De profetieën dat de Messias Jezus is vervuld:
1. Zaad van de vrouw: Genesis 3:15 Galaten 4:4
2. Afstammeling van Abraham: Genesis 12:3 Matteüs 1:1
3. Afstammeling van Isaak: Genesis 17:19 Lucas 3:34
4. Afstammeling van Jacob: Numeri 24:17 Matteüs 1:2
5. Afstammeling van Juda: Genesis 49:10 Lucas 3:33
6. Afstammeling van Isaï: Genesis 11:10 Romeinen 15:12
7. Afstammeling van David: Jeremia 23:5-6 Matteüs 1:1
8. Gezalfd en eeuwig: Psalm 45:6-7 Psalm 102:25-27 Hebreeën 1:8-12
9. Geboren in Bethlehem: Micha 5:1 Lucas 2:4-5, 7
10. Tijd van zijn geboorte: Daniël 9:24-27 Lucas 2:1-2
11. Geboren uit een maagd: Jesaja 7:14 Lucas 1:26-27, 30-31
12. Aanbeden door herders: Psalm 72:9 Lucas 2:8-15
13. Uitroeiing van kinderen: Jeremia 31:15 Matteüs 2:16-18
14. Vlucht naar Egypte: Hosea 11:1 Matteüs 2:14-15
15. De weg bereid: Jesaja 40:3-5 Lucas 3:3-6
16. Voorafgegaan door een voorbode: Maleachi 3:1 Lucas 7:24, 27
17. Voorafgegaan door Elia: Maleachi 4:5-6 Matteüs 11:13
18. Bekend gemaakt als Zoon van God: Psalm 2:7 Lucas 1:32; Matteüs 3:17
19. Bediening in Galilea: Jesaja 9:1-2 Matteüs 4:13-16
20. De tempel wordt een rovershol in plaats van een bedehuis: Jesaja 56:7; Jeremia 7:11 Matteüs 21:13
21. Een profeet (als Mozes): Deuteronomium 18:15 Handelingen 3:20, 22
22. Blinden, doven en lammen worden genezen: Jesaja 29:18; Jesaja 35:5-6 Lucas 7:22;
Matteüs 11:3-5
23. De Messias is zachtmoedig en zachtaardig: Jesaja 42:2-3; Jesaja 53:7 Matteüs 12:18-20; Matteüs 11:29
24. Bediening onder de heidenen (niet-joden): Jesaja 42:1; Jesaja 49:1 Matteüs 12:18-21; Lucas 2:32
25. De gebroken harten zullen verbonden worden: Jesaja 61:1-2 Lucas 4:18-19
26. Hij zal voorbede voor de mensen doen: Jesaja 53:12; Jesaja 59:16 Romeinen 8:34; Hebreeën 7:25
27. Afgewezen (verworpen) door zijn eigen volk, de joden: Jesaja 52:3; Jesaja 8:14; Jesaja 28:16; Psalm 118:22 Johannes 1:11; Lucas 23:18; Handelingen 4:11; 1 Petrus 2:6-8
28. Priester naar de ordening van Melchisedek: Psalm 110:4 Hebreeën 5:5-6
29. Triomfantelijke intocht: Zacharia 9:9 Marcus 11:7, 9, 11
30. De Messias zal niet geloofd worden: Jesaja 53:1 Johannes 12:37-38
31. Schapen van de Herder verstrooid: Zacharia 13:7 Matteüs 26:31
32. Verraden door een vriend: Psalm 41:9; Psalm 55:12-13; Zacharia 13:6 Lucas 22:47-48; Matteüs 26:49-50
33. Verraden voor 30 zilverstukken: Zacharia 11:12 Matteüs 26:14-15
34. Het geld voor het verraden (30 zilverstukken) gebruikt om het potterbakkersveld te kopen: Zacharia 11:13 Matteüs 27:6-7
35. Stil tijdens beschuldigingen: Jesaja 53:7 Marcus 15:4-5
36. Bespuugd en geslagen: Jesaja 50:6; Matteüs 26:67; Matteüs 27:30
37. Gegeseld: Jesaja 53:5 Matteüs 27:26
38. Gehaat zonder reden: Psalm 35:19 Johannes 15:24-25
39. Plaatsvervangend offer: Jesaja 53:5 Romeinen 5:6, 8
40. Doorboord door handen en voeten: Zacharia 12:10; Psalm 22:16 Johannes 20:25-27
41. Bespot: Psalm 22:7-8 Lucas 23:35
42. Azijn gegeven voor zijn dorst: Psalm 69:21 Johannes 19:28-29
43. Gebed voor wie hem vervolgen: Psalm 109:4; Jesaja 53:12 Lucas 23:34
44. Soldaten dobbelen om zijn kleding: Psalm 22:17-18 Matteüs 27:35-36
45. Verlaten door God: Psalm 22:1 Matteüs 27:46
46. Zijn Geest toevertrouwd aan God: Psalm 31:5 Lucas 23:46
47. Geen beenderen gebroken: Psalm 34:20 Johannes 19:32, 33, 36
48. Zijn zijde doorstoken: Zacharia 12:10 Johannes 19:34
49. Duisternis over het land: Amos 8:9 Matteüs 27:45
50. Begraven bij de rijken: Jesaja 53:9 Matteüs 27:57-60
51. De opstanding uit de dood: Psalm 16:10; Psalm 30:4; Psalm 49:16; Psalm 118:17 Marcus 16:6-7
52. Stuurt de Heilige Geest: Jesaja 44:3; Joel 2:28 Johannes 20:22; Handelingen 2:16-17
53. Richt een nieuw verbond op: Jesaja 55:3-4; Jeremia 31:31 Matteüs 26:28; Lucas 22:20; Hebreeën 8:6-10
54. Zijn Hemelvaart naar de rechterhand van God: Psalm 110:1 Marcus 16:19; 1 Korintiërs 15:4; Efeziërs 4:8
55. De heidenen (niet-joden) zullen de Messias zoeken: Jesaja 9:2; Jesaja 11:10; Jesaja 65:1 Romeinen 11:25; Matteüs 4:16
Dit zijn er 55, als je er nog meer weet voeg ze toe.