Ik reageerde op de uitspraak van Perihelium over het roemen; laat hij zich op de Heer beroemen. Beter en veel duidelijker vind ik de SV hierin met; die roeme in de Heere waarin het maaltijd houden met Hem weer terugkomt en het vergaderen in Christus.
Het blijkt een nieuwe vertaling te zijn achteraf, maar wat mij opvalt daarin is het verschuiven van het werk wat Hij doet, in Christus, naar het werk wat de mens voor Hem lijkt te moeten doen; alsof er iemand tussen het werk van de Geest moet staan en de mens, en daarmee het werk (van de Geest) op zichzelf (van de mens van vlees en bloed) lijkt te mogen beroemen'' wijzend op zijn wel zeer bijzondere relatie met Jezus'', wat ik veel zie gebeuren in de reacties.
En dat was ook de reden van het topic; welk licht, zelfstandig, denk je te moeten zijn voor Hem, of is Hij het Licht, wat schijnt of gaat schijnen doorheen de mens die het geloof van Hem aangenomen heeft.
En wie denkt men dat hij is, om zich voor of op het Licht te willen roemen met zijn eigen versluierde licht op het Licht maar zichzelf verhoogd door te denken het Licht te zijn.
Wil iemand zich op iets beroemen, laat hij zich op de Heer beroemen.
2 Kor 10,17
Doch wie roemt, die roeme in de Heere
Vandaar mijn reactie op te tekst, en niet op zijn reactie op jou, hoe die dan ook bedoelt mag zijn.