David Schreef:
——————————————————-
> LeSage Schreef:
> -
> >
> > Ik haakte alleen in op de christelijke gedachte
> > dat wij naar het beeld en de gelijke is van God
> > geschapen zijn, en dus zowel de Roeper zijn als
> de
> > geroepene etc.
>
> Ik probeer met je mee te denken
> Ik zie dat je de mens als“ Roeper” met een
> hoofdletter schrijft
> Maar een beeld is niet het origineel maar slechts
> een afdruk.
> De beelden bij Madame Tussaud zijn alleen maar het
> beeld en gelijkenis en verre van de levende wezens
> die ze voorstellen.
> Maar ook Jezus Christus wordt het beeld van God
> genoemd en dan gaat het om zijn natuur dus mensen
> kunnen zeker de naderen tot de goddelijke natuur
>
> Dan zou ik eerder psalm 8 nemen
>
> 4 Zie ik de hemel, het werk van uw vingers,
> de maan en de sterren door u daar bevestigd,
> 5 wat is dan de sterveling dat u aan hem denkt,
> het mensenkind dat u naar hem omziet?
>
> 6 U hebt hem bijna een god gemaakt,
> hem gekroond met glans en glorie,
> 7 hem toevertrouwd het werk van uw handen
>
> Kan je hier iets mee om het uit te leggen?
> en alles aan zijn voeten gelegd:
Het jammere van die psalm is dat “God” en mens toch gezien worden als los van elkaar staand. En dan kan het niet anders of mensen fantaseren daarop door, waardoor je het beeld van God krijgt dat eisen stelt, en mensen die daar niet aan kunnen voldoen en daar op afgerekend (zouden moeten) worden. “Zouden moeten”, want dat gaat niet - het zou uiteindelijk het dramatische einde van Gods schepping zijn - waar de zondvloed al een angstwekkend idee van geeft. God tempert dat dan weer door het regenboogverhaal…etc.
Je ziet …. stel je God en mens tegenover elkaar dan kom je uit op de meest gammele verhalen.
M.i. is dat dus niet zo.
Als ik dan toch iets “moet” met de bijbel, zoek ik het liever in het beeld van “God” en mens als ver-beeldingen van elkaar.
Elders in dit topic gebruikte ik het beeld van de spiegel. Zou God zich spiegelen, dan zie je in de spiegel de mens. Doet God “zijn arm onhoog”, dan zie je dat de mens een arm omhoog doet. doet God iets, dan zie je dat de mens iets doet.
Dus: geen Hij dit - ik dat, nee: een ver-eeniging van bruid en bruidegom.
Zei de timmermanszoon niet: wie mij heeft gezien heeft de Vader gezien?
Nou ….. precies dát.
Zo ongeveer wat Thomas bescrijft als hij het heeft over de gehoorzaamheid van de Zoon-in-ons.