Ik zal u geen wezen laten; Ik kom weer tot u.
Nog een kleine tijd, en de wereld zal Mij niet meer zien;
maar gij zult Mij zien;
want Ik leef,
en gij zult leven.
In die dag zult gij bekennen,
dat Ik in Mijn Vader ben,
en gij in Mij,
en Ik in u.
Die Mijn geboden heeft, en ze bewaart, die is het, die Mij liefheeft;
en die Mij liefheeft, zal van Mijn Vader geliefd worden;
en Ik zal hem liefhebben,
en Ik zal Mijzelf aan hem openbaren.
Waar hebben we het nog over eigenlijk op dit pb?