Goeie reactie.
Wij christenen zijn een minderheid geworden en dat zijn we niet gewend maar is best goed voor ons.
We kunnen de wet(ten) niet meer voorschrijven, wij kunnen niet meer bepalen hoe anderen moeten leven en denken hoewel er altijd medechristenen zullen blijven die hun medechristenen verplichten om op dezelfde manier te moeten geloven als hunnie zelf.
Intern, binnen strenge geloofsgroeperingen en sectes is het de volgelingen verboden op er andere geloofsvisies op na te houden dan die geloofsgemeenschap voorschrijft, kritiek verboden.
Nu we in de maatschappij een minderheid zijn geworden moeten we noodgedwongen leren onze betweterigheden en vaak arrogante houding tegen atheisten en andersgelovigen te beteugelen.
Overigens geldt dat natuurlijk eveneens voor de werkvloer en in de politiek .
Een meerderheid is zomaar zelfgenoegzaam en arrogant, die meerderheid kan immers de minderheid “”onderdrukken“” en in sommige gevallen is dat onderdrukken letterlijk aan de orde.
Echter, ook nietgelovigen kunnen gelovigen de wet voorschrijven: Een geloofsgemeenschap moet , als er klachten komen het gebouw beter isoleren vanwege het naar buiten dringende geluid van muziek en zang van een aantal liederen één dienst op een zondag ( is geen grapje)— mogen geen klokken luiden als er klachten komen.
Christenen die bezwaar hebben om op zondag te werken krijgen steeds meer problemen daarmee vanwege de 24 uurs economie maar veelal hebben ze geen keus.
Jongeren worden vaak uitgelachen of schapmer aangekeken als ze zeggen dat ze gelovig zijn en naar de kerk gaan.
Zijdelings:
Op geloofsgebied: Een nietgelovige kan veel betere/diepere/ktitischer vragen stellen dan gemiddeld genomen bij gelovigen het geval is.
Kritische vragen verplicht tot nadenken ( of de ogen sluiten natuurlijk) en tot antwoorden ( of net doen alsof die kritische vragen er niet zijn natuurlijk)..