wordt vaak aangehaald door christenen om aan te tonen dat de messias had moeten voordat Judah de scepter verloor met de verwoesting van de tweede tempel in het jaar 70, maar vers 1 plaatst dit in het verkeerde tijdsframe, dus wordt dit even aangepast.
In psalm 22:17 staat “Als een leeuw mijn handen en voeten”. Dit wordt meestal vertaald als "als een leeuw mijn handen en voeten."
Alleen de NWV vertaald dit correct. Ons kwartet maakt ervan: het doorboren, doorgraven, of belemmeren van handen en voeten. Dit is al talloze malen aangevoerd als “de kruisiging voorspeld in de Psalmen”.
Nee dus.
Jesaja 7:14. Zie de jonge vrouw zal zwanger worden. Correct vertaald door de NWV. Fout vertaald door SV, Leidse, en Lutherse. Alleen de NBG heeft “jonkvrouw”.
Een uittreksel van mijn Jesaja 53 page:
Kan iemand zich voorstellen dat de christenen blijven volhouden dat de knecht van God in Jesaja 42 Jezus is?
De nederlandse bijbelvertalers hebben overigens nogal wat moeite met het vertalen van de laatste zin van hoofdstuk 42. De nieuwe vertaling, de staten vertaling, de lutherse vertaling en de leidse vertaling geven deze laatste zin allemaal in het meervoud: “Daarom stortte Hij de grimmigheid van zijn toorn over HEN uit en het geweld van de oorlog. Dat zette HEN rondom in vlam, maar zij sloegen er geen achtop; ja, het stak HEN in brand, maar ZIJ namen het niet ter harte.”
En dit is dus FOUT. Het moet dus zijn: “Daarom stortte Hij de grimmigheid van zijn toorn over HEM uit en het geweld van de oorlog. Dat zette HEM rondom in vlam, maar HIJ sloeg er geen acht op; ja, het stak HEM in brand, maar HIJ nam het niet ter harte.” Ik heb maar 1 nederlandse vertaling kunnen vinden die dit vers vertaald op de juiste manier, en dat is de nieuwe wereld vertaling van de J-H-V-H getuigen.
Er kunnen hiervoor twee verklaringen zijn: A. De vertalers konden niet zo goed hebreeuws, en B. Men wilde de aandacht afleiden van het feit dat de “hij” wijst naar de knecht van God, die op deze wijze dus heel duidelijk geidentificeerd wordt als het volk Israel. Maak uw keus.
Ook hier waren alleen de vertalers van de NWV in staat om dit juist weer te geven.
Een ander voorbeeld van Jesaja 53:
Het christendom probeert wanhopig om JC in Jesaja 53 te passen. Daarvoor wordt de tekst aangepast aan de christelijke opvattingen.
Een voorbeeld daarvan is Jesaja 53:10. Hier is hoe het kwartet het vertaald:
SV: "als Zijn ziel Zich een schuldoffer gesteld zal hebben, zo zal Hij zaad zien."
NBG: “Wanneer hij zichzelf ten schuldoffer gesteld zal hebben, zal hij nakomelingen zien”
Leidse: “als hij zichzelf ten schuldoffer stelt, zal hij nakroost zien”
Lutherse: “als hij zijn leven tot een schuldoffer zal gegeven hebben, zal hij zaad zien,”
Wat deze vertalingen zeggen is dat het onderwerp, de knecht van God, ZICHZELF tot een schuldoffer moet stellen. Dit komt mooi overeen met het NT idee dat JC zichzelf opofferde voor de zonden van de mensheid. En, zoals iemand in een discussie tegen mij zij, dit sluit Israel als de knecht uit, want Israel heeft, zo zei hij, nooit zichzelf tot schuldoffer gesteld.
Weer een argeloos slachtoffer van gecorrupteerde bijbelvertalingen. Het werkwoord “stellen” staat namelijk in de tweede persoon, en niet in de derde. Het zegt dus niet dat “hij” zich tot een schuld offer moet stellen, maar het zegt dat de tweede persoon, “Jij”, (of “u”, of, in bijbelse taal: “gij”) hem tot een schuldoffer moet stellen.
