Welkom op het forum van startpagina!

Dit forum staat op alleen-lezen. Je kan hier informatie zoeken en oude berichten terugvinden, maar geen nieuwe berichten plaatsen.

Meer informatie op bijbel.startpagina.nl

Pinksteren!

  • Douce.

    'k Vind het zelf ook een veelzeggende afbeelding:)

    Douce

  • theo

    Gods (aanwezige ) Geest is inderdaad niet nieuw in het verhaal in Handelingen.

    Het begint al bij Genesis waar Gods Geest over de chaos zweeft en even later als Gods Geest leven aan de mens geeft.

    De profeten die door Gods Geest werden geroepen om kwaadwillende machthebbers de wacht aan te zeggen.

    (Wat ze overigens vaak met tegenzin en/of met knikkende knieën en zweet onder hun oksels deden)

    Joh.20 : 23 vind ik best moeilijk.

    Het vervolg is : de RK kerk waar priesters en pastores hetzelfde deden en doen en schijnen te kunnen/mogen doen.

    In de protestantse traditie is dat anders.

    De discipelen krijgen dezelfde macht als Jezus had/heeft.

    Ik heb er wel een gedachte over maar heb jij( of iemand anders) een idee?

  • Douce.

    De Geest (of Heilige Geest) gaat meestal wel gepaard met of wordt aangeduid met de adem van God (zoals Jezus ook blies over de twaalven). B.v. ook in Ezechiel 37 met die beenderen die weer levende mensen werden.

    Joh. 20 vers 23 heb ik inderdaad altijd met de R.K. in verband gebracht, maar lijkt met toch niet juist geïnterpreteerd, dat toe-eigenen van vergeving door priesters.

    Zou het na de apostelen niet meer van toepassing geweest zijn? 't Is toch eigenlijk gek, daar na het Kruis de mens vrij tot God kon naderen?

    Douce

  • theo

    We hebben natuurlijk wel allemaal de mogelijkheid van mens tot mens de mogelijkheid ( en de opdracht !! ??) om elkaar te vergeven als de ander om vergeving vraagt.

  • Douce.

    Ook als de ander dat niet vraagt, maar dat terzijde.

    Ik geloof niet dat dit hier wordt bedoeld.

    Douce

  • theo

    Douce Schreef:

    ——————————————————-

    > Ook als de ander dat niet vraagt, maar dat

    > terzijde.

    Een mens kan en mag en hoeft niet gevraagd te worden om te moeten ( MOETEN) vergeven als dat niet wil lukken aan iemand die geen vergeving wil of vraagt.

    > Ik geloof niet dat dit hier wordt bedoeld.

    Dat denk ik ook niet.

    >

    > Douce

  • Douce.

    Vergeven “moet” helemaal niet, dat zei ik ook niet. Het vergeven heeft echter niet direct te maken met de vraag om. Vergeving heeft ook voor degene die vergeeft een reinigende werking voor de psyche. Door de ander te vergeven, kun je jezelf ook makkelijker vergeven en je geestelijke straatje schoonhouden (kort gezegd).

    Douce

  • theo

    Prima uitsteekbaar goed kort gezegd/geschreven.

  • Johanan

    Dit is één van de velen vragen van lezers,die aan het genoodschap worden gesteld.

    Jezus zei:

    „Indien gij de zonden van wie maar ook vergeeft, zijn ze hun vergeven; indien gij de zonden van wie maar ook behoudt, zijn ze hun behouden.”

    Betekenen deze woorden dat christenen zonden kunnen vergeven zoals in de RK Kerk?

    De meesten bijbelstudenten weten dat er is geen schriftuurlijke basis is om te concluderen, dat christenen in het algemeen,maakt niet uit welke rang men heeft, de door God geschonken macht hebben om zonden te vergeven.

    Maar wat Jezus in Johannes 20:23 tot zijn discipelen zei, zoals hierboven wordt aangehaald, geeft te kennen dat God de apostelen in dit opzicht speciale vermogens had verleend.

    En deze verklaring van Jezus staat wellicht in verband met wat hij in Mattheüs 18:18 zei over in de hemel genomen beslissingen.

    Christenen kunnen bepaalde overtredingen vergeven, in overeenstemming met de in Efeziërs 4:32 opgetekende raad van de apostel Paulus: „Wordt vriendelijk jegens elkaar, teder mededogend, elkaar vrijelijk vergevend, zoals ook God door Christus u vrijelijk vergeven heeft.”

    Paulus sprak hier over persoonlijke problemen tussen christenen, zoals onbezonnen spraak. Zij dienen ernaar te streven deze zaken op te lossen en elkaar te vergeven.

    Maar bedenk dat Jezus zei: „Wanneer gij daarom uw gave naar het altaar brengt en u daar herinnert dat uw broeder iets tegen u heeft, laat uw gave dan daar vóór het altaar en ga heen; sluit eerst vrede met uw broeder en offer daarna, wanneer gij zijt teruggekomen, uw gave.” ..Mattheüs 5:23, 24; 1 Petrus 4:8.

    De context van Johannes 20:23 duidt er echter op dat Jezus over ernstiger zonden sprak, zoals blijkt uit wat hij bij die gelegenheid nog meer tot zijn selecte gehoor zei.

