Zie ik elders weer de brede en smalle weg ``voorbijkomen``
N.av. van Mattheus 7 wat ik hieronder heb geplaatst.
De beroemde prent van een smal weggetje met oerdegelijke mensen en een brede weg met allemaal losbollen daarop, aan het einde van die wegen zien we de hemel en de hel.
Die prent is denk ik mede aanleiding van de foute uitleg dat de smalle weg een weg vol fatsoen is en de brede weg lang leve de lol.
Ik heb het hier wel eerder geplaatst dat de brede weg NIET de weg der losbollen is maar de weg van Gods geboden en inzettingen, lees psalm 119 er maar op na.
Waar gaat Jezus DUS tegenin…. tegen het wettisch opvolgen van Gods ge-verboden zoals de schriftgeleerden en Farizeeen dat doen en prediken.
DIE weg leidt tot verderf.
Matheus 7 begint met de beroemde balk en splinter. De Farizeeën die eerlijk oprecht en gelovig nauwgezet de wet volgden en andermans-vrouws splinter wel zagen maar hun eigen balk niet.
Overigens is Matheus 7 natuurlijk een vervolg op de voorafgaande hoofdstukken en ZEKER in dat verband blijkt wel dat de smalle weg NIET voor degelijke saaie mensen is en de brede weg voor de losbollen en lang leve de lol.
Ingaan in het Koninkrijk der hemelen
Mattheus 7.
13 Gaat in door de enge poort, want wijd is en breed de weg, die tot het verderf leidt, en velen zijn er, die daardoor ingaan; 14 want eng is de poort, en smal de weg, die ten leven leidt, en weinigen zijn er, die hem vinden.
15 Wacht u voor de valse profeten, die in schapevacht tot u komen, maar van binnen zijn zij roofgierige wolven. 16 Aan hun vruchten zult gij hen kennen: men leest toch geen druiven van dorens of vijgen van distels? 17 Zo brengt iedere goede boom goede vruchten voort, maar de slechte boom brengt slechte vruchten voort. 18 Een goede boom kan geen slechte vruchten dragen, of een slechte boom goede vruchten dragen. 19 Iedere boom, die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen. 20 Zo zult gij hen dan aan hun vruchten kennen.
21 Niet een ieder, die tot Mij zegt: Here, Here, zal het Koninkrijk der hemelen binnengaan, maar wie doet de wil mijns Vaders, die in de hemelen is. 22 Velen zullen te dien dage tot Mij zeggen: Here, Here, hebben wij niet in uw naam geprofeteerd en in uw naam boze geesten uitgedreven en in uw naam vele krachten gedaan? 23 En dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij werkers der wetteloosheid.