uit het Nieuwe Testament
Geschreven door Holman, Alie
Daar loopt Hij dan… in de woestijn. De Here Jezus is daar al veertig dagen, Hij ging er niet zomaar heen, nee natuurlijk niet, Hij werd geleid door de Heilige Geest en gelukkig kende Hij ook heel goed de woorden van Zijn Vader in de hemel, want zonder dat zou Hij het niet redden. Dat was Zijn kracht, dat was Hem tot hulp toen Hij het zo hard nodig had.
De Here Jezus at niets, Hij was aan het vasten en weten jullie wat vasten is? Als mensen vasten dan eten ze of drinken ze niet, ze nemen in elk geval heel weinig en ze kunnen dan heel goed nadenken over de dingen in het leven, normaal zijn ze steeds bezig met eten maken en opeten en overal voor zorgen en dan ineens helemaal niet, dan krijgen ze wel honger, maar dan toch zijn ze even helemaal alleen met God, om met Hem te praten en om goed na te denken over de dingen van Hem. Jezus was ook aan het vasten, vasten in die hete woestijn. Veertig dagen was Hij daar al en Hij at niets, Hij liep er en de duivel kwam om Hem uit te lokken. De duivel dacht vast… nu heeft de Here Jezus honger, nu is Hij zwak en nu zal ik Hem verslaan. Maar dat kon hij schudden, de duivel mocht het gerust proberen, maar ik weet zeker dat hij het nooit zou redden van mijn Jezus, maar hij probeerde het toch. Juist toen Jezus zo’n honger had zei die gemenerik: Als jij de Zoon van God bent kun je die steen toch in een brood veranderen? Jezus liet zich niet gek maken, Hij trok zich niks aan van de vraag van de duivel en zei heel rustig: Er staat geschreven, een mens leeft niet alleen maar van brood, maar van alle woorden uit de mond van God. Dat was een goed antwoord van Jezus, want de woorden van de Here God zijn zo belangrijk, heel belangrijk en dat was toen ook al zo. De duivel gaf het niet op, hij ging gewoon verder en hij bracht de Here Jezus naar een hoge plek en hij liet Jezus alle koninkrijken van de wereld zien en weer begon de duivel tegen hem te praten, heel geniepig: Als je voor mij neerknielt en mij aanbidt zal ik jou dit allemaal geven, dan zul jij de macht krijgen over al die koninkrijken. Nou wat vreselijk dom van de duivel, de Here Jezus hoefde dat toch helemaal niet te krijgen van hem, God had Hem immers alles al gegeven? God was Zijn Vader. De Here Jezus wist allang wat Hij moest antwoorden en Hij zei precies wat er al in de boeken geschreven stond: Je moet de Here God aanbidden en Hem alleen dienen. Zo dat was duidelijk, de Here Jezus had het goed gezegd. Maar de duivel gaf het nog steeds niet op, hij nam de Here Jezus mee naar Jeruzalem en daar op de rand van het dak van de tempel zette hij Jezus neer en hij begon alweer de Here Jezus uit te dagen. Weten jullie wat die boef zei? Hij zei: Als je dan de Zoon van God bent gooi je dan naar beneden, toe maar, er staat toch ook in de boeken dat God Zijn engelen zal sturen om je te bewaren, ze zullen je op hun handen dragen, dus zij vangen je op en je zult je geen pijn doen, ook niet aan een steen. Gemeen van de duivel vinden jullie ook niet? Denken jullie dat de Here Jezus van die grote hoogte naar beneden zou springen en de duivel zijn zin zou geven? Nee natuurlijk niet. De Here Jezus zei: luister eens even, er is ook gezegd dat je de Here God niet uit mag dagen. Daar had de duivel niet op gerekend, de duivel kon niet op tegen de woorden die Jezus sprak, hij kon niet op tegen de woorden die in de boeken stonden, de woorden van God. De duivel ging weg, gelukkig en Jezus ging naar Galilea, Hij voelde de kracht van de Geest heel sterk en iedereen sprak over Hem.
Lucas 4:1-14
Mattheus 4:1-11