En inderdaad, de enigste vertaling die ik heb kunnen vinden die dit juist vertaald is, Jawel! u raadde het al; de NWV vertaling: “Indien gij zijn ziel tot een schuldoffer zult stellen zal hij zijn nageslacht zien.”
Micha 5:1
SV: Uit u zal Mij voortkomen, Die een Heerser zal zijn in Israel, en Wiens uitgangen zijn van ouds, van de dagen der eeuwigheid.
Lutherse: uit u zal Mij voortkomen die in Israel Heer zal zijn, wiens uitgang van het begin en van eeuwigheid af geweest is.
Leidse: uit u zal mij voortkomen een die bestemd is ten heerscher in Israel, en wiens herkomst is van den voortijd, van overoude dagen.
NBG En wiens oorsprong is van ouds, van de dagen der eeuwigheid.
Zijn oorsprong is van de eeuwigheid. Moet wel God zijn, toch?
De NWV zegt: wiens oorsprong is van oude tijden, uit onbepaalde tijd.
Dit hoeft dus niet God te zijn. Wie heeft er gelijk?
Dezelfde hebreeuwse uitdrukking, “jamee olaam”, is gebruikt in Micha 7:14. Zie hier ons kwartet:
SV: laat ze weiden in Basan en Gilead, als in de dagen van ouds.
Leidse: laat hen in Basan en Gilead weiden als van ouds af.
Lutherse: laat hen in Bazan en Gilead grazen, gelijk van ouds.
NBG: Laat hen weiden in Basan en Gilead, als in de dagen van ouds.
Weg zijn de “dagen der eeuwigheid”, vervangen door “dagen van ouds”. Dat moet ook wel, want iederen snapt dat in de “dagen der eeuwigheid” niets geweid werd in Gilead en Basan.
En zo wordt het volk bedonderd.
Uitreksel van mijn Daniel 9 page:
Wat ook vreselijk verschrikkelijk fout is is het volgende: “En na die twee en zestig weken zal de Messias uitgeroeid worden, maar het zal niet voor Hem zelven zijn;” Staten Vertaling.
“En na de tweeenzestig weken zal een gezalfde worden uitgeroeid, terwijl er niets tegen hem is.” Nieuwe Vertaling
Dit past zo mooi in de christelijke leer, een messias die dood gaat, maar: “ het zal niet voor Hem zelven zijn”
Of deze: “terwijl er niets tegen hem is”
Het probleem met deze kreten die zo mooi passen in het christendom is: Het staat er niet. Er staat, letterlijk vertaald: “EEN messias zal worden afgesneden, en hij heeft niets.” Dit is correct vertaald door de Nieuwe Wereld Vertaling van het wachttoren genootschap, die zegt: "En na de 62 weken zal messias worden afgesneden met niets voor zichzelf.“ De vierkante haken om het woord ”de“ geeft aan dat dat woord niet in de grondtekst staat. In het hebreeuws is geen woord voor ”een“. Als het woord ”de“ er niet is, dan is het woord ”een" automatisch bedoeld.
De lutherse vertaling maakt er het volgende van: “En na die twee'enzestig weken zal de Messias uitgeroeid worden en niet meer zijn.”
Hier is de Leidse vertaling: “En na die twee en zestig weken zal een gezalfde worden uitgeroeid, zonder dat iemand hem redt.” Ook erg vrij vertaald, er wordt niet gesproken over redden, maar in elk geval is het totaal anders dan de SV en de NBG.
Alleen de NWV geeft het correct weer. . . .
