Lucas 6
46 Wat noemt gij Mij Here, Here, en doet niet wat Ik zeg? 47 Een ieder, die tot Mij komt en mijn woorden hoort en ze doet, Ik zal u tonen aan wie hij gelijk is. 48 Hij is gelijk aan iemand, die bij het bouwen van een huis diep gegraven en het fundament op de rots gelegd heeft. Toen een watervloed kwam en de stroom tegen dat huis aansloeg, kon hij het niet aan het wankelen brengen, omdat het goed gebouwd was.
Marcus 4
18 En een ander deel zijn degenen, die in de dorens gezaaid worden: dit zijn zij, die het woord horen, 19 maar de zorgen van de wereld en het bedrog van de rijkdom en de begeerten naar al het andere komen erbij en verstikken het woord en het wordt onvruchtbaar.
Als ik het zo lees hebben gelovigen een stevig fundament en zijn ongelovigen helemaal van de wereld.