Bs'd
Abraham en het aantal sterren
Abraham was meer dan 100 jaar oud toen God hem op de proef stelde om te zien of zijn liefde voor God groter was dan zijn liefde voor zijn enige zoon. Zou Abraham bereid zijn om de kans op nageslacht – wat bijzonder belangrijk was voor een oosterling- op te geven als God daarom vroeg? Toen inderdaad bleek dat Abraham daartoe bereid was, deed God hem de belofte: “Ik zal uw nageslacht zeer talrijk maken, als de sterren des hemels, en als het zand aan de oever der zee.” Gen 22:17 De oude Abraham was natuurlijk al lang blij dat hij zo'n groot nageslacht zou krijgen als het aantal sterren dat hij aan de hemel zag staan.
Maar in de loop van de geschiedenis zullen heel wat mensen gelachten hebben om die belofte van God.
Ten eerste is het aantal sterren dat je met het blote ook kan zien belachelijk weinig vergeleken met het aantal nakomelingen dat een man kan krijgen in pakweg 4000 jaar. Hipparchus (190-120 voor) de grondlegger van de Griekse astronomie, telde 1.080 sterren aan de hemel.
Driehonderd jaar later, rond het jaar 150, catalogiseerde de beroemde sterrenkundige Ptolomeus er 1.056, en Kepler (1571-1630) telde er 1.005.
Later bleek dat je aan de hele hemelbol, dus rondom de hele aarde, onder ideale omstandigheden, maximaal 9.000 sterren kan onderscheiden. Een absurd klein aantal voor veertig eeuwen nakomelingschap.
Ten tweede is het aantal sterren dat je met het blote oog kan zien, minder dan het aantal zandkorrreltjes dat in een half theelepeltje past. Daarom is het ook absurd om het aantal zichtbare sterren te gaan vergelijken met het aantal zandkorrels “aan de oevers der zee”.
Maar …. God wist wat er achter de grenzen van het menselijke waarnemingsvermogen lag. Met onze moderne telescopen komen we tot de ontdekking dat het aantal sterren aan de hemel absoluut niet te tellen is en dat hun aantal min of meer oneindig is, net als het aantal zandkorreltjes aan de oever van de zee. In ons melkwegstelsel zijn zo'n 200 a 300 miljard sterren, (300.000.000.000) Men heeft berekend dat met de grootste telescopen 100 tot 500 miljard sterrenstelsels te zien zijn. Dat geeft dus 10^23 (dat is 10 tot de macht 23, dat is een 1 met 23 nullen) sterren. Sommige sterrenkundigen schatten dat het aantal sterren in het heelal nog eens duizend keer zo groot is, dat is 10^26, dat is 100.000.000.000.000.000.000.000.000 sterren.
In Jeremiah 33:22 staat: “Het heer (menigte) des hemels kan niet geteld worden, en het zand der zee kan niet gemeten worden.” Een dubbeljuiste opmerking: (1) Het aantal sterren en het aantal grote en kleine zandkorreltjes op aarde, inclusief leem en klei, liggen ongeveer in dezelfde orde van grootte. (2) Het is onmogelijk om ze te tellen. We kunnen alleen maar een schatting maken, net zoals van het aantal nakomelingen van Abraham.
In onze tijd is de kritiek op het aantal sterren precies het tegenovergestelde van de kritiek voor de uitvinding van de telescoop. (rond 1600) Voor die tijd waren er te weinig sterren, en nu zijn er te veel. Er hebben immers veel te weinig joden geleefd om hun aantal te kunnen vergelijken met het werkelijke aantal sterren aan de hemel. Dat is ook zo, maar bedenk wel dat Abraham niet alleen de stamvader is van de Joden, maar ook van de tien “verloren” stammen, die in 723 BCE door Salmanasser V in ballingschap gevoerd zijn naar Assyrië en later zijn verstrooid onder de volken. Genesis 25 en 36. Hij is dus inderdaad de stamvader geworden van “vele volken”.
