Vrijdenkerij is een moderne variant van de Boom van Goed en Kwaad. Men vergeet dan dat goede werken van dezelfde tak komen als slechte werken. En dus is er wezenlijk geen verschil tussen vrijdenkers en gristenfundies.
Eén en ander is gebaseerd op een valse humanistische voorstelling van tolerantie. Ten aanzien van alles is men intolerant, immers, als je zelf moet kiezen, moet je intolerant zijn. Wat wel en wat niet. Zo gauw het om religie gaat is men op een intolerante manier tolerant.
Aan de ene kant is men intolerant en wil men niks te maken hebben met religie. Maar als men er dan iets mee te maken wil hebben, moeten alle religies elkaar maar respecteren.
Men meent dan dat alle religies elkaar de hand zullen schudden en samen een reidans uit zullen voeren om te laten zien hoe tolerant men wel niet is. Dit is niet alleen schijntolerantie, het is zelfs onverschilligheid. Vrijdenkers zijn onverschillig ten opzichte van de waarheid. En dus vindt men maar dat alles maar moet kunnen, van homohuwelijk tot het hebben van moskeeèn en boeddhistische tempels in de stad.
Men predikt een excentrieke vorm van wetticisme. Paulus was er al mee geconfronteerd. De grieken uit zijn tijd, toch al filosofische warhoofden waren er trots op dat een man seks had met zijn moeder. Dingen doen omdat de wet dit vraagt is wetticisme maar dingen NIET doen omdat de wet dit vraagt is ook wetticisme. Paulus geeft duidelijk het onderscheid weer, namelijk alleen dat wat nuttig is voor opbouw van de gemeente is uit genade.
Vrijdenkerij is opium omdat het uitgaat van het maken van schijnkeuzes en er feitelijk helemaal geen keuzes gemaakt worden.
De banken en topmanagers jatten ons geld weg maar vrijdenkers jatten de waarheid weg. Volgens Salomo is wijsheid meer waard dan geld, dus zijn vrijdenkers erger dan topbankiers.