Hofpredikant Koninklijk Huis gelooft niet in leven na de dood
Carel ter Linden: “Na m'n dood ga ik niet naar God”
De hofpredikant van onder andere Willem Alexander en Maxima heeft in de loop der jaren het geloof in een leven na de dood losgelaten. Dat vertelde ds. Carel ter Linden in het EO-programma De Kist. In de loop der jaren heeft Ter Linden het geloof in een leven na de dood losgelaten. Op geloofsgebied is hij meer zekerheden en beelden kwijt geraakt. “Soms denk ik: na mijn dood zal het helder worden, dan zie ik God, eindelijk. En langzamerhand denk ik: Ik denk het niet, toch.” Hij denkt dat hij God na zijn dood niet zal zien.
“Wat is en wie is God? De Bijbelse voorstelling die ik natuurlijk prachtig vind, is van een Wezen van het mannelijk geslacht die daar boven woont en ons ziet. Onze vader die in de hemel zijt. Dat is beeldtaal. Daarvan ontdek je op een gegeven ogenblik dat het een beeldende taal is. Maar wat is die God dan werkelijk? Dan kan ik niet anders zeggen dan een geestelijke kracht van barmhartigheid, vergeving, rechtvaardigheid, trouw, woede over onrecht, van bevrijding uit onrecht en bestrijding van onrecht: dat zijn geestelijke krachten en die geestelijke krachten, daar kan ik mij in mijn leven mee verbinden. Maar ik weet niet hoe ik mij daarmee na mijn dood kan verbinden. Ik ben er dan niet meer. Kijk, als God een menselijk persoon is die daarboven woont en je die voorstelling met een kinderlijk gemoed bewaart, dan denk je: ‘Ik ga straks naar God toe.’ Ik kan dat niet meer. Ik kan mij niet verenigen met liefde en rechtvaardigheid. Dat kan ik alleen in dit leven en dat is al moeilijk genoeg.”
Carel ter Linden “Ik kan heimwee hebben naar de tijd dat ik als kind bad: ik ga slapen ik ben moe, doe mijn beide oogjes toe, Here houdt ook deze nacht, over Careltje de wacht. Ik vind het een mooie gedachte, God die over je waakt, maar ik kan me die God niet anders indenken dan in de gestalte van mensen die begrepen hebben dat God dat van hen vraagt. Ik zie geen God die over mij waakt, dan alleen de gestalte van mijn vrouw, mijn kinderen.” Het waken van God zit in het waken van anderen. “Ik kan het niet anders zien dan dat.” Al heeft hij wel heimwee naar de gedachte dat er wel een God is na de dood. http://www.cip.nl/artikel/32347/Carel-ter-Linden:-Na-mn-dood-ga-ik-niet-naar-God
1 Timoteüs 2:1-6
Allereerst vraag ik dat er voor alle mensen gebeden wordt, dat er smeekbeden, voorbeden en dankgebeden voor hen worden uitgesproken. Bid voor alle koningen en gezagsdragers, opdat we rustig en ongestoord kunnen leven, in alle vroomheid en waardigheid. Dat is goed en welgevallig in de ogen van God, onze redder, die wil dat alle mensen worden gered en de waarheid leren kennen. Want er is maar één God, en maar één bemiddelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus, die zichzelf gegeven heeft als losgeld voor allen, als het getuigenis voor de vastgestelde tijd.