samuel Schreef:
——————————————————-
> Ten eerste vroeg ik je welk geloof dat wij volgens
> jou zou moeten delen, dat doen wij niet! Ik deel
> jou geloof niet.
Met het geloof delen, is het die ervaring delen die het hart ondergaat dat het geloof ondergaat; de geraakte mens die ervaart dat God werkt in hem..
> Ten tweede vroeg dacht je dat jij mij een heilige
> kus kan of mag geven,
Jij vroeg aan mij een kus.(..)
Ik schreef dat de ervaring van het wisselen/ondergaan van een heilige kus, een bijzondere is. Dat ervaren, is de ervaring dat Geest werkt doorheen de mens, die op God gericht is met het hart. Het is een werkzaamheid die deze bijzondere ervaring gaf. Dit schreef ik, omdat jij schreef als reactie op mijn vraag of het een hulpkreet was, dat je het geloof niet kan delen omdat je er maar eentje hebt. Delen namelijk is het schrijven over de ervaring wat het geloof bewerkstelligt in de mens.
Dat merkt men aan het schrijven van de woorden, omdat daaruit blijkt wat de vrucht van het schrijven is; schrijven vanuit het geloofsleven, of schrijven vanuit het eigen verheven hart, dus de schijnheilige taal die men schrijft als voorkomend dat men Hem belijdt (het met de mond belijden), maar ondertussen de in-eigen god dienen (dat is het eigen hart, verstand en ziel), door de ander zodanig te behandelen dat datgene waarom gevraagd wordt omzeild, minacht, betwijfeld, ontkend, beschimpt, betwist of genegeerd.
>nee je kan mij niets leren.
Dat weet ik, dat kan alleen door het ontvankelijke hart, maar het was een antwoord op de vraag of ik hulp nodig had, waarop ik deze kus als antwoord gaf, –omdat daarmee antwoord wordt gegeven op een innerlijke behoefte gericht aan God, betreffende God, die ingewilligd wordt– Dat is ontvangen wat het hart vraagt, aan Hem die het hart doorzoekt en de Werkzaamheid Gods is.
> Ten derde ben je een huichelaar, daar een ander
> van te proberen te betichten omdat deze jou wijst
> op[ je dwaling is op zijn zachts gezegd niet
> netjes!
Je wijst mij niet op een dwaling.
> Nu dan nog maar eens waarom beschouw jij jezelf
> als heilig?
Het Woord is heilig; dat is het werk van de Geest. De grond moet heilig worden gemaakt; wees heilig, want Ik Ben heilig. Dat voorbereidende werk is het dopen met water. Dat is de deugd, kennis volharding en zelfvertrouwen wat de mens doorloopt om ‘' de Weg des Heren recht te maken’'. Dat recht maken voor Hem, is niet het ‘'vette hart’' laten spreken, maar spreken over Hem als degene die Zijn Stem herkent.
> Welk geloof denk je met mij te kunnen delen, ik
> heb er maar één?
Dat is Geest, die het geloof bij de ander zal activeren. En dat kan alleen als erover gesproken wordt..in de Heere..
> Waarom denk je dat jij mij een heilige kus kan
> geven, ben je heilig, ben je een broeder/zuster
> van mij?
Dat kan alleen..in de Heere..
18 Gelijkerwijs Gij Mij gezonden hebt in de wereld, alzo heb Ik hen ook in de wereld gezonden.
19 En Ik heilige Mijzelven voor hen, opdat ook zij geheiligd mogen zijn in waarheid.
20 En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor degenen, die door hun woord in Mij geloven zullen.
21 Opdat zij allen een zijn, gelijkerwijs Gij, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons een zijn; opdat de wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt.
22 En Ik heb hun de heerlijkheid gegeven, die Gij Mij gegeven hebt; opdat zij een zijn, gelijk als Wij Een zijn;
23 Ik in hen, en Gij in Mij; opdat zij volmaakt zijn in een, en opdat de wereld bekenne, dat Gij Mij gezonden hebt, en hen liefgehad hebt, gelijk Gij Mij liefgehad hebt. (Johannes 17)
> Ik zou maar eens drie keer nadenken voor je iemand
> een farizeeër noemt! Huichelaar noemde Jezus
> mensen zoals jou, niet oprecht.