Er is dus een higgs-deeltje.
Niet dat ik er veel van snap - maar het lijkt op het volgende neer te komen:
Het heelal zit vol met etherachtige velden. Overal en altijd.
Materie heeft een soort van moeite om daardoorheen te bewegen. Ik denk dan maar aan de radiogolven die ook door de ons bekende ether heen bewegen. Ook dat kan bewegen, en door onze antennes ‘opgepikt’ worden, omdat het over een soort van traagheid beschikt.
Wanneer dat etherachtige veld wordt “opgeschudt” kunnen er deeltjes uit ontstaan. Zo'n deeltje is een Higgs-deeltje. En zo'n deeltje heeft de eigenschap dat als het in kontakt komt met materie, er uit de frictie van die twee, de ‘aanraking’ om het maar eens zo te noemen, ‘massa’ ontstaat - datgene wat materie maakt tot wat het is. In Labaratoria gebeurt dat beredeneerd en onder kunstmatige omstandigheden; overal elders in het heelal gebeurt dat zomaar. Zonder planning.
Spiritueel is dat eigenlijk ook zo.
Ontmoetingen zijn maar zelden voor niets. Als de ene mens de andere mens ontmoet, en hoe zinvoller die ontmoeting is des te beter, blijft er bij beiden een soort van resultaat (de massa dus) hangen. Of men zich daarvan bewust is, is niet relevant. Het overgrote deel van onze waarnemingen is onbewust en wordt ook onbewust verwerkt.
Wat mij betreft is ook in het christendom “ontmoeting” een kernwoord. Niet alleen God die mensen ontmoet, maar ook en vooral: mensen die elkaar ontmoeten.
Sommigen menen dat dat is omdat de ene mens een vraag bij de andere mens veronderstelt waarop geantwoord moet worden.
Zo'n ontmoeting zal zelden feestelijk verlopen. het residu, de ‘massa’ zal vaker negatief dan positief zijn.
Wil je van de ontmoeting een feest maken, dan zul je er niet op uit moeten gaan in de mening dat je iets te brengen hebt, maar in de overtuiging dat de interactie, de aanraking zelf, datgene is dat wederzijds gelukkig kan maken en dat het baat daarvan beslist 2-zijdig is. Spontaniteit moet de plaats hebben ingenomen van beredenering.