Bs'd
Ja jongens, het is weer die tijd van het jaar. Komt ie weer, door een CHRISTELIJKE voorganger!
http://members.multimania.nl/HenksCompReading/Christmas-eve-sermon.html
CHRISTMAS EVE SERMON
Remonstrantse Gemeente Eindhoven 24-12-2000
Is Jesus the reason for the season?
Het is goed bedoeld, gemeente. Engelse christenen die zich verzetten tegen de commercialisering van het kerstfeest hebben daarvoor een slogan bedacht en wel deze: remember Jesus is the reason for the season. Maar hoe goed bedoeld ook, als argument slaat het de plank mis. Want het is natuurlijk precies omgekeerd: het season is vele malen ouder dan Jezus en als jaargetijde bij uitstek geschikt om zijn geboorte te vieren als een lichtfeest. Al een paar duizend jaar voor zijn geboorte vierde men in Mesopotamië b.v. 12 dagen lang een vrolijk winterzonnewendefeest , met het ontsteken van grote vuren, het geven van geschenken en het zingen van liederen langs de huizen. De wereld was immers ontstaan toen de god Mardoek orde geschapen had door de monsters der duisternis te verslaan. Maar het was nog altijd een wankele en bedreigde orde. Elk jaar immers zag je na verloop van tijd dat Mardoek toch weer terrein begon te verliezen aan de machten van de duisternis die al maar sterker en sterker werden. En met feesten, gebeden en grote vuren werd Mardoek opnieuw tegen de duisternis ten strijde geroepen. Sanacaea heette het, een feest van zuivering en herstel van kracht. Zonder tekenen van zijn waardigheid gaat de koning naar de tempel om daar schuld te belijden. Intussen wordt een misdadiger 12 dagen lang als koning verkleed en gefêteerd om daarna geëxecuteerd te worden. Want veel midwinterfeesten eindigen met een mensenoffer. Nieuw leven, zo dacht men, wordt geboren uit de dood. En daarom moet als representant van het gehele volk één mens geslachtofferd worden. Daarna kon de koning zijn plaats weer innemen.Eeuwen later dook in Griekenland een soortgelijk feest op, waarop gevierd werd hoe Zeus Kronos en de Titanen verslagen had. In Egypte werd op 21 december Osiris begraven. Maar midden in de nacht komen uit een onderaardse grot priesters in processie met een naakt mannenbeeld. En ze roepen: de maagd heeft gebaard, het licht is verschenen.
Mythras
En in Rome werden van 17-24 december tijdens de Saturnalia ter ere van Saturnus grote diners aangericht voor meesters en slaven tezamen vrienden bezocht, cadeaux uitgewisseld (vooral speelgoed voor kinderen) en het huis versierd met lauriertakken en groene bomen waarin lichtjes branden om de geesten van de duisternis te verdrijven. In een later stadium kreeg Saturnus in Rome gezelschap van Mythras, een zonnegod die al voorkomt in de oude vedische geschriften van India, maar die met name in Perzië populair werd als beschermer van onschuldigen en als bemiddelaar tussen het zuiver hemelse licht en de aardse corruptie ervan. Herders waren getuigen hoe hij uit een rots geboren werd als aanvoerder van de lichtlegioenen, die streden tegen de machten der duisternis. Met name dit laatste zou hem later zo populair maken bij de soldaten van de romeinse legioenen, die zijn roem over het hele Romeinse rijk verspreiden van Palestina en Roemenië af tot aan de Hadrian Wall bij de Schotse grens. Ook in Londen is tamelijk dicht bij de Nederlandse kerk in de jaren vijftig een tempel opgegraven van Mythras. Van hem werd verteld dat hij gestorven is en weer opgestaan en zijn vereerders dronken symbolisch zijn bloed om zo te vieren dat hij in hen zelf opnieuw geboren werd. In Rome zelf wemelde het in de 3e eeuw trouwens van mensenreddende goden of godenzonen. En van bijna allemaal werd de geboorte in december gevierd in de buurt van het zonnewendefeest. In 274 werd het keizer Aurelianus te bar en hij verordende dat al die feesten op één dag gebundeld moesten worden en wel op de 25e december, de feestdag van de Onoverwonnen Zon. En aan het hoofd van heel die godenschare benoemde hij Mythras tot staatsgod.
