Publicatiedatum: 4 juni 1996
Boeddhisme is niet met christendom te rijmen
Eerste zin van de Bijbel spreekt boekdelen
Het boeddhisme en het christelijke geloof zijn qua inhoud en vorm niet met elkaar in overeenstemming te brengen. Reeds de eerste zin van de Bijbel: ,,In den beginne schiep God de hemel en de aarde" bevat minstens drie dingen die boeddhisten niet geloven: het bestaan van een persoonlijke God, het geloof dat God alles geschapen heeft en de gedachte dat er een begin aan de tijd is.
Door ds. H. Veldhuizen
Het boeddhisme kent verder geen zonde in de zin van vervreemding van God, geen persoonlijke schuld en daarom ook geen noodzaak van verzoening zoals de Bijbel daarover spreekt.
Drs. P. van Kampen stelt dit in zijn boek “Liefde tot de leegte; een christelijke visie op het Boeddhisme”. Het is een helder boek dat hij vanuit een positief-christelijke visie heeft geschreven over het boeddhisme. We kunnen gerust dankbaar zijn voor dit boek.
Het is niet gemakkelijk om op een heldere wijze over het boeddhisme te schrijven omdat de wereld van het boeddhisme ver van ons af staat. Toch komen we er steeds meer mee in aanraking, onder andere door vreemdelingen die zich in ons land vestigen. Bovendien voelen veel mensen in onze tijd zich tot de boeddhistische gedachtenwereld aangetrokken.
Boeddhistische gedachten zijn onder andere terug te vinden in de theosofie, in sommige alternatieve geneeswijzen en in de New Age-beweging. Het boeddhisme is de religie van landen die de snelst groeiende bevolkingen hebben (China, Tibet, Thailand, Sri Lanka), en de snelst groeiende industriële machten ter wereld zijn (Japan, Korea, Singapore, Hongkong). En het is een missionaire religie geworden: boeddhisten proberen hun geloof aan anderen over te dragen. Van Kampen wijdt daar een heel hoofdstuk aan.
Zelfverlossing
Tevens schrijft hij over het ontstaan van het boeddhisme (in de zesde eeuw voor Christus), het leven van boeddha, over de onthechting (dat we niet aan het aardse vast moeten zitten, maar losgemaakt moeten worden van iedere binding van wie of wat ook maar), over de bezielde natuur, over de verlichting (de eenwording met alles en het goddelijke), enzovoorts.
Het boeddhisme wijst duidelijk een weg van zelfverlossing: ieder is voor zijn eigen karma (zijn eigen daden) en eigen verlossing verantwoordelijk. Ieders leven is voorafgegaan door vele vorige levens en zet zich ook weer in vele volgende levens voort. Daden in het ene leven zijn bepalend voor het volgende leven. Tot men tot zo'n hoogte van verlichting is gekomen, dat men het rad der geboorte verlaat en ingaat in het Nirvana.
Van Kampen schrijft met grote kennis van zaken. Dat kan ook nauwelijks anders want hij maakte vele reizen naar Azië en kwam dus vaak met het boeddhisme in aanraking.
Boogschieten
Een apart hoofdstuk wijdt de schrijver aan het Zen-boeddhisme, waarin vechtsporten, karate en boogschieten een plaats krijgen, en aan het Tibetaanse boeddhisme of tantrisme, met zijn meditatie en naar binnen gekeerd denken. In de laatste twee hoofdstukken legt hij enkele thema's van het boeddhisme naast die van het geloof in Christus en komt hij tot een vergelijking tussen boeddha en de persoon van Christus.
Het boek is zeer de moeite van het lezen waard voor hen die bijvoorbeeld in het onderwijs werkzaam zijn en allen die op een of andere wijze meer over de boeddhistische gedachtenwereld willen weten.
N.a.v. “Liefde tot de leegte; een christelijke visie op het Boeddhisme”, door drs. Pieter van Kampen; uitg. Boekencentrum, Zoetermeer; 176 blz.; ƒ 24,90.