Het verloren schaap. Lukas 15:1-10.
We gaan vandaag één van de gelijkenissen horen, die de Heere Jezus heeft verteld toen Hij op aarde was.
Wie kan vertellen wat een gelijkenis voor een verhaal is? (…).
De Heere Jezus wil ons helpen om dingen beter te begrijpen door een verhaal te vertellen met een voorbeeld uit het dagelijks leven. De discipelen snapten eerst ook niet waarom de Heere Jezus in gelijkenissen vertelde aan de mensen, en toen ze het Hem vroegen antwoordde Jezus: ‘Om dat het u gegeven is de verborgenheden van Mijn Koninkrijk te leren, maar anderen is het niet gegeven.’ Je moet je voorstellen dat als de Heere Jezus op straat liep en begon te vertellen, er héél veel mensen op Hem afkwamen, om Hem te horen. Maar niet altijd met goede bedoelingen, dat weten jullie wel hè, want tenslotte is de Hij gekruisigd. Vooral de Farizeën en Schriftgeleerden waren er vaak bij, als de Heere Jezus ging vertellen. Maar zij waren er alleen maar op uit om de Heere Jezus te pakken te nemen; ze wachtten erop tot ze Hem vals konden beschuldigen, door iets wat Hij zou zeggen of zou doen.
Maar nu vertelde de Heere Jezus verhálen! Over onkruid, over een verloren schaap, over de talenten.. Daar konden ze vaak niet veel op zeggen, want ze dachten er niet verder over na of wilden niet de betekenis van zo’n verhaal gaan begrijpen. Maar de mensen die met hun hárt luisterden, of die niet zo vijandig alleen maar op zoek waren naar een woord waarop ze de Heere Jezus konden pakken, díe hoorden niet alleen maar een verhaaltje! Nee, zo’n verhaal dat de Heere Jezus vertelt heeft altijd ook juist een bijzondere diepere betekenis. De Heilige Geest werkt in het hart van zondaren, zodat zij iets van die diepere bedoeling gaan begrijpen. Hierdoor kunnen ze Gods Woord steeds beter leren begrijpen, terwijl Zijn vijanden alleen een verhaal horen, waar ze niks kwaads over kunnen zeggen.
Vandaag staan er een heleboel tollenaars en zondaars om de Heere Jezus heen. Ze hadden gehoord dat de Heere Jezus in de buurt was, en dat nieuws gaat als een lopend vuurtje door de hele buurt heen.
Als jij een bepaalde ziekte hebt waar je niet van genezen kan, en je hoort van een bijzondere arts die in jouw woonplaats komt.. Nou, dan zou jij denk ik ook koste wat kost willen zorgen dat je bij die arts kon komen!
Zo moet dat voor deze tollenaars en zondaars, in ieder geval voor een aantal van hen, ook zijn geweest. Ze voelen wel dat dit niet zómaar een profeet of een medicijnman is.. Hier is iets ánders aan de hand. Ze hebben vast ook iets gevoeld van de grote liefde die de Heere Jezus voor hen had. Heel veel mensen wilden niks met hen te maken hebben, of behandelden hen minderwaardig. Maar de Heere Jezus heeft hen écht lief! Daarom luisteren ze ook graag naar Zijn verhalen, en de Heere Jezus maakt dat ze ook de bijzondere betekenis ervan begrijpen. Terwijl de Farizeeën het misschien wel dwaas vonden; als je dan belangrijk bent, ga je dan een verhaal vertellen over een schaap dat kwijt is?! Ja!! En het is één van de mooiste en fijnste verhalen in de bijbel, luister maar!
Een herder had 100 schapen.
De herder was een trouwe herder, die elk schaap en elk lammetje van zijn kudde kende, en lief had. Een paar keer op een dag ging hij de hele kudde door, en liet zijn ogen over ieder schaapje heengaan: zijn ze er allemaal? Is er niets mis met één van de schapen? Continue waakte hij bij zijn schapen als ze aan het grazen waren. Om een schaap dat afdwaalde terug te roepen, of een wild dier weg te jagen. Net als David zal hij een slinger gehad hebben, zodat hij de dieren kon laten schrikken. Maar op een dag, als de herder met zijn schapen door een woestijn trekt, raakt er toch een schaap weg. Dom schaap!
