In de Hebreeuwse genealogie (OT) wordt melding gedaan van 4 vrouwen : Sarah, Rebecca, Rachel en Lia.
In de evangelie van Matheüs (NT) wordt melding gemaakt van 4 vrouwen die zich later bekeerden, en alle vier: Tamar, Rahob, Ruth en Bethsabee zijn zonderaressen, pleegden idolaterie of overspel, waren vrouwen van kleine zeden en/ of prostituées
Wat mogen wij daaruit concluderen?
Ging het in het Evangelie van Matheüs om de Joden te humilieren? of wilde men daarmee benadrukken dat de ‘Messias’ gekomen is om alle mensen redding te geven , dus ook de zondaars?
Uw mening daarover?