Eliyahu Schreef:
——————————————————-
> theo Schreef:
> ————————————————–
> —–
> > Niet speciaal voor Johannan maar voor alle
> > “juistgelovigen”
> >
> > Het alleenrecht op God claimen.
> >
> > Vroeger als stam, nu als geloofsgemeenschap.
> > God als persoonlijke stammengod.
> >
> > Bijbelteksten zoeken ten bate van eigen gelijk.
> >
> > Jij doet precies hetzelfde als E. en als zoveel
> > anderen; IK heb gelijk..kijk maar naar
> > bijbelboek…hoofdstuk…vers…
>
> Bs'd
>
> Waar blijven de bijbelteksten die jij beloofde?
>
> Anyway, ik kan mijn standpunten dus bijbels
> onderbouwen, en dat op een zeer solide manier, en
> jij hebt niks voor jouw verhaaltjes.
>
> Oftewel: Ik heb toch gelijk.
>
> > God die onze Schepper is en het alleen houdt
> bij
> > en met joden- gereformeerden- hervormde
> bonders-
> > J.G. -
>
> Hij geeft iedereen de kans, maar slechts weinigen
> willen die kans aangrijpen.
>
> De meesten geven er de voorkeur aan om door te
> blijven gaan met hun afgodendienst.
>
> > Denken de wil van God te doen, al dan niet
> terecht
> > maar daarmee wel een beloning verdienen
> > natuurlijk. Voor de ene zegeningen d.mv. veel
> > eurootjes of veel kindertjes , voor de ander de
> > opstanding bij de jongste dag, voor weer een
> ander
> > meteen na het aards bestaan in de hemel
> toegelaten
> > worden door God ipv nooitophoudend in de hel
> > worden geworpen.
>
> Als rechtgeaarde communist is het voor jouw
> natuurlijk een gruwel dat je beloont wordt naar
> werken, maar dat is toch echt wat God zegt: Houdt
> Zijn geboden en je krijgt de zegeningen,
> overtreedt Zijn geboden, en je krijgt de
> vervloekingen.
>
> Zo staat het in de Torah.
>
> Zo simpel is het.
>
> > Beloning voor het juiste geloof.
> > Eigen verdienste, God kan niet om mij heen
> > natuurlijk want …..
>
> Nee Theo, niet een beloning voor het juiste
> geloof. Geloven is eenvoudig. Waar we een
> beloning voor krijgen, is voor het juiste gedrag.
> De juiste daden, niet voor het juiste geloof.
>
> > Waar de bijbel spreekt over Gods goedhied, Gods
> > genade, Gods eindeloze barmhartigheid kan
> > natuurlijk niet want stel je voor dat God ook
> goed
> > zou voor anderen die niet op dezelfde juiste
> > manier gelovig is als ikke.
>
> God is genadig en barmhartig, maar Hij deelt ook
> zeer pijnlijke straffen uit.
>
> > Gods genade is voor jullie flauwekul..God is
> > volstrekt niet genadig, God geeft slechts
> > beloningen volgens julie geloofsovertuiging(en)
>
> God geeft beloningen aan hen die zijn wetten
> naleven, en straft hen die zijn wetten
> overtreden.
>
> Je kan dat principe hier nog even nalezen.
>
> Leviticus 26:3-13; “Indien gij in mijn
> inzettingen wandelt en mijn geboden nauwgezet in
> acht neemt, dan zal Ik u te rechter tijd uw regens
> geven, zodat het land zijn opbrengst geeft en het
> geboomte des velds zijn vrucht draagt; de dorstijd
> zal bij u duren tot de wijnoogst, en de wijnoogst
> tot de zaaitijd; gij zult uw brood eten tot
> verzadiging en veilig in uw land wonen. En Ik zal
> vrede in het land geven, zodat gij nederliggen
> zult, zonder dat iemand u opschrikt; Ik zal de
> wilde dieren uit het land uitroeien, en het zwaard
> zal uw land niet teisteren. En gij zult uw
> vijanden vervolgen, en zij zullen voor uw
> aangezicht door het zwaard vallen. Vijf van u
> zullen honderd achtervolgen, en honderd van u
> zullen tienduizend achtervolgen, en uw vijanden
> zullen voor uw aangezicht door het zwaard vallen.