Om juist in die eenzame woestijn, waar bijna nergens water of wat eten te vinden is, af te dwalen! Misschien dacht het dat het ergens wat schaduw zag door de bedrieglijke zon, die er zo fel scheen! Wat het ook is, in ieder geval raakt het zijn herder en de rest van de kudde kwijt.
Maar de herder heeft al snel in de gaten dat zijn kudde niet compleet is. Zoals hij vaker doet, laat hij zijn ogen over de hele kudde gaan, en automatisch telt hij weer: 58.. 96..99. Hè?! Is dat waar? Mist er nu een schaap? Hij telt voor de zekerheid nog een keer over, en dan weet hij het zeker: er is één schaap kwijt!
De herder bedenkt zich niet. Hij laat de 99 schapen achter, en gaat op zoek naar zijn verloren schaap. Hij weet dat als hij dat niet snel doet, dat het schaap dan zal sterven; een schaap is niet in staat om zelf de weg te vinden, en bovendien zal het omkomen van de dorst in die hete woestijn! Hoe lang hij ook moet zoeken, hij zal niet rusten voordat hij het gevonden heeft, en het veilig bij de kudde en de herder is.
En na een poosje zoeken víndt de herder het dier, hulpeloos ergens in die woestijn. Liefdevol pakt de herder zijn schaapje op, en legt het op zijn schouders, zodat het niet het hele eind nog terug weer hoeft te lopen. Hij is niet boos op het schaap omdat het van hem wegliep.. alleen maar blij, omdat het schaap weer bij hem is.
Thuisgekomen met zijn kudde roept hij zelfs zijn vrienden en zijn buren bij elkaar, om het terugvinden van zijn schaap te vieren: ‘Weest blij met mij,’ zegt de herder, ‘want ik heb mijn schaap gevonden, dat verloren was!’
‘Ik zeg ulieden,’ zo besluit de Heere Jezus de gelijkenis aan de mensen om Hem heen, die stil hebben staan luisteren; ‘Ik zeg ulieden, dat er alzo blijdschap zal zijn in de hemel over één zondaar die zich bekeert, meer dan over 99 rechtvaardigen die de bekering niet nodig hebben.’
Met die rechtvaardigen bedoelt de Heere Jezus de mensen die denken dat zij het niet nodig hebben om door de Heere bekeerd te worden ‘om door de Heere gewassen te worden van hun zonden. Bijv een Farizeeër, die vond dat hij in de hemel kon komen omdat hij zo netjes leefde, en zich zo goed aan al de wetten kon houden. Of jij, als je denkt dat het vast wel in orde is als je een keer naar de kerk gaat en ’s avonds even bidt.. De Heere heeft niks aan die rechtvaardigen! Want ze zíjn ook eigenlijk helemaal niet rechtvaardig!
De Heere wil graag dat we belijden dat we zondaren zijn. Dat wij het juist helemaal níet verdienen dat we ooit in de hemel kunnen komen, omdat we het elke keer weer verpesten door dat we stééds wéér zonden doen. Tot díe mensen, tot díe kinderen zegt de Heere Jezus: ‘Kom tot Mij, want Ik houd van jou! Ik wil je zonden vergeven, Ik wil je herder zijn!’ Zoals die herder voor zijn schapen zorgt, zo zorgt de Heere Jezus voor ieder kind die roept tot Hem.
Dat schaap dat kwijt was is misschien wel erg bang geweest, en heeft geblèrd in die droge eenzame woestijn.. en hoopte dat zijn herder hem zou horen..
Roep maar tot de Heere, of Hij je redden wil. Hoe vér je ook bent afgedwaald, de Heere zal naar je zoeken tot je gevonden bent. Dan zal Hij je dragen en helpen, totdat je niet meer kwijt kán raken, straks bij de Heere in het nieuwe Paradijs!
bron: de verloren schaap