Dankzij de moderne wetenschap hoeven we nooit bang te zijn dat God het volk Israël in de steek zal laten. “Als de hemel boven te meten is en de fundamenten der aarde beneden na te speuren zijn, dan zal ik heel het geslacht van Israel verwerpen.” Jeremiah 31:37
Duizenden en nog eens duizenden geleerden houden zich bezich met het onderzoek van het heelal en de aarde. Maar er is niemand die ooit beweerd heeft dat het heelal te meten is, of dat het binnenste van de aarde na te speuren is. We kunnen het heelal en het inwendige van de aarde slechts onderzoeken door theoriën, afgeleide metingen, en schattingen.
De opmerking van Jeremiah over de oneindigheid van het heelal klopt met het beeld dat de bijbel ons van God geeft. Hij is oneindig en almachtig. Om het met de woorden van de profeet te zeggen: “Zoals de hemelen hoger zijn dan de aarde, zo zijn Zijn wegen hoger dan onze wegen, en Zijn gedachten dan onze gedachten.” Jesaja 55:9
Stel je voor: Jeremiah (J) in gesprek met één van de belangrijkste sterrenkundigen uit zijn tijd, rond 600 BCE. Het is de top-astronoom (A) van de sterrenwacht uit Babylon:
A: “Zeg, Jeremiah, ik heb je boek gelezen waarin je schrijft over dat oneindige aantal sterren aan de hemel. Alsof jij daar verstand van hebt. Nou, wij komen tot heel andere getallen! En je moet goed bedenken dat ik en mijn collega's al ons hele leven lang bezig zijn met astronomie. Wij bestuderen elke nacht de sterrenhemel. Dankzij onze onderzoekingen is de sterrenkunde in Babel het meest ontwikkeld van de hele wereld. Zelfs koningen komen ons om raad vragen.”
J: “Ik heb bijzonder veel respect voor jullie kennis, maar met dat aantal sterren zitten jullie toch echt fout.”
A: “Waarom ben je daar zo zeker van? Je hebt nooit sterrenkunde gestudeerd of zelfs maar een startcursus voor beginners gevolgd, dus bemoei je niet met zaken waar je geen verstand van hebt. Schrijf maar over godsdienst en toekomstvisioenen, daar schijn je meer verstand van te hebben.
J: “Ik heb inderdaad heel andere dingen gestudeerd dan jullie, maar ik blijf er toch bij dat je het aantal sterren aan de hemel nooit kunt tellen. Het zij er gewoonweg te veel, net zoal het aantal zandkorrels aan de oever der zee.”
A: “We hebben onlangs een onderzoek afgesloten om het aantal sterren aan de hemel te tellen. Daarbij hebben we gebruik gemaakt van onze jonge collega's, die betere ogen hebben dan wij, en onbevooroordeeld zijn. Na het onderzoek enkele maken te hebben herhaald, komen we tot de conclusie dat je op een heldere nacht in Babel nooit meer dan 1.100 sterren kunt waarnemen. En volgens onze wetenschappelijke berekeningen staan er aan het hele hemelgewelf maximaal 9.000 sterren. Tenminste, als we aannemen dat de aarde een bol is, en dat er aan de onderkant ook sterren te zien zijn. Maar dat is nog steeds een speculatieve theorie.
Jeremiah, je kunt beter de tekst in je boek aanpassen, anders bega je een vreselijke blunder. We hebben wetenschappelijk bewezen dat jouw verhaal niet klopt.
J: Helemaal niet, ik geloof dat ik de waarheid heb opgeschreven. Ik ben geen expert, maar ik ken Degene die al die sterren gemaakt heeft. Hij heeft mij verteld wat ik moest opschrijven, en ik doe wat Hij zegt, omdat ik hem vertrouw.”
Uit “Moderne Wetenschap in de Bijbel” van drs B. Hobrink