keessie Schreef:
——————————————————-
> Mag er een lijn gelegd worden van Luther naar
> Hitler? Die vraag houdt Lutheranen en christenen
> in het algemeen al geruime tijd bezig en speelt
> – toevallig of niet – weer op in deze week van
> de holocaustmemorial. De kwestie werd in 1981 al
> aangeroerd door de Nederlandse reformatiekenner en
> Lutherbiograaf Heiko A. Oberman in zijn even
> degelijke als onthutsende kleine studie ‘Wortels
> van het antisemitisme’. Oberman wees in dit boek
> als een van de eersten op het onverteerbare
> geschrift Von den Juden und ihre Lügen’ van de
> oude Luther uit 1543. Daarin schreef de reformator
> dat ‘een christen naast de duivel geen giftiger,
> bitterder vijand heeft dan een jood’.
>
> Bron:geschiedenis24
>
> Misschien komt het indirect door Luther
Bs'd
Hier is wat meer over Luther:
http://www.refdag.nl/artikel/1280376/Smet+…+van+Luther.h…
Smet op het blazoen van Luther
Dr. Süss: Joodse volk heeft bij hervormer definitief afgedaan
AMSTERDAM - Een smet op het blazoen van Luther, zo lijkt het.
Hervormingsdag is nog maar net voorbij of dr. René Süss presenteert deze week een studie waarin Luther en Hitler op één lijn worden gezet. ,,Luther, die aan de wieg van de Reformatie stond, is levenslang een Jodenhater geweest en bepaald geen kleine."
De studie bevat een integrale vertaling van Luthers in 1543 verschenen geschrift “Over de Joden en hun leugens”. Het boek werd deze week overhandigd aan diverse vertegenwoordigers van kerkelijk Nederland. Réne Süss promoveerde vorig jaar op het onderwerp. Deze week verscheen zijn boek in een handelseditie onder de titel “Luthers theologisch testament. Over de Joden en hun leugens; inleiding, vertaling, commentaar” (uitg. VU University Press, Amsterdam).
De taal van Luthers traktaat is zeer scherp. Joden worden beschreven als ,,weerzinwekkende, blinde, verstokte liegbeesten.“ Luther vraagt zich af wat christenen moeten doen met ,,dit verworpen, verdoemde volk der Joden.” Hij geeft daarom zijn ,,welgemeende raad.“ ,,Ten eerste moet men hun synagogen of scholen in brand steken en wat niet wil branden moet men met aarde overdekken, zodat geen mens er een steen of een sintel meer van ziet, voor eeuwig niet.” De reden is dat ze geen huis mogen hebben ,,waarin ze Christus en ons beliegen, belasteren, vervloeken, bespuwen en schofferen."
Andere adviezen zijn het afbreken en verwoesten van Joodse huizen, het afnemen van gebedenboeken en Talmoedleerboeken, het verbieden van rabbijnen om te onderwijzen ,,op straffe des doods", een straatverbod voor Joden, het verbieden van woekeren en het verstrekken van gereedschappen aan jonge Joden en Jodinnen om hen te dwingen tot zware lichamelijke arbeid.
,,Die luie schurken en rondlummelende schooiers! Ze zuipen, vreten en brengen kostelijke dagen door in onze huizen en als beloning vervloeken ze onze Heer Christus, onze kerken, vorsten en ons allen, bedriegen ze ons en wensen ons constant de dood en alle ongeluk toe.“ Joden zijn ,,giftige, bittere, wraakzuchtige, boosaardige slangen en sluipmoordenaars en kinderen van de duivel.” Het slot luidt: ,,Daarom nu en voor altijd: weg met hen!"
Meer dan uitbarsting
Deze uitlatingen zijn meer dan een incidentele uitbarsting van een verbitterd en ziekelijk man, zo luidt een verzachtende uitleg van dit boek van Luther. Luther zou ook kind van zijn tijd zijn. Süss laat in zijn boek zien dat Luthers opvattingen gedurende zijn hele leven een continuïteit vertonen. ,,Reeds in zijn vroege jaren is het voor Luther duidelijk dat het met het Joodse volk, dat van God los is, nooit ofte nimmer meer iets kan worden. Zeker, Luther was teleurgesteld aan het eind van zijn leven dat de Joden zich niet door de boodschap van de Reformatie lieten bekeren, maar hij was aan het begin van het leven ook al teleurgesteld. In 1526 schrijft hij in zijn uitleg van Psalm 109 dat de vloek en verstokking over de Joden zo krachtig is, dat zij in de hel moeten wegsmelten zonder er ooit nog uit
te komen of rein te worden."
De Hebreeuwse Bijbel als Oude Testament heeft voor Luther alleen betekenis als getuigenis van Christus. ,,Heel bewust kiest Luther voor de vertaling van Thora als Wet. De Jood verschijnt bij Luther als de werkheilige bij uitstek, het prototype van de mens die is vervreemd van zijn bestemming."