Mythras die de stier doodt
Jezus van Nazareth
In die wereld, gemeente, doen de volgelingen van ene Jezus van Nazareth hun intrede, die zich tot dan toe over de geboortedag van hun rabbi nog geen enkele gedachte gemaakt hadden. Ze wisten er niks van en het kon ze ook niks schelen. Zij hadden alleen maar weet van zijn onderricht over een God die hij zijn Vader noemde en van zijn parabels waarin hij over ons menselijk leven gesproken had. En eerlijk gezegd vonden ze dat ook veel belangrijker dan wie hij zelf nu precies geweest was. In de oudste geschriften van het NT, zoals de apostolische brieven, staat over zijn geboorte dan ook helemaal niks. Onder die bonte verzameling van zijn volgelingen uit de 1e eeuw werd dan ook zeer verschillend over hem gedacht. Sommigen meenden dat hij een uit de hemel neergedaalde godheid was, anderen waren ervan overtuigd dat God hem bij zijn doop als kind geadopteerd had en nog weer anderen zagen hem als een gewoon zij het bijzonder mens, geliefd bij God en de mensen, omdat hij was zoals een mens moet wezen, een mens naar Gods hart zeg maar. Na verloop van tijd toen er allerlei fabels over hem in omloop begonnen te komen, begon zijn afkomst een steeds controversiëler issue te worden en begon men zich vragen te stellen over zijn geboorte en die vragen ook in verhaalvorm te beantwoorden. Daaraan hebben we de kerstverhalen van Lukas en Mattheus danken alsmede talloze apocriefe geboorteverhalen. Toch zou het vieren van Jezus' geboorte nog eeuwen op zich laten wachten. In het jaar 200 meende Clemens van Alexandrië dat Jezus op 18 november geboren moest zijn. Anderen hielden het op 19 april en 25 of 28 maart. Tenslotte verenigde men zich op 6 januari, de dag waarop in Egypte de hergeboorte van de Nijlgod gevierd werd. Voor het Oosten mocht dat voldoen. Maar de bisschop van Rome zat in zijn maag met de geweldige populariteit van de Saturnalia en het geboortefeest van Mythras. Daarom besloot hij dat Jezus wel op die dag geboren móest zijn. Dat kón gewoon niet anders. Dat nu bleek een gouden greep. Want zo konden de mensen hun populaire feesten blijven vieren en toch christen worden. Ze konden de nieuwe religie omarmen zonder ook maar iets van het oude vertrouwde op te hoeven geven. We zijn dan inmiddels in het jaar 354, gemeente. Toen werd in opdracht van Paus Liberius voor de eerste keer Jezus' geboorte gevierd op 25 december.
Een heidens feest - a pagan festival?
Ziedaar de reden, gemeente, waarom sommige zeer strikte christenen vinden dat kerstmis een onbijbels, onchristelijk en niet te vieren feest is. Nog in 1647 werd Kerstmis door het Britse Parlement afgeschaft. En het is nog niet eens zo vreselijk lang geleden dat Kerstmis vieren in sommige Amerikaanse staten zoals het puriteinse Massachusetts een misdaad was: just one sprig of mistletoe, ho,ho ,ho and it was : into the stocks with you. En gelijk hadden ze. Kerstmis is zo heidens als wat, gemeente. En dan heb ik nog niet eens alle Germáánse wortels van het kerstfeest opgegraven. Want daar is helemaal geen beginnen aan. Het zijn niet maar een páár elementen. Bijna álles aan kerstmis is vele eeuwen ouder dan Jezus' geboorte: de datum, de stal, de herders, de wijzen, de ster, de maagdelijke moeder, de bomen, de versieringen, de cadeautjes, de vuren en de lichtjes, de hulst.
Hoe erg is dat - something to worry about?
Maar hoe erg is dat eigenlijk? Sommige christenen vinden het verschrikkelijk. Op het www briest een verontwaardigde Internetpagina: Kerstmis is niet Christus' geboortedag. Het is een heidens feest, de geboortedag van de zonnegod, den Heere een gruwel. Wat is er christelijk aan kerstmis? Helemaal niks. Nou, gemeente, die laatste zin zou ik ze niet helemaal na willen zeggen, daarmee overschreeuwen ze zichzelf, maar de rest is natuurlijk wel waar: ook nadat Mythras in Rome door het christendom verslagen was, bleven heidense godsdiensten de hele Middeleeuwen door tot vandaag aan toe aantrekkingskracht op ons uitoefenen., hoezeer sommige christenen ook probeerden dat uit te roeien. Maar dat is nooit helemaal gelukt. En waarom is dat nooit helemaal gelukt? Waarschijnlijk vanwege de wijsheid die ze bevatten. Want de godsdiensten die wij heidens noemen hebben b.v. meer gevoel voor de cyclische, zo u wilt de vrouwelijke kant van ons leven, terwijl de bijbel over ons leven veel meer lineair, zo u wilt mannelijk denkt in termen van verleden, heden en toekomst. Het christendom heeft vanwege zijn reikhalzen naar een betere wereld in de toekomst niet zo veel tijd voor een eeuwigdurende terugkeer van hetzelfde. En toch voelen we allemaal dat ons leven óók deel uitmaakt van de cirkelgang van de natuur en het wentelen der seizoenen dat er altijd geweest is en altijd zijn zal en waarvan de ster, de bomen, de versieringen, de hulst, de vuren en de lichtjes in dit jaargetijde spreken.
Wordt ons geloof er minder van - does it degrade our faith?
