Frederik D voeg mij eens:
En als de Bijbel er naast zit?
Nee de Bijbel zit er niet naast, de Bijbel heeft gelijk!
Frederik, Boris, Sfred en nog vele anderen hebben nu wel bewezen dat de Bijbel gelijk heeft.
Zij laten de onderstaande Bijbelteksten met hun denigrerende, spottende en kleinerende opmerkingen aan het adres van God en de gelovigen meer dan uitkomen!
2 Petrus 3 vers 3 en 4
3 Dit eerst wetende, dat in het laatste der dagen spotters komen zullen, die naar hun eigen begeerlijkheden zullen wandelen,
4 En zeggen: Waar is de belofte Zijner toekomst? Want van dien dag, dat de vaders ontslapen zijn, blijven alle dingen alzo gelijk van het begin der schepping.
Judas 1 vers 18 en 19
18 Dat zij u gezegd hebben, dat er in den laatsten tijd spotters zullen zijn, die naar hun goddeloze begeerlijkheden wandelen zullen.
19 Dezen zijn het, die zichzelven afscheiden, natuurlijke mensen, den Geest niet hebbende.
Romeinen 1 vers 16 tm 32
En vanuit de hemel openbaart Gods toorn zich over al het kwaad en onrecht van hen die met hun onrechtvaardigheid de waarheid geweld aandoen. 19 Want wat een mens over God kan weten is hun bekend omdat God het aan hen kenbaar heeft gemaakt. 20 Zijn onzichtbare eigenschappen zijn vanaf de schepping van de wereld zichtbaar in zijn werken, zijn eeuwige kracht en goddelijkheid zijn voor het verstand waarneembaar. Er is niets waardoor zij te verontschuldigen zijn, 21 want hoewel ze God kennen, hebben ze hem niet de eer en de dank gebracht die hem toekomen. Hun overpeinzingen zijn volkomen zinloos en hun onverstandig hart is verduisterd. 22 Terwijl ze beweren wijs te zijn, zijn ze dwaas 23 en hebben ze de majesteit van de onvergankelijke God ingewisseld voor beelden van vergankelijke mensen, vogels, lopende en kruipende dieren. 24 Daarom heeft God hen in hun lage begeerten uitgeleverd aan zedeloosheid, waarmee ze hun lichaam onteren. 25 Ze hebben de waarheid over God ingewisseld voor de leugen; ze vereren en aanbidden het geschapene in plaats van de schepper, die moet worden geprezen tot in eeuwigheid. Amen. 26 Daarom heeft God hen uitgeleverd aan onterende verlangens. De vrouwen hebben de natuurlijke omgang verruild voor de tegennatuurlijke, 27 en ook de mannen hebben de natuurlijke omgang met vrouwen losgelaten en zijn in hartstocht voor elkaar ontbrand. Mannen plegen ontucht met mannen; zo worden ze ervoor gestraft dat ze van God zijn afgedwaald. 28 Omdat ze het beneden hun waardigheid achtten God te erkennen, heeft God hen overgeleverd aan hun eigen onbetrouwbaarheid en doen ze wat verwerpelijk is. 29 Ze zijn door en door onrechtvaardig en boosaardig, hebzuchtig en slecht. Ze zijn door en door afgunstig, moordzuchtig en twistziek, doortrapt en kwaadaardig. Ze roddelen 30 en spreken kwaad, haten God, zijn hoogmoedig, trots en verwaand. Ze zijn vindingrijk in het kwaad, tonen geen ontzag voor hun ouders, 31 zijn kortzichtig en trouweloos, zonder liefde en onbarmhartig. 32 En hoewel ze het vonnis van God kennen en weten dat mensen die dergelijke dingen doen de dood verdienen, doen ze dit alles toch. Sterker nog, ze juichen het zelfs toe dat anderen het ook doen.
Maar dit is natuurlijk maar een bijkomstige zaak als het gaat over de betrouwbaarheid van de Bijbel.
Het versterkt de bewijzen alleen maar.
De boeken en brieven uit het nieuwe testament zijn in een tijd geschreven en verschenen dat een aantal mensen die deze boeken lazen er zelf bij waren geweest.
Daarom noemt Lukas vaak namen van dorpen en namen van personen.
Hij geeft de ontvanger van zijn schrijven de gelegenheid om zijn vaak fantastische verhalen na te trekken.
Zo noemt hij Bartimeüs de zoon van Timeüs waarbij de mogelijkheid werd gegeven om deze Bartimeüs op te zoeken en aan hem na te vragen of deze zaken inderdaad zo gebeurd zijn.
Er worden dorpen en steden genoemd waar er tientallen mensen getuige waren van lammen die liepen, doven die hoorden, blinden weer zagen en zelfs doden weer levend werden.
Dit hebben Lukas en de andere evangelisten Mattheüs, Markus en Johannes met opzet gedaan om de lezers die er niet bij zijn geweest de gelegenheid te geven naar die dorpen en steden te gaan om bij de dorpelingen of stedelingen na te gaan of deze verhalen klopten.