Joodse wortels
Dr. Süss (1939) heeft Joodse wortels - hij had een Joodse vader. Zijn moeder was van lutherse origine. Ze werd Joods om met haar toekomstige man te kunnen trouwen. Süss was van 1984 tot 1999 predikant in de Nederlandse Hervormde Kerk. In 1999 legde hij zijn ambt neer en nam hij afscheid van de kerk. Hij werd weer Jood. ,,Ik wilde de door Hitler verbroken band met mijn vaderen herstellen", zo typeert hij zijn overgang.
U is verweten op anachronistische wijze Luther met Hitler te vergelijken.
,,Anti-Joodse stereotypen zijn nagenoeg gelijk gebleven in de geschiedenis. Ook Luther geloofde in een wereldwijde samenzwering van Joden en zijn anti-Joodse clichés en aanbevelingen en hebben achteraf beschouwd de weg naar de Endlösung mede geplaveid. De vergelijkbaarheid tussen Luther en Hitler wordt door historici dan ook nauwelijks betwist. Om het toegespitst te zeggen: het maakt voor Joden weinig uit of hun synagogen door opgehitste christenen of door even opgehitste nazi's -die zich trouwens in de regel ook christenen voelden- worden platgebrand."
Kortom, de nazi's kwamen niet uit de lucht vallen. ,,De stelling dat er in later eeuwen door hen vooral misbruik gemaakt zou zijn vanLuthers teksten in plaats van gebruik, suggereert dat de reformator iets anders bedoelde dan hij schreef. Dat lijkt mij niet het geval."
Süss verzet zich tegen de gedachte dat teksten zoals van Luther als ,,dode vulkanen“ beschouwd moeten worden. ,,Vulkanen zijn echter meestal niet dood maar slapen, om op onverwachte momenten weer te ontwaken.”
Academische vrijheid
Süss heeft het rond zijn promotie niet gemakkelijk gehad vanwege zijn vergelijking van Luther met Hitler. Hij verwijst naar de recente ontwikkelingen rond prof. Pieter van der Horst, die enkele bladzijden over het antisemitisme in de islamitische en christelijke wereld niet mocht uitspreken in zijn afscheidsrede aan de Utrechtse universiteit. ,,Vanuit Brussel, waar ik vorig jaar promoveerde, is op verschillende manieren druk uitgeoefend om mijn bevindingen na de promotie onder de pet te houden. Deze intimidatie had volgens mij maar één doel: discussie over de kwestie te blokkeren. Hiermee staat echter niet alleen de academische vrijheid, maar ook de grondwettelijke vrijheid van de burger ter discussie."
Süss erkent dat de boodschap die hij uitdraagt geen prettige is. ,,Niet ongebruikelijk is het dan dat de boodschapper het voor zijn kiezen krijgt. Ik zou wensen dat mijn studie op de argumentatie wordt beoordeeld en ik ben wel zo eigenwijs om te menen dat ik dan “im grossen ganzen” niet zo veel heb te vrezen.
Mijn boek is een poging tot restauratie van Luthers portret. Luther is bepaald geen kleine Jodenhater. Maar ik haast mij te zeggen dat het theologisch ook anders kan. De gedachte van Paulus in Romeinen 11 dat het Joodse volk aan het einde der tijden ,,als geheel“ gered wordt, ontbreekt bij Luther ten enenmale. Maar ik verheel niet dat ik met de christelijke leer grote problemen heb.”
Dus niet alleen problemen met Luther, maar ook met het christendom?
,,Ja, Luther is tenminste eerlijk, homogeen en een vertegenwoordiger van het orthodoxe protestantisme, hoewel hij ook volgens zijn medereformatoren qua taalgebruik over de schreef ging. Ik heb de indruk dat de huidige dialoog tussen Joden en christenen veel te soft is en dat men geen oog heeft voor de ingrijpende verschillen tussen Jodendom en christendom. Luther komt niet uit de lucht vallen, maar vertegenwoordigt een opvatting over incarnatie, rechtvaardiging en verzoening die diametraal staat tegenover het Jodendom. Dat moet, vind ik, een keer aan de orde komen."
