LeSage Schreef:
——————————————————-
> samuel Schreef:
> ————————————————–
> —–
> > LeSage Schreef:
> >
> ————————————————–
>
> > —–
> > > Wat een merkwaardig antwoord!
> >
> > Je snapt dus niet waar het over gaat!
> >
> > >
> > > bedoel je te zeggen dat omdat Jezus 2000 jaar
> > > geleden in Israel geboren werd, hij en wij
> dus
> > > geen boodschap aan elkaar hebben?
> >
> > Het klopt in zoverre dat jij geen boodschap
> hebt
> > voor mij Carl.
> >
> > > Misschien dat dat ook een verklaring is voor
> > jouw
> > > vreemde idee dat je weliswaar bevrijdt bent
> van
> > > het zondigen, maar nog steeds zondigt.
> >
> > Oh is dat zo? En waar zondig ik in dan? Want
> dat
> > schijn jij te weten toch Carl?
>
> je zondigt hier in deze reaktie van je.
> Even verderop schrijf je dat ik zomaar wat uit
> mijn nek loop te brallen.
Dat doe je toch ook! Dus wat is die zonde dan waar je me nu weer van beticht?
> Ook schreef je
> "…en niet je haat willen uiten, dat getuigt niet
> echt van volwassenheid en enig begrip van wat je
> poogt te zeggen, maar zelfs nalaat."
Ook dat is waar! Dus waar heb ik daar in gezondigd dan Carl?
>
> Dat is laster. Niet alleen hier lasterde je mij,
> maar je doet dat in heel veel reakties van je naar
> verschillende personen. En laster wordt in de
> bijbel als een zonde beschouwd.:
Maar ik laster toch niet Carl! Het is waar wat ik schrijf. Weerleg het maar zou ik zeggen Carl.
>
> Exodus 23,1
> Onthoud je van lasterlijke aantijgingen.
Dan zou ik dat maar eens gaan doen dan als ik jou was Carl, want jij beschuldigt mij van zondigen en kan dat niet hardmaken. Dus laster jij mij toch Carl?
>
> Math 5,21
> 21 Gij hebt gehoord, dat tot de ouden gezegd is:
> Gij zult niet doodslaan; en: Wie doodslag pleegt,
> zal vervallen aan het gerecht. 22 Maar Ik zeg u:
> Een ieder, die in toorn leeft tegen zijn broeder,
> zal vervallen aan het gerecht. Wie tot zijn
> broeder zegt: Leeghoofd, zal vervallen aan de Hoge
> Raad, en wie zegt: Dwaas, zal vervallen aan het
> hellevuur.
Heb ik doodslag gepleegd Carl?
Ben ik een broeder van jou Carl?
>
> Kol 3,8
> Maar thans moet ook gij dit alles wegdoen: toorn,
> heftigheid, kwaadaardigheid, laster en vuile taal
> uit uw mond.
Begin daar dan eens mee Carl.
>
> 1 Petr 3,9
> en vergeldt geen kwaad met kwaad of laster met
> laster, maar zegent integendeel, wijl gij hiertoe
> geroepen zijt, dat gij zegen zoudt beërven.
En doe je dat Carl?