Dit bevestigt ontegenzeggelijk dat Jezus Christus de zoon van God is wat zelfs door zijn tegenstanders gelooft werd, ook al wilde zij dit nooit toegeven.
Dit wordt bevestigt door Nicodémus die het volgende zei:
En er was een mens uit de farizeeën, wiens naam was Nicodémus, een overste der Joden;
en zeide tot Hem: Rabbi, wij weten, dat Gij zijt een Leraar van God gekomen; want niemand kan deze tekenen doen, die Gij doet, zo God met hem niet is.
Een ander bewijs dat zij ook geloofden dat Jezus Goddelijke macht had lees ik in het volgende gedeelte:
En als Hij nu genaakte aan den afgang des Olijfbergs, begon al de menigte der discipelen zich te verblijden, en God te loven met grote stemme, vanwege al de krachtige daden, die zij gezien hadden;
Zeggende: Gezegend is de Koning, Die daar komt in den Naam des Heeren! Vrede zij in den hemel, en heerlijkheid in de hoogste plaatsen!
En sommigen der farizeeën uit de schare zeiden tot Hem: Meester, bestraf Uw discipelen.
En Hij, antwoordende, zeide tot hen: Ik zeg ulieden, dat, zo deze zwijgen, de stenen haast roepen zullen.
En het wonderlijke was dat zij direct hun mond hielden!
Zij geloofden wat de Heere vertelde, en dat konden zij niet gebruiken!
Stel je voor dat de stenen van Jeruzalem zouden gaan roepen dat de Koning binnenreed.
Dan zou niemand hen meer geloven, als zij zouden zeggen dat Jezus een bedrieger was.
Niet dat ze dat konden want Lazarus de broer van Marta en Maria was al het weer tot leven gebrachte bewijs van zijn almacht.
Daarbij moet je weten dat de Joden om te voorkomen dat er iemand levend begraven zou worden omdat deze persoon schijndood zou kunnen zijn, tot en met de 4e dag iedere ochtend in het graf gingen kijken of de persoon nog in de zelfde houding lag en of de ontbinding op de verwachte tijd begon.
Daarom zei Marta tegen Jezus: Heere, hij riekt nu al, want hij heeft vier dagen aldaar gelegen.
Met andere woorden hij is nu al tot ontbinding overgegaan, dat is vanmorgen voor de laatste keer gecontroleerd.
Dan zijn er nog de profeten uit het oude testament die de komst van Jezus voorspeld hadden en daarom citeert met name Mattheüs vaak:
Toen is vervuld geworden, hetgeen gesproken is door den profeet………………………………….
Dit wat het nieuwe testament betreft.
Voor het oude testament geld voor de boeken vanaf exodus het zelfde verhaal.
Mozes heeft het verhaal van de slavernij in Egypte, de plagen, de bevrijding en de reis door de woestijn opgeschreven toen er nog mensen waren die dat mee hadden gemaakt.
Deze kregen de opdracht om er van te getuigen en het van vader op zoon door te geven.
Zelfs de omliggende volken wisten dat de God van Israël een God was boven alle andere (af)goden.
Zo zegt Rachab tegen de verspieders:
En zij sprak tot die mannen: Ik weet, dat de HEERE u dit land gegeven heeft, en dat ulieder verschrikking op ons gevallen is, en dat al de inwoners dezes lands voor ulieder aangezicht gesmolten zijn.
Want wij hebben gehoord, dat de HEERE de wateren der Schelfzee uitgedroogd heeft voor ulieder aangezicht, toen gij uit Egypte gingt; en wat gijlieden aan de twee koningen der Amorieten, Sihon en Og, gedaan hebt, die op gene zijde van de Jordaan waren, dewelke gijlieden verbannen hebt.
Als wij het hoorden, zo versmolt ons hart, en er bestaat geen moed meer in iemand, vanwege ulieder tegenwoordigheid; want de HEERE, ulieder God, is een God boven in den hemel, en beneden op de aarde.
Nu komt de opmerking, hoe zit het dan met het boek Genesis?
Dit boek is later geschreven, toen was er niemand in leven die het bevestigen kon!
Ja daar heb je gelijk in.
Dat boek wordt bevestigt door de Heere Jezus zelf.
Hij spreekt de geschiedenis niet tegen, wat je wel zou verwachten als Hij als de Zoon van God zou weten dat de verhalen van Genesis niet zouden kloppen.
Maar tijdens zijn gesprekken met de Schriftgeleerden en de farizeeën citeert hij er zelfs uit!
Dit bevestigt dat ook dit boek waar is.
Dat de Bijbelse voorspellingen die nog uit moeten komen zullen uitkomen staan bij mij als een paal boven water.
De spotters zullen hier wel weer over vallen, maar denk er over na dat wij allemaal een ziel te verliezen hebben.
Ik zou niet willen dat er 1 mens in de eeuwige verschrikking terecht zou komen.
Geloof het onwankelbare woord van God en laat je ziel toe om door zijn zoon gered te worden.