Nog wat uittrekseltjes uit Luther zijn werk:
Luthers introductie:
- Ik had besloten niet meer over of tegen de joden te schrijven. Maar nadat ik gemerkt had dat deze miserabele en vervloekte mensen niet ophouden ons, dat wil zeggen Christenen, te verleiden, heb ik dit boekje geschreven, zodat ik me kan scharen onder diegenen die weerstand bieden tegen die giftige activiteiten van joden, en die Christenen gewaarschuwd hebben voor hen op hun hoede te zijn. Ik zou niet hebben kunnen geloven dat een Christen door de joden kon worden beetgenomen om te geloven dat hun verstoting en ellende niet aan hen zelf te wijten was. Echter, de duivel is de god van de wereld, en waar Gods woord afwezig is heeft hij het gemakkelijk, niet alleen bij de zwakken maar ook bij de sterken. Moge God ons helpen. Amen. -
Citaten:
- Hij noemde ze niet Abrahams kinderen, maaar addergebroed (Matt.3:7). Oh, dat was te beledigend voor het edele bloed en ras van Israel, en ze riepen, Hij is bezeten door een demon (Matt.11:18). Onze Heer noemt ze ook addergebroed; verderop in Johannes 8 (39, 44) zegt Hij: Als jullie Abrahams kinderen waren, zouden jullie doen wat Abraham deed. Jullie zijn van jullie vader de duivel. Het was onverdraaglijk voor ze om te horen dat ze niet Abrahams kinderen maar die van de duivel waren, noch kunnen ze het heden verdragen dat aan te horen. -
- Daarom zijn de verblinde joden waarlijk stomme dwazen. -
- Beschouw nu deze miserabele, blinde en ggevoelloze mensen. -
- Hun blindheid en arrogantie zijn zo masssief als een ijzeren berg. -
- Leer hiervan, beminde Christen, wat je ddoet als je de blinde joden toestaat je te misleiden. Dan zal het gezegde werkelijk van toepassing zijn: Wanneer de blinde de blinde leidt, zullen beiden in de kuil vallen Lukas 6:39). Je kunt niets van ze leren behalve hoe je de goddelijke geboden verkeerd moet begrijpen. -
- Wees daarom op je hoede voor de joden, iin de wetenschap dat waar zij hun synagogen hebben, niets wordt gevonden dan een duivelshol waarin zelfverheerlijking, eigenwaan, leugens, godslastering en afbreuk aan de reputatie van God en mensen in al zijn onstuimigheid beoefend wordt. -
- Bovendien zijn zij niets anders dan dievven en rovers die dagelijks niets anders eten of een draad van kleding dragen die zij niet van ons gestolen hebben door hun vervloekte woekerrente. Op die manier leven zij van dag tot dag, samen met vrouw en kind, door diefstal en roof, als aartsdieven en rovers, in de meest onberouwvolle zekerheid. -
- Echter, het perfect beheersen van de kunnst van liegen hebben zij niet verworven; ze liegen zo onhandig en ongerijmd, dat iedereen die maar een beetje oplet het gemakkelijk kan doorzien. -
- Maar voor ons Christenen staan ze als eeen afschrikwekkend voorbeeld van Gods toorn. -
- Als ik al de andere geloofsartikelen vann het Joodse religie moest weerleggen, zou ik verplicht zijn om zoveel tegen ze te schrijven en voor net zo lang als zij de tijd hebben gehad hun leugens uit te vinden, dat wil zeggen, meer dan tweeduizend jaar. -
- Christus en zijn woord kunnen nauwelijkss worden gehoord door de schade die het ongedierte toebrengt aan godsdienstige riten. -
- Heb ik u al niet eerder verteld dat een jood een dergelijk edel, kostbaar juweel is dat God en alle engelen dansen wanneer hij afblaast? - (afblazen = een scheet laten)
- Ach, het kan niets anders dan Gods verscchrikkelijke toorn zijn die het mogelijk maakt dat iemand tot zo een bodemloze diepte van duivelachtigheid, helse en krankzinnige laagheid en jaloezie kan zinken. Als ik me zou willen wreken op de duivel zelf, zou ik nog niet in staat zijn hem alle kwaad en ongeluk toe te wensen die Gods toorn aan de joden toebrengt, die ze dwingt zo monsterachtig te liegen en godslasteren in weerwil van hun eigen geweten. In ieder geval zullen ze hun beloning krijgen voor het constant liegen tot God. -
- Nee, men moet deze luie schurken er bij hun lurven uitgooien. -
- maar ze dan voorgoed uit dit land verstooten. Want, zo hebben we gehoord, Gods woede met hen is zo intens dat zachtaardig mededogen er slechts toe leidt dat ze slechter en slechter worden, terwijl scherpe gerechtigheid ze maar weinig hervormt. Daarom, in ieder geval, eruit met ze! -
- En dat terwijl we ze bovendien rijk lateen worden van ons zweet en bloed, terwijl wij arm blijven en zij het merg uit onze botten zuigen. -