God is één. Daar heeft het christendom grote moeite mee, want als God één is, dan is hij niet drie. Het christendom kan leven met één God. Dat is met één God die drie is. Niet met één God die één is, want dat gaat de drie-eenheid gelijk het raam uit, en vallen de christenen door de mand als afgodendienaars. Maar zelfs het NT zegt dat God één is. Dus moet dat irritante feit weggemoffeld worden in de vertalingen. In Markus 12 komt er een schriftgeleerde naar JC toe, en vraagt hem wat het belangrijkste gebod is. Daarop citeert JC Deuteronomium 6:4: “Hoor Israel, J-H-W-H is onze God, J-H-W-H is één!” Hier hebben de getuigen het tetragrammaton, de vierletterige naam van God in ere hersteld, iets waar ze hier onnodig veel kritiek voor krijgen. De schriftgeleerde antwoord JC en zegt: “Inderdaad meester, naar waarheid hebt gij gezegd dat Hij één is , en dat er geen ander is dan Hij” Dus ook de schriftgeleerde zegt helder en duidelijk dat God één is. JC antwoord hierop: “Gij zijt niet verre van het koninkrijk gods.”
JC zegt God is één. De schriftgeleerde bevestigd dat door te zeggen: “naar waarheid hebt gij gezegd dat Hij één is , en dat er geen ander is dan Hij” Neem er AUB goede nota van dat in het antwoord van de schrifgeleerde het woord “God” niet voorkomt, hij refereert aan God met “hij”. Maar kijk nu eens naar de vertalingen:
SV: Gij hebt wel in der waarheid gezegd, dat er een enig God is, en er is geen ander dan Hij
Lutherse: Meester, gij hebt voorwaar recht gesproken; want er is een God, en er is geen ander buiten hem;
Leidse: Juist, meester; naar waarheid hebt gij gezegd dat Hij de Enige is en er geen buiten Hem is
Weg is het feit dat God één is, vervangen door de mededeling dat er maar één God is.
Alleen de NBG, geeft dit correct: “Inderdaad meester, naar waarheid hebt gij gezegd dat Hij één is , en dat er geen ander is dan Hij”
En, natuurlijk, de NWV: “Leraar, gij hebt in overeenstemming met de waarheid gezegd: Hij is één, en er is geen ander dan hij”
Zacheria 11:12-13;
NBG '51 “En ik heb tot hen gezegd: Indien het goed is in uw ogen, geeft mijn loon, maar indien niet, laat het. Toen wogen zij mijn loon af: dertig zilverstukken. Maar de HERE zeide tot mij: Werp dat de pottenbakker toe; een heerlijke prijs waarop Ik hunnerzijds geschat ben! En ik heb de dertig zilverstukken genomen en die in het huis des HEREN de pottenbakker toegeworpen.”
SV: “Want Ik had tot henlieden gezegd: Indien het goed is in uw ogen, brengt Mijn loon, en zo niet, laat het na. En zij hebben Mijn loon gewogen, dertig zilverlingen. Doch de HEERE zeide tot Mij: Werp ze henen voor den pottenbakker: een heerlijken prijs, dien Ik waard geacht ben geweest van hen! En Ik nam die dertig zilverlingen, en wierp ze in het huis des HEEREN, voor den pottenbakker.”
Lutherse: “En Ik sprak tot hen: Indien het goed is in uwe ogen, zo brengt mijn loon; zo niet, laat het na. En zij wogen Mij mijn loon toe, dertig zilverlingen. En de Heer sprak tot mij: Werp ze weg, dat zij den pottenbakker gegeven worden: ene voortreffelijke som, die Ik door hen ben waardig geschat! En ik nam de dertig zilverlingen en wierp ze in het huis des Heren, opdat zij den pottenbakker gegeven werden.”
Nieuwe Bijbel Vertaling: “Toen zei de HEER tegen mij: ‘Breng het maar naar de smelter, dat vorstelijke loon dat zij me waard vinden.’ Dus smeet ik dat zilver bij de smelter in de tempel neer,”
Zoals we kunnen zien, worden er in alle vier de vertalingen gesproken over een pottenbakker die in de tempel zou moeten zitten, en die geld toegeworpen werd. Waarom staat er in die vertalingen “pottenbakker”? Dat is omdat er in Mattheus 27 het volgende geschreven staat: “3 Toen kreeg Judas, die Hem verraden had, berouw, daar hij zag, dat Hij veroordeeld was, en hij bracht de dertig zilverlingen aan de overpriesters en oudsten terug, 4 en hij sprak: Ik heb gezondigd, onschuldig bloed verraden! Maar zij zeiden: Wat gaat ons dit aan? Gij moet zelf maar zien wat ervan komt! 5 En de zilverlingen in de tempel werpende, verwijderde hij zich; daarop ging hij heen en verhing zich. 6 De overpriesters namen de zilverlingen en zeiden: Wij mogen die niet in de offerkist doen, want het is bloedgeld. 7 En zij namen het besluit daarvoor het land van de pottenbakker te kopen als begraafplaats voor de vreemdelingen. 8 Daarom heet dat land Bloedakker, tot heden toe. 9 Toen werd vervuld hetgeen gesproken is door de profeet Jeremia, toen hij zeide: En zij namen de dertig zilverlingen, de geschatte waarde van de geschatte, die zij geschat hadden van de kinderen Israëls, 10 en gaven die voor het land van de pottenbakker, gelijk de Here mij had opgedragen.”
