De roeping van Levi
27 En daarna vertrok Hij en zag een tollenaar, Levi genaamd, bij zijn tolhuis zitten en Hij zeide tot hem: Volg Mij. 28 En hij liet alles achter, stond op en volgde Hem.
29 En Levi richtte een grote maaltijd voor Hem aan in zijn huis, en er was een grote menigte tollenaars en anderen, die met hen aan tafel waren. 30 En de Farizeeën en hun schriftgeleerden morden tegen zijn discipelen en zeiden: Waarom eet en drinkt gij met de tollenaars en zondaars? 31 En Jezus antwoordde en zeide tot hen: Zij, die gezond zijn, hebben geen geneesheer nodig, maar zij, die ziek zijn. 32 Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars, tot bekering.
Uit: NBG-vertaling 1951
© 1951 Nederlands Bijbelgenootschap
32 Heeft toch eigenlijk heel veel in zich mocht je er geloof aan hechten.