De nonnen in het klooster,
zwijgen stil en bedaard.
Tot zij allen tezamen zingen gaan,
in 't prille begin van maart.
Zondag's gaan zij allen tevree,
met bijbel naar de kerk,
stapje voor stapje, met zijn twee,
en bidden dan tot boven.
Daar waar God heb altijd horen zal,
al zullen zij slechts zwijgen.
bron 1001 gedichten