thomas Schreef:
——————————————————-
> Tja..hier is geen kruid tegen gewassen.
>
> Die stem van geslepen zijn lees ik nu bij jou; er
> is geen reactie meer mogelijk of deze wordt
> veroordeeld door iets wat werkelijk alles plat
> legt.
>
> Zowel het koren als het onkruid; een complete
> kaalslag.
>
> Triest voor je..
>
> Daarbij lees ik in de tekst over een avondmaal
> houden. Je weet wat dat inhoudt?
>
> Hoe kan het Licht wat gebracht wordt ontvangen
> worden door duisternis en samen maaltijd houden?
>
> Dan is dus daar ‘'de godsvonk’'; datgene wat uit
> God is, en Hem als Licht en Vuur verwelkomt, omdat
> het van Hem en uit Hem is.
>
> Dat is de her-innering en de her-kenning.
Een bemoediging
Aansporing tot een leven als verlosten
37 Spreek daarom vanuit uw hart, omdat gij de volmaakte dag zijt en in u het licht woont dat niet ondergaat.
Spreek over de waarheid met hen die haar zoeken
en over de kennis tot hen die gezondigd hebben in hun dwaling.
Versterk de voeten van hen die gestruikeld zijn
en strek uw handen uit naar hen die ziek zijn.
Voed hen die honger hebben,
geef rust aan de vermoeiden,
doe hen opstaan die willen opstaan
en maak hen die slapen wakker.
Want gij zijt de wijsheid die omhoog trekt.
Wanneer de kracht zo handelt, wordt zij nog sterker.
38 Bekommer u om uzelf, bekommer u niet om andere dingen die gij van u geworpen hebt.
Keer niet naar wat u hebt om het weer op te eten.
Word geen mot, word geen worm, want gij hebt het al afgeworpen.
Word geen plaats voor de duivel, want gij hebt hem al vernietigd.
39 Versterk niet waardoor u aanstoot geeft, en dat zelf valt, daar er rekenschap gevraagd wordt. Want wie met de wet geen rekening houdt, doet meer onrecht dan wie wel met de wet rekent, want de een doet zijn daden als een wetteloze, de ander doet zijn daden als een rechtvaardige onder andere rechtvaardigen.
Doet gij daarom de wil van de Vader, want gij zijt uit hem afkomstig.
Want de vader is zoet en wat hij wil is goed.
Hij heeft kennis genomen van het uwe, opdat gij daarin tot rust komt, want aan de vruchten leert men het uwe kennen.
uit het Evangelie van de Waarheid