    Waar uit blijkt dat?.

    Op de dag dat Jezus werd opgewekt, verscheen hij in een afgesloten kamer in Jeruzalem aan de discipelen. Het verslag luidt:Jezus zei daarom nogmaals tot hen: ’Vrede zij u. Zoals de Vader mij heeft uitgezonden, zend ik ook u.’ En na dit te hebben gezegd, blies hij op hen en zei tot hen: ’Ontvangt heilige geest. Indien gij de zonden van wie maar ook vergeeft, zijn ze hun vergeven; indien gij de zonden van wie maar ook behoudt, zijn ze hun behouden.’”… Johannes 20:21-23.

    Waarschijnlijk waren de hier genoemde discipelen voornamelijk de getrouwe apostelen. Vergelijk vers 24.

    Door op hen te blazen en te zeggen „Ontvangt heilige geest”, stelde Jezus hen er op een symbolische wijze van in kennis dat er binnenkort heilige geest op hen zou worden uitgestort.

    Jezus zei vervolgens dat zij macht zouden hebben om zonden te vergeven. Redelijkerwijs staan de twee uitspraken van hem met elkaar in verband, aangezien de ene uitspraak op de andere volgt.

    Vijftig dagen na zijn opstanding, op de pinksterdag, stortte Jezus heilige geest uit. Wat werd hierdoor tot stand gebracht? Ten eerste werden degenen die de geest ontvingen, wedergeboren als geestelijke zonen van God met de hoop mederegeerders met Christus in de hemel te zijn Johannes 3:3-5; Romeinen 8:15-17; 2 Korinthiërs 1:22. Maar er werd door die uitstorting van de geest nog meer tot stand gebracht. Sommige personen die de geest ontvingen, kregen wonderbare krachten. Daardoor konden sommigen in vreemde talen spreken die zij niet kenden. Anderen konden profeteren. Weer anderen konden zieken genezen of doden tot leven wekken. 1 Korinthiërs 12:4-11.

    Aangezien Jezus’ woorden in Johannes 20:22 betrekking hadden op deze uitstorting van heilige geest op zijn discipelen, schijnen zijn hiermee in verband staande woorden over het vergeven van zonden te betekenen dat de apostelen door een werking van de geest een unieke macht van God hadden verkregen om zonden al dan niet te vergeven.

    De bijbel geeft ons geen volledig verslag van elke keer dat de apostelen die macht gebruikten, maar er wordt evenmin verslag uitgebracht van alle gevallen waarbij zij een wonderbare gave om in tongen te spreken, te profeteren of gezond te maken, gebruikten. —2 Korinthiërs 12:12; Galaten 3:5; Hebreeën 2:4.

    Eén geval waarbij de apostolische macht om zonden al dan niet te vergeven betrokken was, had te maken met Ananias en Saffira, die de geest bedrogen. Petrus, die Jezus had horen zeggen wat wij in Johannes 20:22, 23 kunnen lezen, stelde Ananias en Saffira aan de kaak. Petrus sprak eerst tot Ananias, die ter plekke stierf. Toen Saffira later binnenkwam en aan de leugen vasthield, sprak Petrus het oordeel over haar uit. Petrus vergaf haar zonde niet maar zei: „Zie! De voeten van hen die uw man hebben begraven, zijn aan de deur, en zij zullen u uitdragen.” Ook zij stierf ter plekke. — Handelingen 5:1-11.

    In dit geval gebruikte de apostel Petrus de speciale macht om een definitief ….behouden… van zonde tot uiting te brengen, een wonderbare kennis dat God de zonde van Ananias en Saffira niet zou vergeven. De apostelen schijnen ook bovenmenselijk inzicht te hebben gehad in gevallen waarbij zij zeker wisten dat zonden op basis van Christus’ slachtoffer vergeven waren. Die door de geest gemachtigde apostelen konden dus verklaren of zonden al dan niet werden vergeven.

    Dit wil niet zeggen dat alle met de geest gezalfde christenen in deze tijd deze wonderbare macht hebben. Dit wordt bewezen uit wat de apostel Paulus zei over de man die uit de gemeente Korinthe was verwijderd. Paulus zei niet: ’Ik vergeef de zonden van die man’, en zelfs niet: ’Ik weet dat het de man in de hemel vergeven is, dus aanvaard hem weer.’ In plaats daarvan spoorde Paulus de hele gemeente ertoe aan deze herstelde christen te vergeven en hem liefde te betonen. Paulus voegde eraan toe: „Alles wat gij iemand goedgunstig vergeeft, vergeef ik ook. 2 Korinthiërs 2:5-11.

    Toen de man eenmaal in de gemeente hersteld was, konden alle christelijke broeders en zusters vergeven in de zin dat zij hem niet aanrekenden wat hij had gedaan. Eerst moest hij echter berouw hebben en hersteld worden.

    Ik hoop hier mee een kleine bijdragen te hebben geleverd overd Joh 20:23.

    Johanan.

  • Ellen-Josee

    holybol Schreef:

    ——————————————————-

    > dag lieverd

    ::o