> En Ik zal Mij tot u wenden, u vruchtbaar doen zijn
> en u talrijk maken, en Ik zal mijn verbond met u
> bevestigen. En gij zult het overjarige, dat
> overgebleven is, eten, en het overjarige zult gij
> voor het nieuwe moeten wegdoen. En Ik zal mijn
> tabernakel in uw midden zetten, en Ik zal geen
> afkeer van u hebben, maar Ik zal in uw midden
> wandelen en u tot een G.d zijn en gij zult Mij tot
> een volk zijn. Ik ben J-H-W-H, uw G.d, die u uit
> het land Egypte heb geleid, opdat gij hun niet
> meer tot slaven zoudt zijn; Ik heb de stangen van
> uw juk verbroken en u rechtop doen gaan."
>
> Deuteronomy 28:1-14; “Indien gij dan aandachtig
> luistert naar de stem van J-H-W-H, uw G.d, en al
> zijn geboden, die ik u heden opleg, naarstig
> onderhoudt, dan zal J-H-W-H, uw G.d, u verheffen
> boven alle volken der aarde. De volgende
> zegeningen zullen alle over u komen en uw deel
> worden, indien gij luistert naar de stem van
> J-H-W-H, uw G.d: Gezegend zult gij zijn in de stad
> en gezegend op het veld. Gezegend zal zijn de
> vrucht van uw schoot, de vrucht van uw bodem en de
> vrucht van uw vee: de worp van uw runderen en de
> dracht van uw kleinvee. Gezegend zullen zijn uw
> mand en uw baktrog. Gezegend zult gij zijn bij uw
> ingang en gezegend zult gij zijn bij uw uitgang.
> J-H-W-H zal uw vijanden, die tegen u opstaan,
> verslagen aan u overleveren. Langs 1 enkele weg
> zullen zij tegen u optrekken, maar langs zeven
> wegen voor u vluchten. J-H-W-H zal over u de zegen
> gebieden in uw schuren en in alles wat gij
> onderneemt; Hij zal u zegenen in het land dat
> J-H-W-H, uw G.d, u geven zal. J-H-W-H zal u als
> zijn heilig volk bevestigen, zoals Hij u gezworen
> heeft, indien gij de geboden van J-H-W-H, uw G.d,
> onderhoudt en in zijn wegen wandelt. Dan zullen
> alle volken der aarde zien, dat de naam van
> J-H-W-H over u uitgeroepen is, en zij zullen voor
> u vrezen. Ook zal J-H-W-H u overvloedig het goede
> schenken, in de vrucht van uw schoot, de vrucht
> van uw vee en de vrucht van uw bodem – in het
> land, waarvan J-H-W-H aan uw vaderen gezworen
> heeft, dat Hij het u geven zou. J-H-W-H zal zijn
> rijke schatkamer, de hemel, voor u openen om op
> zijn tijd de regen voor uw land te geven en al het
> werk uwer handen te zegenen, zodat gij aan vele
> volken zult uitlenen zonder zelf te leen te
> ontvangen. J-H-W-H zal u stellen tot een hoofd en
> niet tot een staart, gij zult enkel opgaan en niet
> neergaan, wanneer gij luistert naar de geboden van
> J-H-W-H, uw G.d, die ik u heden opleg om die
> naarstig te onderhouden, en wanneer gij niet
> afwijkt van alle geboden, die ik u heden geef,
> noch naar rechts noch naar links, door het
> achterna lopen en dienen van andere goden.”
>
>
> Leviticus 26:14-39: "Maar indien gij naar Mij niet
> luistert en al deze geboden niet doet, indien gij
> mijn inzettingen versmaadt en van mijn
> verordeningen een afkeer hebt, zodat gij geen van
> mijn geboden doet en mijn verbond verbreekt, dan
> zal Ik ook aldus met u doen en met verschrikking u
> bezoeken: tering en koorts, die de ogen verteren
> en het leven doen verkwijnen; dan zult gij
> tevergeefs uw zaad zaaien, want uw vijanden zullen
> het eten. Ik zal mijn aangezicht tegen u keren,
> zodat gij voor uw vijanden geslagen zult worden,
> en die u haten, zullen over u heersen, en gij zult
> vluchten, zonder dat iemand u vervolgt. En indien
> gij desniettegenstaande niet naar Mij luistert,
> dan zal Ik u blijven tuchtigen wegens uw zonden,
> tot zevenmaal toe, en uw trotse macht zal Ik
> breken en uw hemel maken als ijzer en uw land als
> koper. Dan zal uw kracht tevergeefs verbruikt
> worden; uw land zal zijn opbrengst niet geven en
> het geboomte des lands zal zijn vrucht niet
> dragen. Indien gij u tegen Mij verzet en naar Mij
> niet wilt luisteren, dan zal Ik u nog zevenmaal
> harder slaan, naar uw zonden; Ik zal het wild
> gedierte op u loslaten, dat u van kinderen beroven
> en uw vee uitroeien zal en uw aantal zo zal
> verminderen, dat uw wegen verlaten zullen zijn.
