Met dank aan internet;
—————————-
meerderheid van de historici en Bijbelexegeten hanteert deze opvatting. Vooral diegenen onder hen met een (meer) liberaal-gelovige of niet-gelovige inslag en het Rooms-Katholieke leergezag zijn deze toegedaan.
Volgens deze interpretatie zijn de Bijbelse scheppingsverhalen een nieuwe variant binnen de eeuwenoude tendens van scheppingsverhalen die zich wereldwijd ontwikkelen. Genesis 1 is afkomstig uit een andere traditie binnen het Joods volk, namelijk die van de Priestercodex. De aanduiding voor “God” is in dit verhaal het Hebreeuwse woord “Elohim” en in Genesis 2 (vanaf vers 4) is dat “JHWH”. Genesis 2 komt uit een Jahwistische traditie die van een andere orde is waarmee het verschil in taalgebruik wordt verklaard. Beide verhalen zijn op een kunstmatige wijze samengebracht vanaf ongeveer de 6e eeuw voor Christus wat een verklaring vormt voor hun tegenstrijdigheid: het ene maakt er namelijk melding van dat de mens geschapen is ná de dieren (Genesis 1), het andere dat de mens geschapen is vóór de dieren (Genesis 2). Bovendien zijn de Bijbelse scheppingsverhalen maar twee van de honderden die in de geschiedenis van de mensheid tot ontwikkeling zijn gekomen; in feite zijn dit de eerste verklaringspogingen over het ontstaan van het heelal en de mens maar (voor mensen die niet geloven) met eerder een literaire of theologische dan een historische waarde.