- In het kort, waarde prinsen en heren, diiegenen onder u die joden onder uw onderdanen hebben, als mijn raad u niet bevalt, zoek beter advies, zodat u en wij allen verlost worden van de ondraaglijke last van de joden, zodat we tegenover God niet medeschuldig zullen worden bevonden in de leugens, de godslastering, de smaad en de vloeken waarin de waanzinnige joden zich zo vrijelijk en wellustig laten gaan tegen de persoon van onze Heere Jezus Christus, zijn lieve moeder, alle Christenen, alle autoriteit, en ons zelf. Gun ze geen bescherming, vrijgeleide of gemeenschap met ons, met deze oprechte raad en waarschuwing wens ik mijn geweten te zuiveren en ontlasten. -
- Laat de regering dat deel voor hun rekenning nemen, zoals ik heb voorgesteld. Maar of de regering nu optreedt of niet, laat iedereen zich ten minste laten leiden door zijn eigen geweten, om voor zichzelf een definitie of beeld van een jood te vormen. -
- We moeten echter voorkomen dat we ze besstendigen in hun onbeheerste leugenachtigheid, lastering, vloeken en smadelijk gedrag. Noch moeten we onszelf partner maken in hun duivels fulmineren en geraas door ze te beschermen, door ze voedsel, drinken en onderdak te verschaffen, of andere humane daden. -
- Daarom zijn wij Christenen, op onze beurrt, verplicht hun onbeheerste en bewuste godslastering niet te tolereren. -
- Daarom moet het niet gewaagd worden dit als een onbelangrijke zaak te beschouwen, maar als een zeer ernstige, om raad hiertegen te zoeken om onze zielen van de joden te redden, dat wil zeggen van de duivel en eeuwige dood. Mijn advies, zoals ik eerder gezegd heb, is:
Ten eerste, dat hun synagogen moeten worden afgebrand, en dat iedereen die daartoe in staat is, zwavel en pek gooit; het zou goed zijn als iemand er ook hellevuur in kon gooien.
Ten tweede, dat al hun boeken, hun gebedenboeken, hun Talmoed geschriften, en ook de hele bijbel van ze afgenomen wordt, ze geen blad over te laten, en dat deze bewaard worden voor degenen die mogelijk bekeerd worden.
Ten derde, dat hun onder straffe van dood verboden wordt God te prijzen, dank te geven, en openlijk te preken onder ons en in ons land.
Ten vierde, dat hen verboden wordt de naam van God uit te spreken binnen ons gehoor. Want hiernaar kunnen we niet met een zuiver geweten luisteren of het tolereren.
Degene die deze naam (God) hoort van een jood moet de autoriteiten inlichten, of anders mest naar hem gooien en hem wegjagen. -
- Maar wat zal gaan gebeuren zelfs als we hun synagogen afbranden en ze verbieden openlijk God te prijzen, te bidden, te preken, Gods naam uit te spreken? Dan zullen ze het nog blijven doen, in het geheim. Als we te weten komen dat ze dit in het geheim doen, is het hetzelfde als dat ze dit openlijk zouden doen. Want onze kennis van hun geheime activiteiten en onze tolerantie hiervoor houdt in dat ze toch niet geheim zijn en op deze manier wordt ons geweten bezwaard voor God. -
- Als we onze handen willen wassen van de godslastering van de joden en niet delen in hun schuld, moeten we ons van hun gezelschap scheiden. Ze moeten het land uitgejaagd worden. -
- Ze blijven onze dagelijkse moordenaars een bloeddorstige vijanden in hun harten. Hun gebeden en vervloekingen leveren daar bewijs voor, alsmede de talloze verhalen waarin hun martelingen van kinderen vermeld worden en alle soorten misdaden waarvoor ze vaak op de vuurstapel verbrand werden of verbannen. -
- dat iedereen ze wel graag kwijt zou willlen. -
- Ongetwijfeld doen ze nog meer en smerigeer dingen dan die waar wij van afweten. -
- Als ik macht had over de joden, zoals onnze prinsen en steden hebben, zou ik hun liegende monden streng aanpakken. -
- Zij (regeerders) moeten handelen zoals eeen goede dokter doet, die wanneer gangreen inzet, zonder genade te werk gaat om te snijden, zagen, en vlees, aderen, botten en merg verbrandt. In dit geval moet dezelfde procedure in gang worden gezet. Verbrandt hun synagogen, verbied alles wat ik eerder uiteengezet heb, dwing ze tot werk, en behandel ze streng, zoals Mozes deed. Als dat niet helpt, moeten we ze als dolle honden verjagen. -
- Ik hoop dat mijn essay een Christen (diee in ieder geval geen jood wil worden) voorziet van voldoende materiaal om zichzelf niet alleen te kunnen verdedigen tegen de verblinde, venijnige joden, maar om ook de vijand te worden van de kwaadwilligheid, leugens en vervloekingen van de joden, en te begrijpen dat hun geloof niet slechts vals is, maar dat ze zeker ook door alle duivels bezeten zijn. Moge Christus, onze lieve Heer, ze genadig bekeren en ons standvastig en onwankelbaar behoeden in onze kennis van hem, die het eeuwige leven betekent. Amen. - setstats 1