OM: Broeder betrokken bij dood 37 gehandicapten in jaren '50
Bewerkt door: Redactie − 28/06/12, 11:58 − bron: ANP
Het Openbaar Ministerie (OM) verdenkt een van de broeders van voormalig internaat Sint Joseph in Heel ervan de hand te hebben gehad in de dood van 37 hulpbehoevende jongens onder de 21 jaar in de periode 1952-1954. Deze broeder Andreas werkte in die jaren als enige verzorger van de onder verdachte omstandigheden overleden hulpbehoevende jongens. Ze zijn vermoedelijk het slachtoffer van een misdrijf. Dat maakte het OM in Roermond vandaag bekend na onderzoek.
Het bisdom hoorde in 1959 over de verdachte sterftegevallen maar deed niets. Het bisdom werd op de hoogte gebracht door de Arbeidsinspectie, die een onderzoek had ingesteld naar de verdachte sterfgevallen in de periode 1953-1959. Ook de Arbeidsinspectie concludeerde dat het ging om verdachte sterfgevallen. De inspectrice deed geen aangifte bij de politie, hoewel ze daartoe wel verplicht was.
Andreas was ongediplomeerd en ook niet bekwaam om deze jongens te verzorgen. In de periode 1952-1954 zaten op St. Joseph 450 bewoners. Andreas had de verantwoording voor de verzorging van zo'n 20 bewoners, onder supervisie van de instellingsarts. Deze instellingsarts Verstraelen wordt verdacht van onvoldoende toezicht op Andreas. De verdachte sterfgevallen stopten abrupt toen Andreas in 1954 werd overgeplaatst naar Koningslust.
Natuurlijke dood
Verstraelen zette bij alle verdachte sterfgevallen de verklaring dat de jongens een natuurlijke dood waren gestorven. En dat terwijl hij wist dat Andreas onbekwaam was en ook niet wist waar de jongens aan overleden waren.
Rector Tillemans van St. Joseph hoorde via Verstraelen van de sterfgevallen. Verstraelen liet hem weten dat de sterfgevallen waren veroorzaakt door de ‘domme broeder Andreas’ die teveel morfine had toegediend.
Broeder Andreas werkte in opdracht van de congregatie van de Heilige Joseph. Die kan echter niet worden vervolgd, omdat rechtspersonen pas sinds 1976 strafrechtelijk vervolgd kunnen worden. Onduidelijk is of de congregatie voor het onderzoek door de Arbeidsinspectie in 1959 wist over de verdachte sterfgevallen.
Dat het bisdom Roermond in 1959 niks heeft gedaan met informatie over de vele verdachte sterfgevallen in jongensinternaat Sint Joseph in Heel is ‘onaanvaardbaar’. Het bisdom had naar de politie kunnen stappen. Hoofdofficier van justitie Peter Muijen van het Openbaar Ministerie in Roermond heeft dat vandaag gezegd in een toelichting op het onderzoek naar de verdachte dood van 37 jongens in het tehuis tussen 1952 en 1954.
Commissie Deetman
De voormalige onderzoekscommissie onder naar seksueel misbruik van minderjarigen in de Rooms-Katholieke Kerk noemt de uitkomsten van het onderzoek in huize Sint Joseph in Heel indringend. Dat schrijft de commissie, die onder leiding stond van Wim Deetman, vandaag.
Aanleiding voor het strafrechtelijk onderzoek was informatie die de commissie-Deetman vond in archieven tijdens onderzoek naar seksueel misbruik binnen de kerk. Hoewel de feiten zijn verjaard, vond het OM het onderzoek relevant, onder meer vanwege de impact op de samenleving. De commissie-Deetman droeg de informatie over aan het OM.
'De commissie stelt nu met onthutsing vast dat een aantal van de vermoedens die aanleiding waren om de documenten over te dragen aan het OM, terecht is gebleken', aldus de commissie-Deetman.