Hierover wil ik graag –weer– de twee bijbelteksten plaatsen, waarbij ik hoop dat -eens- Steven en Boaz, en Mart ook op zullen reageren met hun visie dáár over.
In deze twee stukken staat, vind ik, waar het hart ´toe in staat is´ door inwerking van Gods Geest op dat hart…en waarbij dit hart meer en meer toebereid wordt voor God, om Hem te kunnen tonen..en daarmee dienen.
En het hart te zien als ´´origineel centrum van de hele mens´´; verstand, hart en ziel waarmee de liefde en dus de keus voor God gedaan wordt.
Efeze 2:13-22
Maar nu in Christus Jezus, zijt gij, die eertijds verre waart,
nabij geworden door het bloed van Christus.
Want Hij is onze vrede, Die deze beiden één gemaakt heeft, en de middelmuur des afscheidsels gebroken hebbende,
Heeft Hij de vijandschap in Zijn vlees te niet gemaakt, namelijk de wet der geboden in inzettingen bestaande;
opdat Hij die twee in Zichzelf tot een nieuwe mens zou scheppen, vrede makende;
En opdat Hij die beiden met God in één lichaam zou verzoenen door het kruis, de vijandschap daaraan gedood hebbende.
En komende, heeft Hij door het Evangelie vrede verkondigd u, die verre waart, en hen, die nabij waren.
Want door Hem hebben wij beiden de toegang door één Geest tot de Vader.
Zo zijt gij dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers der heiligen, en
huisgenoten Gods;
Gebouwd op het fundament der apostelen en profeten,
waarvan Jezus Christus is de uiterste Hoeksteen;
Op Welke het gehele gebouw, bekwamelijk samengevoegd zijnde, opwast
tot een heilige tempel in de Heere;
Op Welke ook gij mede gebouwd wordt tot een woonstede Gods in de Geest.
Hebr. 8:
10 Want dit is het verbond, dat Ik met het huis Israëls maken zal na die dagen, zegt de Heere:
Ik zal Mijn wetten in hun verstand geven,
en in hun harten zal Ik die inschrijven;
en Ik zal hun tot een God zijn,
en zij zullen Mij tot een volk zijn.
En zij zullen niet leren, een ieder zijn naaste, en een ieder zijn broeder, zeggende: Ken de Heere; want zij zullen Mij allen kennen van de kleine onder hen tot de grote onder hen.
Want Ik zal hun ongerechtigheden genadig zijn, en hun zonden en hun overtredingen zal Ik geenszins meer gedenken.
Als Hij zegt: Een nieuw verbond, zo heeft Hij het eerste oud gemaakt; wat nu oud gemaakt is en verouderd, is nabij de verdwijning.