theo Schreef:
——————————————————-
> 15 God, de HEER, bracht de mens dus in de tuin van
> Eden, om die te bewerken en erover te waken. 16
> Hij hield hem het volgende voor: ‘Van alle bomen
> in de tuin mag je eten, 17 maar niet van de boom
> van de kennis van goed en kwaad; wanneer je
> daarvan eet, zul je onherroepelijk sterven.’
> 18 God, de HEER, dacht: Het is niet goed dat de
> mens alleen is, ik zal een helper voor hem maken
> die bij hem past. 19 Toen vormde hij uit aarde
> alle in het wild levende dieren en alle vogels, en
> hij bracht die bij de mens om te zien welke namen
> de mens ze zou geven: zoals hij elk levend wezen
> zou noemen, zo zou het heten. 20 De mens gaf namen
> aan al het vee, aan alle vogels en alle wilde
> dieren, maar hij vond geen helper die bij hem
> paste
Ja maar je moet het afzetten tegen de schepping in hoofdstuk 1.
Om je te helpen heb ik alvast wat dikgedrukt gemaakt.
Zoek de verschillen!