Maar nogmaals, gemeente, wordt ons christendom er minder van als we moeten constateren dat het behalve joodse ook door en door heidense wortels heeft? Integendeel, denk ik. Want als het ons niet alleen maar van buitenaf aangewaaid is zou het wel eens veel dieper in onze ziel en onuitroeibaarder in onze cultuur geworteld kunnen zijn dan wij doorgaans denken. Dan kan ons christendom desnoods een voorbijgaande interpretatie zijn van oude wijsheid, maar die wijsheid zelf is onvergankelijk. Want Kerstmis is in ieder geval veel en veel meer dan alleen maar de geboorte van één magische baby lang geleden. De geboorte van Jezus Christus was andermaal de bevestiging van wat al die nog veel oudere gebruiken ons ook al probeerden te zeggen, dat wij mensen bestemd zijn voor het vriendelijke licht van Gods welbehagen. En de vroege kerkvaders die aansluiting zochten bij de oude midwinterfeesten en die je teksten konden aanwijzen waaruit bleek dat niet alleen Jesaja maar ook Vergilius verlangend naar de Messias had uitgezien, die kerkvaders hielden geen uitverkoop van het christendom maar waren zo wijs een werkelijkheid te erkennen die groter was dan zij zelf. Wanneer wij vanavond kerstmis vieren met dennengroen, liederen en kaarsen en wanneer wij het kerstverhaal vertellen, vieren wij geen historische gebeurtenis maar geven wij ons over en wijden wij ons toe aan een werkelijkheid die nog veel ouder en dieper in ons geworteld is dan dat verhaal zelf, dezelfde werkelijkheid waaraan ook Jezus van Nazareth zichzelf met hart en ziel heeft toegewijd. Daarom is hij voor ons christenen van die werkelijkheid bij uitstek de belichaming geworden. Maar het gáát niet om hem maar om die werkelijkheid waarvan hij zei dat wij net als hij er deel aan kunnen hebben. De werkelijkheid van het licht waarvoor wij juist in tijden van duisternis het meest gevoelig zijn. Als duisternis de aarde bedekt en het land geen vruchten meer voortbrengt zien wij in dat licht hoe aanmatigend het is om land te bezitten. Als mensen half bevroren zijn van de kou kunnen ze begrijpen dat het weinig uitmaakt of je slaaf bent of meester. Als God dood is en verdwenen kunnen we onder ogen zien dat geen duizend doden hem weer tot leven kunnen roepen. In de diepste nacht kunnen we bevrijd worden van onszelf. Juist dan kunnen we beginnen te zien wie we werkelijk zijn, en niet alleen dat, maar ook wie we zouden kunnen worden.
Christus wil niet alleen in Jezus geboren worden - Christ not just to be born in Jesus
Ook onze heidense voorouders wisten dat. Maar ze beseften ook dat dromen van vrijheid en gelijkheid, overvloed, harmonie en liefde niet in een handomdraai te verwezenlijken zijn en dat daarvoor offers gebracht moesten worden. Het voortbrengen van een nieuwe schepping gaat niet zo maar, beseften ze, dat vraagt een mens zijn leven. Alleen maakten ze dezelfde fout die wij nu soms nog maken, dat je daarvoor een remplaçant kunt aanwijzen, die in jouw plaats zijn leven moet geven. Onze voorouders zagen het kwaad dat zij zelf begingen en probeerden het ongedaan te maken. Tijdens het midwinterfeest waren ze bereid als een knecht hun slaaf te dienen, waren ze bereid de vruchten van de aarde met elkaar te delen en waren ze bereid in vrede te leven. Althans ………………. voor een paar dagen. Want tijdens deze dagen kunnen we geen wanklank verdragen, misschien wel juist omdat we zo goed voelen wat ons van de anderen scheidt. Juist in de donkere nacht zien wij waar we bij klaarlichte dag over struikelen. De mogelijkheid om te leven met open handen en open hart. En dat niet alleen. We gelóven in de verhalen die we gehoord hebben, we vertrouwen ons toe aan het visioen dat we mogen aanschouwen en we begrijpen ineens dat meer nog dan wij zelf op het licht dat licht al van den beginne op ons wacht om geboren te kunnen worden, om mens te worden in u en mij en niet alleen in dat ene kind van Betlehem. Want één mens alleen kan het visioen niet dragen. Daarom gaat het ook niet om hem maar om zijn boodschap, om die werkelijkheid waarvan hij zei dat wij er net als hij aan deel kunnen hebben als wij willen. En alle oude gebruiken en alle oude steeds opnieuw te interpreteren verhalen en alle oude wijsheid van de mensheid draait om die werkelijkheid, om die genadige werkelijkheid, die eigenlijk niet te benoemen valt. Maar als je dat toch graag wilt, als je het toch graag een naam wilt geven, is er volgens mij niet zo heel veel tegen om die werkelijkheid God te noemen, de God waarover de religies van de mensheid ons in allerlei toonaarden en tongvallen vertellen, dat Hij in eeuwige trouw in ieder van ons opnieuw geboren wil worden. Amen.
Tot dusver de CHRISTELIJKE voorganger over het kerstfeest en het overvloedige heidendom waarmee het christendom doordrenkt is en op gebaseerd is.
Het is maar dat u het even weet.