> Indien gij u door deze tuchtiging nog niet tot Mij
> keert en u tegen Mij blijft verzetten, dan zal ook
> Ik Mij tegen u verzetten en dan zal Ik u ook
> zevenmaal slaan wegens uw zonden, en over u een
> zwaard brengen, dat wraak neemt over het verbond;
> wanneer gij dan in uw steden bijeenkomt, dan zal
> Ik de pest onder u zenden en gij zult aan de
> vijand overgeleverd worden. Als Ik u de staf des
> broods verbreek, dan zullen tien vrouwen uw brood
> in 1 oven bakken en zij zullen uw brood afgewogen
> teruggeven, en gij zult eten, maar niet verzadigd
> worden. En indien gij desondanks niet naar Mij
> luistert en u tegen Mij blijft verzetten, dan zal
> Ik Mij met grimmigheid tegen u verzetten en Ik, ja
> Ik, zal u zevenmaal tuchtigen over uw zonden, en
> gij zult het vlees uwer zonen eten en het vlees
> uwer dochters zult gij eten. En uw hoogten zal Ik
> verwoesten en uw wierookaltaren uitroeien; Ik zal
> uw lijken werpen op de lijken uwer afgoden en Ik
> zal een afkeer van u hebben. Uw steden zal Ik tot
> een puinhoop maken en uw heiligdommen verwoesten
> en Ik wil niet meer uw liefelijke reuk ruiken. Ik
> zelf zal het land verwoesten, zodat uw vijanden,
> die daarin wonen, zich daarover zullen ontzetten.
> Maar u zal Ik onder de volken verstrooien en Ik
> zal achter u het zwaard trekken, en uw land zal
> een woestenij zijn en uw steden een puinhoop. Dan
> zal het land zijn sabbatsjaren vergoed krijgen, al
> de dagen dat het woest ligt en gij in het land
> uwer vijanden zijt; dan zal het land rusten en
> zijn sabbatsjaren vergoeden. Al de tijd der
> verwoesting zal het rusten, de rust die het niet
> gehad heeft gedurende uw sabbatsjaren, toen gij
> daarin woondet. En Ik zal vrees brengen in de
> harten van hen die van u zijn overgebleven, in de
> landen hunner vijanden, zodat het geluid van een
> opgewaaid blad hen opjaagt, en zij zullen
> vluchten, zoals men vlucht voor het zwaard, en
> vallen, zonder dat er een vervolger is. En de een
> zal over de ander struikelen als voor het zwaard,
> zonder dat er een vervolger is, en gij zult voor
> uw vijanden geen stand kunnen houden. En gij zult
> onder de volken te gronde gaan, en het land uwer
> vijanden zal u verteren. En wie van u overgebleven
> zijn, zullen in de landen hunner vijanden
> wegkwijnen vanwege hun ongerechtigheid en ook
> vanwege de ongerechtigheden hunner vaderen zullen
> zij, evenals dezen, wegkwijnen."
>
> Deuteronomium 28:15-65: "Maar indien gij niet
> luistert naar de stem van J-H-W-H, uw G.d, en niet
> al zijn geboden en inzettingen, die ik u heden
> opleg, naarstig onderhoudt, dan zullen de volgende
> vervloekingen alle over u komen en u treffen:
> Vervloekt zult gij zijn in de stad en vervloekt op
> het veld. Vervloekt zullen zijn uw mand en uw
> baktrog. Vervloekt zal zijn de vrucht van uw
> schoot, de vrucht van uw bodem, de worp van uw
> runderen en de dracht van uw kleinvee. Vervloekt
> zult gij zijn bij uw ingang en vervloekt bij uw
> uitgang. J-H-W-H zal over u de vloek, de
> verwarring en de bedreiging doen komen in alles
> wat gij onderneemt en wat gij doet, totdat gij
> verdelgd wordt en snel te gronde gaat vanwege de
> slechtheid uwer daden, omdat gij Mij verlaten
> hebt. J-H-W-H zal de pest aan u doen kleven,
> totdat zij u heeft weggevaagd uit het land, dat
> gij in bezit gaat nemen. J-H-W-H zal u slaan met
> tering, koorts, brand, ontstekingen, droogte,
> brandkoren en honigdauw: zij zullen u vervolgen,
> totdat gij te gronde gaat. Ook zal de hemel boven
> uw hoofd van koper zijn en de aarde onder u van
> ijzer. J-H-W-H zal poeder en stof over uw land
> laten regenen; van de hemel zullen die op u
> neerdalen, totdat gij verdelgd zijt. J-H-W-H zal u
> verslagen aan uw vijanden overleveren. Langs 1
> enkele weg zult gij tegen hen optrekken, maar
> langs zeven wegen voor hen vluchten, zodat gij tot
> een schrikbeeld zult wezen voor alle koninkrijken
> der aarde. Uw lijken zullen tot voedsel dienen
> voor al het gevogelte des hemels en het gedierte
> der aarde, zonder dat iemand die opschrikt.