We zien hier dus dat er in Mattheus staat dat “hetgeen gesproken is door de profeet Jeremia”, “En zij namen de dertig zilverlingen, de geschatte waarde van de geschatte, die zij geschat hadden van de kinderen Israëls, en gaven die voor het land van de pottenbakker, gelijk de Here mij had opgedragen.”
We zien hier twee interessante dingen, namelijk A: Wat het NT toeschrijft aan de profeet Jeremia is in werkelijkheid te vinden in de profeet Zacheria, en B: Mattheus spreekt over een “pottenbakker”.
Waarom spreekt Mattheus over een pottenbakker?
In Zacheria is het hebreeuwse woord wat Mattheus vertaald met “pottenbakker” “jotseer”. Dit kan als betekenis hebben “pottenbakker”, maar ook “schatbewaarder”.
In Zacheria staat: "En ik heb de dertig zilverstukken genomen en die in het huis des HEREN de pottenbakker toegeworpen.”
Het “Huis des HEREN” is de tempel. En in de tempel zaten geen pottenbakkers. Wat er wel in de tempel was was iemand die giften voor de tempel in ontvangst nam. Daarom zegt de joodse “Stone Edition of the Tanach”: "HASHEM
(letterlijk: “De Naam) said to me, ”Throw it to the treasurer of the Precious Stronghold wich I have divested from them“. So I threw it into the Temple of HASHEM, to the treasurer.”
“Treasurer”, dat is schatbewaarder, of penningmeester.
En dat is de juiste vertaling. Het geld werd de schatbewaarder/penningmeester/schatkist in de tempel toegeworpen, en dit vers heeft helemaal niks te maken met pottenbakkers.
Maar om Mattheus niet al te erg af te laten gaan maken de vertalers er toch maar “pottenbakker” van, want de verkeerde profeet melden is tenslotte al erg genoeg. Als je dan ook nog is aangeeft dat je geen idee hebt wat er loos is door “pottenbakker” te gaan zeggen als het over de schatkist gaat, dat wordt een beetje al te erg.
Het bewijs dat men echt wel wist dat “jotseer” hier geen pottenbakker betekent zien we in de Leidse vertaling: “En de Heer zeide tot mij: Werp dat in de schatkist. Een fraai loon, dat ik door hen ben waard gekeurd! Zo nam ik de dertig zilverlingen en wierp die in het huis des Heeren in de schatkist.”
Ook de nieuwe “Naardense Vertaling” vertaald dit correct: “Dan zegt de Ene tot mij: werp dat in de schatkist, die fraaie waarde die ik door hen waard geacht ben! Ik neem de dertig stukken zilver en werp het in het huis van de Ene, in de schatkist.”
En dan is er natuurlijk de Nieuwe Wereld Vertaling, die dat ook correct weergeeft: “Daarop zei J-H-V-H tot mij: ”Werp het in de schatkist- de majestueuze waarde waarop ik van hun standpunt uit bezien geschat ben.“ Bijgevolg nam ik de dertig zilverstukken en wierp die in de schatkist in het huis van J-H-V-H.”
Een ook hier is dus de NWV weer veel beter dan de Staten Vertaling, de NBG '51, de NBV, en wat dies meer zij.
Zoals ik al zei: Op veel punten is de NWV niet zo gecorrupteerd richting het christendom als de rest.