De laatste 12 verzen van Marcus
Veel mensen zijn ervan overtuigd dat de laatste 12 verzen van marcus niet bij zijn evangelie horen. Maar is dit zo? Voor bewijs zoeken we in 3 bronnen: 1. de manuscripten, 2. de versies en 3. de vroege christelijke schrijvers.
A. geen manuscript is ouder dan de 4de eeuw en de 2 oudste zijn zonder de 12 verzen. De rest heeft wel de 12 verzen. En dit zijn er nogal wat.
B. De versies
1. De Syrische versie. De oudste is de syrische versie in uiteenlopende vormen: de peshitto uit de 2de eeuw. En de "Curetonische Syrischen uit de 3de eeuw. Beiden zijn ouder dan de Griekse Masoretische en hebben de 12 verzen. Zo ook is het geval met de Philoxenische (5de eeuw) en de Jeruzalem (5de eeuw).
2. De Latijnse versies. Ene Jerome in 382 na chr., had toegang tot de Griekse MSS en haalt deze 12 verzen er ook bij. Deze versie ook wel Vulgaat genoemd was een revisie van de Vetus Itala, die bij de 2de eeuw hoort en beide verzen omvat.
3. De Gothische versie, anno 350 na chr. bevat de 12 verzen.
4. De Egyptische versies: de Memphitische uit de 4de en 5de eeuw bevat ze, net als de Thebaic uit de 3de eeuw.
5. De Armeense versie uit de 3de eeuw, de Ethiopische uit de 4de tot de 7de eeuw en de Gregorische uit de 6de eeuw bevatten deze verzen.
——————————————————————————–
C. De kerkvaders. Hun woorden, vorm en volgorde kan ons meer inzicht geven. Er zijn meer dan 100 kerkvaders die manuscripten hebben geschreven die ouder zijn dan de oudste Griekse codexen. En tussen 300 en 600 na christus zijn het er al 200 meer. Allen noemen ze de 12 verzen.
Papias, 100 na chr. verwijst naar vers 18.
Justin Martyr, 151 na chr. verwijst naar vers 20.
Irenaeus, 180 na chr. verwijst naar vers 19.
Hyppolytus, 190-227 na chr. verwijst naar verzen 17-19.
Vincentius, 256 na chr. noemt 2 verzen op het 7de concilie van Carthago.
De Acta Pilati, 2de eeuw, citeert de verzen 15, 16, 17 en 18.
De Apostolische belijdenissen noemen verzen 16, 17 en 18.
EUSEBIUS heeft het over deze verzen.
APHRAARTES, een Syrische bischop noemt de verzen 16-18.
AMBROSIUS, aartsbischop van Milaan, citeert vers 15 vier keer en 16, 17 en 18 drie keer en vers 20 één keer.
Chrystosomus noemt vers 9 en zegt dat de verzen 19 en 20 het einde zijn van het evangelie.
——————————————————————————–
D. Wat gedachten over de 12 verzen.
Ze bevatten de belofte van de Here waarvan over de vervulling wordt gesproken in Hebr. 2:4. De verklaring van hen die Hem hoorden was om de bevestiging te zijn van Zijn eigen lessen die Hij op aarde gaf: “God versterkend door tekenen zowel als wonderen en een veelvoud aan krachten en toebedelingen van heilige geest, naar Zijn wil?”
De handelingen van de Apostelen legt de vervulling vast van de belofte van de Here in Marcus 16:17, 18. En in het laatste hoofdstuk staat een climax beschreven van Jezus die met hen samenwerkt (vv. 3, 5, 8, 9). Maar in 1 Kor. 13:8-13 staat dat er een tijd komt dat al deze geestelijke gaven weg gedaan worden. Die tijd viel samen met het sluiten van de bediening door de verwoesting van Jeruzalem. Tot 100 jaar na de verwoesting is er een blanco bladzijde in de kerkgeschiedenis. En een compleet zwijgen van christelijke sprekers en schrijvers.
Toen latere vertalers de Griekse manuscripten vonden en de laatste 12 verzen van Marcus lazen maar geen enkel spoor herkenden van de geestelijke gaven in hun eigen wereld, kwamen ze mogelijk tot de conclusie dat deze verzen niet authentiek waren. En dus werden ze al snel weg gelaten.
In onze dagen zie je een tegengesteld gebaar. Nogal wat gelovigen baseren zich op de laatste 12 controversiële verzen. Omdat ze nog steeds de geestelijke gaven niet om zich heen zien, forceren ze hun pogingen om deze geestelijke gaven alsnog te verkrijgen. Zo veinzen ze dat ze blinden kunnen genezen met handoplegging of dat ze in tongen kunnen spreken, een handje geholpen door zich in extase over te geven aan muziek waarbij ze wat met de tong rond rollen. Maar ze worden zeker niet geleid door God. 1 Kor. 14:31-33.