> J-H-W-H zal u slaan met Egyptische zweren, met
> builen, uitslag en schurft, waarvan gij niet kunt
> genezen. J-H-W-H zal u slaan met waanzin,
> verblinding en verstandsverbijstering, zodat gij
> op de middag rondtast, als een blinde in de
> duisternis; gij zult op uw wegen niet voorspoedig
> zijn, maar bij voortduring slechts verdrukt en
> beroofd worden, zonder dat iemand u redt. Gij zult
> een vrouw ondertrouwen, maar een andere man zal
> haar beslapen. Gij zult een huis bouwen, maar het
> niet bewonen. Gij zult een wijngaard planten, maar
> de vrucht daarvan niet genieten. Uw rund zal voor
> uw ogen geslacht worden, maar gij zult daarvan
> niet eten. Uw ezel zal in uw bijzijn geroofd
> worden, en niet tot u terugkeren. Uw kleinvee zal
> aan uw vijanden worden gegeven, zonder dat iemand
> u te hulp komt. Uw zonen en dochters zullen aan
> een ander volk worden overgeleverd, terwijl gij
> het met eigen ogen ziet, en de gehele dag naar hen
> smacht, zonder iets te kunnen doen. Een volk, dat
> gij niet kent, zal de vrucht van uw bodem eten en
> alles waarvoor gij gezwoegd hebt; bij voortduring
> zult gij slechts verdrukt en vertrapt worden. Gij
> zult waanzinnig worden vanwege het schouwspel, dat
> uw ogen zullen zien. J-H-W-H zal u slaan met boze
> zweren aan de knieen en aan de dijen, waarvan gij
> niet kunt genezen – van uw voetzool af tot uw
> schedel toe. J-H-W-H zal u en de koning, die gij
> over u hebt aangesteld, naar een volk voeren dat
> gij niet kendet, gij noch uw vaderen; aldaar zult
> gij andere goden dienen, hout en steen. Gij zult
> een voorwerp van ontzetting worden, een
> spreekwoord en een spotrede onder alle volken,
> naar wier land J-H-W-H u wegvoert. Veel zaad zult
> gij naar de akker brengen, maar weinig inzamelen,
> want de sprinkhaan zal het afvreten. Wijngaarden
> zult gij planten en bewerken, maar geen wijn
> drinken of opleggen; want de worm zal eraan
> knagen. Olijfbomen zult gij hebben in uw gehele
> gebied, maar u niet met olie zalven; want uw
> olijven zullen afvallen. Gij zult zonen en
> dochters verwekken, maar zij zullen u niet
> toebehoren, want zij zullen in gevangenschap gaan.
> Van al uw geboomte en veldvruchten zullen de
> sprinkhanen zich meester maken. Steeds meer zal de
> vreemdeling in uw midden u te boven gaan, terwijl
> gij al dieper zinkt. Hij zal u te leen geven, maar
> gij niet aan hem; hij zal hoofd zijn, en gij
> staart. Al deze vervloekingen zullen over u komen,
> u achtervolgen en u treffen, totdat gij verdelgd
> zijt, omdat gij niet geluisterd hebt naar de stem
> van J-H-W-H, uw G.d, en de geboden en inzettingen
> die Hij u opgelegd heeft, niet onderhouden hebt;
> zij zullen onder u tot een teken en wonder zijn,
> en onder uw nageslacht, voor altoos. Omdat gij
> J-H-W-H, uw G.d, niet met vreugde en blijdschap
> gediend hebt vanwege al uw overvloed, zult gij de
> vijanden, die J-H-W-H tegen u zal doen optrekken,
> dienen, onder honger en dorst, in naaktheid en met
> gebrek aan alles; Hij zal een ijzeren juk op uw
> hals leggen, totdat Hij u verdelgd heeft. J-H-W-H
> zal tegen u doen aanrukken een volk, dat van verre
> komt, van het einde der aarde, zoals een arend
> aanzweeft: een volk, waarvan gij de taal niet
> verstaat, een hardvochtig volk, dat geen grijsaard
> ontziet en geen knaap genade bewijst; dat de
> vrucht van uw vee en van uw bodem zal opeten,
> totdat gij verdelgd zijt; dat u geen koren, most
> of olie zal overlaten, noch de worp van uw
> runderen of de dracht van uw kleinvee, totdat het
> u te gronde gericht heeft. Het zal u in het nauw
> brengen in al uw steden, totdat de hoge,
> versterkte muren vallen, waarop gij in uw gehele
> land vertrouwdet; ja, het zal u in het nauw
> brengen in al uw steden, in geheel het land dat
> J-H-W-H, uw G.d, u geven zal. In de benardheid en
> benauwdheid, waarmede uw vijand u kwellen zal,
> zult gij de vrucht van uw eigen schoot eten, het
> vlees van de zonen en dochters, die J-H-W-H, uw
> G.d, u geven zal. De meest verwekelijkte en
> verwende man onder u zal zijn broeder noch zijn
> eigen vrouw noch de kinderen, die hem nog resten,
> iets gunnen, zodat hij geen van hen iets zal
> willen geven van het vlees zijner kinderen, die
> hij eet, omdat uw vijand hem niets anders
> overgelaten heeft, in de benardheid en
> benauwdheid, waarmede deze u in al uw steden
> kwellen zal. De verwekelijkte en verwende vrouw
> onder u, die van verwendheid en wekelijkheid het
> nooit gewaagd heeft haar voetzool op de grond te
> zetten, zal haar eigen man noch haar zoon en
> dochter iets gunnen, zelfs niet de nageboorte uit
> haar schoot noch de kinderen, die zij baart, want
> bij gebrek aan alles zal zij die in het geheim
> eten, in de benardheid en benauwdheid, waarmede uw
> vijand u in uw steden kwellen zal. Indien gij niet
> naarstig onderhoudt al de woorden der wet, die in
> dit boek geschreven zijn, en gij niet deze
> heerlijke, geduchte Naam, J-H-W-H, uw G.d, vreest,
> dan zal J-H-W-H u en uw nageslacht ongemeen zwaar
> tuchtigen met felle, aanhoudende slagen en boze,
> aanhoudende ziekten. Hij zal alle kwalen van
> Egypte, waarvoor gij bevreesd zijt, weer over u
> brengen, zodat zij aan u kleven. Ook allerlei
> ziekten en slagen, die in het boek van deze wet
> niet beschreven zijn, zal J-H-W-H over u doen
> komen, totdat gij verdelgd zijt. Met weinigen zult
> gij overblijven, terwijl gij talrijk geweest zijt
> als de sterren des hemels – omdat gij niet
> geluisterd hebt naar de stem van J-H-W-H, uw G.d.
> Zoals J-H-W-H er behagen in had om u wil te doen
> en u talrijk te maken, zo zal J-H-W-H er behagen
> in hebben om u te gronde te richten en te
> verdelgen; en gij zult weggerukt worden uit het
> land, dat gij in bezit gaat nemen. J-H-W-H zal u
> verstrooien onder alle natien van het ene einde
> der aarde tot het andere; aldaar zult gij andere
> goden dienen, die noch gij noch uw vaderen gekend
> hebben: hout en steen. Gij zult onder die volken
> geen rust vinden noch een rustplaats voor uw
> voetzool; J-H-W-H zal u daar een bevend hart
> geven, ogen vol heimwee en een kwijnende ziel.
> Zonder ophouden zal uw leven in gevaar verkeren;
> des nachts en des daags zult gij opschrikken en
> van uw leven niet zeker zijn. Des morgens zult gij
> zeggen: Was het maar avond; en des avonds: Was het
> maar morgen - vanwege de vrees die uw hart
> vervult, en vanwege het schouwspel dat uw ogen
> zien. J-H-W-H zal u op schepen naar Egypte
> terugbrenen langs de weg waarvan Ik u gezegd had:
> Gij zult die nooit weerzien; gij zult daar aan uw
> vijanden als slaven en slavinnen te koop
> aangeboden worden, maar er zal geen koper zijn.
> Dit zijn de woorden van het verbond dat J-H-W-H
> Mozes geboden heeft met de Israeliten te sluiten
> in het land Moab"
>
>
> Duidelijk toch?
Ga zo door met ziekelijk gedoe jij behoort ook tot de ergste soort fundamentalisten,
volgens vervloekt jou God je eerder dan dat Hij je omarmt arme zielige figuur.